1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Handelsnaaminbreuk op hoogte

Handelsnaaminbreuk op hoogte

De rechter in Leeuwarden heeft zich eind november 2011 uitgesproken in een geschil over de naam 'LOFT'. Eiser gebruikt sinds mei 2007 de naam 'LOFT ruimte voor inspiratie' voor evenementen voor groepen in een kerkgebouw in Leeuwarden. Het World Trade Center in Leeuwarden beschikt over een nieuw restaurant op de 11e verdieping met de naam 'Restaurant-Bar-Lounge LOFT'. Voor de opening van dit restaurant heeft het WTC groots reclame gemaakt met het woord 'LOFT'. Eiser start een procedure tegen W...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 19 december 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De rechter in Leeuwarden heeft zich eind november 2011 uitgesproken in een geschil over de naam 'LOFT'. Eiser gebruikt sinds mei 2007 de naam 'LOFT ruimte voor inspiratie' voor evenementen voor groepen in een kerkgebouw in Leeuwarden. Het World Trade Center in Leeuwarden beschikt over een nieuw restaurant op de 11e verdieping met de naam 'Restaurant-Bar-Lounge LOFT'. Voor de opening van dit restaurant heeft het WTC groots reclame gemaakt met het woord 'LOFT'. Eiser start een procedure tegen WTC omdat zij weet dat de handelsnaam Restaurant-Bar-Lounge LOFT en de domeinnaam www.restaurantloft.nl van WTC inbreuk maakt op de oudere handelsnaam LOFT Ruimte voor inspiratie.

Handelsnaamgebruik
De handelsnaam is de naam waaronder een onderneming feitelijk wordt gedreven. Om als handelsnaam te gelden is het niet nodig dat de naam is geregistreerd in een (kvk) register. De rechter constateert dat beide partijen in dit geval hun namen als handelsnaam gebruiken.

Handelsnaaminbreuk?
Op grond van artikel 5 Hnw is het verboden om een handelsnaam te voeren, die, gelijk is aan een oudere handelsnaam of daarvan zo weinig afwijkt dat bij het publiek verwarring optreedt tussen beide ondernemingen, in verband met de aard van de beide ondernemingen en de plaats waar zij zijn gevestigd.

De rechter is van oordeel dat de handelsnaam Restaurant-Bar-Lounge LOFT slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam LOFT ruimte voor inspiratie. 'Beide handelsnamen bestaan uit een onderscheidend element en een beschrijvend element. Het onderscheidende én overeenstemmende element in de beide handelsnamen is "LOFT" en het beschrijvende element is "ruimte voor inspiratie", in het geval van eiser, en "Restaurant-Bar-Lounge", in het geval van WTC. In de beide handelsnamen is het - visueel opvallende, met hoofdletters aangeduide - element "LOFT" dominant. Daarmee heeft het element "LOFT" naar het oordeel van de voorzieningenrechter een sterk onderscheidend vermogen. De beschrijvende elementen in de handelsnamen van partijen verdwijnen daarmee naar de achtergrond.'

Op de website van WTC wordt een link gelegd met het dineren in het restaurant en de verhuur van ruimte aan de zakelijke markt. Eiser verhuurt ook aan zakelijke klanten. De voorzieningenrechter acht het dan ook aannemelijk dat beide ondernemingen zich richten op één nagenoeg identieke doelgroep, namelijk de zakelijke markt. Beide ondernemingen zijn slechts op geringe afstand van elkaar gevestigd. Op grond hiervan is volgens de rechter bij het (zakelijke) publiek verwarring tussen beide ondernemingen te duchten: 'Voldoende aannemelijk is dat het zakelijk publiek beide ondernemingen met elkaar zal (kunnen) verwarren of een niet bestaande bedrijfsmatige band tussen beide ondernemingen zal (kunnen) veronderstellen.' Er is dus sprake van handelsnaaminbreuk.

Met betrekking tot de vraag of de domeinnaam als handelsnaam wordt gebruikt overweegt de rechter in lijn met bestaande rechtspraak het volgende: 'In beginsel is een domeinnaam niet meer of anders dan een (internet)adres van de domeinnaamhouder en valt het gebruik daarvan niet aan te merken als het voeren van een handelsnaam. Onder omstandigheden kan dat echter anders zijn. Dat is het geval wanneer, rekening houdend met de perceptie van het publiek, de domeinnaamhouder onder de benaming van de gebruikte domeinnaam - via de daaraan gekoppelde website - op commerciële wijze deelneemt aan het handelsverkeer (zie: gerechtshof Amsterdam, 4 januari 2011, LJN: BP1963 en gerechtshof 's-Gravenhage 28 juni 2011, LJN: BQ9516). Tegen deze achtergrond is de voorzieningenrechter van oordeel dat de door beide partijen gebruikte domeinnamen als handelsnaam kunnen worden aangemerkt. Voldoende aannemelijk is dat de beide domeinnamen, met de daaraan gekoppelde websites, niet slechts als virtueel (internet)adres door partijen worden gebruikt, maar dat zij tevens als het uithangbord van de beide ondernemingen op het internet fungeren en daarmee de commerciële deelname aan het handelsverkeer dienen. De domeinnamen 'kleuren' daarmee tot handelsnaam.' Ook door het gebruik van de domeinnaam is aldus verwarring bij het publiek te duchten.

Het WTC mag de handelsnaam Restaurant-Bar-Lounge niet langer gebruiken.