1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geen strafvervolging uploaders ebooks; OM door Gerechtshof aan eigen beleid gehouden

Geen strafvervolging uploaders ebooks; OM door Gerechtshof aan eigen beleid gehouden

Het Gerechtshof Den Haag heeft het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van een man die er van verdacht werd 4887 ebooks illegaal te hebben verspreid, omdat het OM in het eigen beleid heeft staan dat strafrechtelijke vervolging hiervoor niet gepast is. Verspreiden van ongeveer 5000 eBooksDe zaak gaat over een man die er van verdacht werd ongeveer 5000 ebooks (epub bestanden) te hebben verspreid via Bittorrent. Aan die verspreiding is geen geld verdiend. Het be...
Leestijd 
Auteur artikel Mark Jansen
Gepubliceerd 27 januari 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het Gerechtshof Den Haag heeft het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van een man die er van verdacht werd 4887 ebooks illegaal te hebben verspreid, omdat het OM in het eigen beleid heeft staan dat strafrechtelijke vervolging hiervoor niet gepast is.

Verspreiden van ongeveer 5000 eBooks

De zaak gaat over een man die er van verdacht werd ongeveer 5000 ebooks (epub bestanden) te hebben verspreid via Bittorrent. Aan die verspreiding is geen geld verdiend. Het betrof dus (mogelijk) een niet-commerciële inbreuk op intellectuele eigendomsrechten. Hij werd hiervoor vervolgd door het Openbaar Ministerie.

Politierechter: OM is niet-ontvankelijk

De zaak kwam ongeveer een jaar geleden voor bij de politierechter. De politierechter heeft het Openbaar Ministerie destijds niet-ontvankelijk verklaard. De precieze motivering van de politierechter hiervoor is uit het arrest niet af te leiden, maar uit een nieuwsbericht bij Tweakers.net begrijp ik dat volgens de politierechter onvoldoende duidelijk is gemotiveerd waarom zou moeten worden afgeweken van de eigen Aanwijzing intellectuele eigendomsfraude van het Openbaar Ministerie. Op grond van die aanwijzing zou bij niet-commerciële inbreuk strafrechtelijke handhaving in beginsel niet passend zijn.

Openbaar Ministerie in hoger beroep

Het Openbaar Ministerie is van deze beslissing in appel gegaan. In hoger beroep komt dan ook opnieuw dezelfde vraag aan de orde: mag het Openbaar Ministerie wel vervolgen indien het eigen beleid stelt dat inbreuken op intellectuele eigendom in beginsel langs civielrechtelijke weg moeten geadresseerd?

Gerechtshof: OM wederom niet-ontvankelijk verklaard


Het hof overweegt dat het Openbaar Ministerie in principe aan het eigen beleid gebonden is. Gepubliceerd beleid leidt immers tot bepaalde verwachtingen van burgers en die verwachtingen dienen te worden gerespecteerd. Het beleid zelf maakt heel duidelijk dat civielrechtelijke handhaving voorop staat (en dat strafrechtelijke handhaving dus de uitzondering vormt).

Het Gerechtshof toetst vervolgens of aan de in het beleid genoemde criteria is voldaan om toch tot strafrechtelijke vervolging over te gaan en concludeert dat dit niet het geval is. Ook het argument van het OM dat van civielrechtelijke handhaving niet veel te verwachten valt wordt van tafel geveegd, aangezien (a) civielrechtelijke handhaving niet eens is geprobeerd en (b) civielrechtelijke vonnissen juist langdurig en relatief eenvoudig te executeren zijn. Het Gerechtshof bevestigt dan ook het oordeel van de rechtbank en verklaart het Openbaar Ministerie wederom niet-ontvankelijk. Dat betekent praktisch gesproken dat de man strafrechtelijk niet verder kan worden vervolgd (tenzij het OM met succes in cassatie gaat van dit oordeel).

Nu dus nooit strafrechtelijke vervolging meer bij IE-inbreuken?

Is daarmee gezegd dat het OM nooit meer kan optreden tegen inbreukmakers? Nee, dat zeker niet. Het Gerechtshof (en hiervoor de politierechter) geeft vooral een duidelijk signaal: het OM dient zich aan het eigen beleid te houden. Deze zaak gaat dan ook over consequent handelen door de overheid, niet over de wenselijkheid van het strafrechtelijk vervolgen van inbreukmakers.

Het vervolgingsbeleid kan echter worden gewijzigd. Het is niet ondenkbaar dat het OM in deze uitspraken aanleiding ziet dit te doen. Het is verder niet ondenkbaar dat het OM in andere zaken beter kan motiveren waarom van het bestaande beleid zou moeten worden afgeweken. Mogelijk dan ook dat het OM in toekomstige zaken wel ontvankelijk wordt verklaard.

Tot die tijd zullen weinig zaken van het OM hoeven te worden verwacht die betrekking hebben op niet-commerciële inbreuken op intellectuele eigendomsrechten. Civielrechtelijke handhaving is uiteraard wel mogelijk. Gelet op de mogelijke volledige proceskostenveroordeling is dat voor de rechthebbenden nog betrekkelijk voordelig. Bovendien kunnen daarbij verstrekkende maatregelen worden verkregen, zoals bewijsbeslag en verboden zonder dat de inbreukmaker wordt gehoord, eventueel versterkt met (forse) dwangsommen.