1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Heeft een parttimer recht op compensatie wanneer zijn parttime dag op een nationale feestdag valt?

Heeft een parttimer recht op compensatie wanneer zijn parttime dag op een nationale feestdag valt?

Op 12 augustus 2011 heeft de Commissie Gelijke Behandeling geoordeeld over de vraag of  een parttime werknemer naar rato van zijn dienstverband recht heeft op evenveel erkende feestdagen als een fulltime werknemer. Meer specifiek gaat het in deze zaak om de vraag of de werkgever (Shell) jegens een parttime werknemer een verboden onderscheid op grond van arbeidsduur heeft gemaakt, door hem geen compensatie te geven voor de erkende feestdagen die op zijn parttime dag vallen. In deze casus gaat...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 05 oktober 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 12 augustus 2011 heeft de Commissie Gelijke Behandeling geoordeeld over de vraag of  een parttime werknemer naar rato van zijn dienstverband recht heeft op evenveel erkende feestdagen als een fulltime werknemer. Meer specifiek gaat het in deze zaak om de vraag of de werkgever (Shell) jegens een parttime werknemer een verboden onderscheid op grond van arbeidsduur heeft gemaakt, door hem geen compensatie te geven voor de erkende feestdagen die op zijn parttime dag vallen.

In deze casus gaat het om een werknemer die 32 uur per week werkt (deelfactor 80%), waarbij hij wekelijks een vaste vrije dag heeft op maandag. In het personeelshandboek van de werkgever is een overzicht gegeven van de erkende feestdagen waarop de werknemers niet hoeven te werken. Tevens is uit dit personeelshandboek op te maken dat er geen compensatie plaatsvindt wanneer een erkende feestdag op een vrije dag van een werknemer valt.

Uit artikel 7:648 lid 1 BW volgt dat een werkgever in beginsel geen onderscheid mag maken op grond van een verschil in arbeidsduur. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een onderscheid naar arbeidsduur, dient per werkgever te worden onderzocht of parttimers relatief nadeligere arbeidsvoorwaarden hebben in vergelijking tot fulltimers. 

De commissie heeft geoordeeld dat de werkgever met de bepalingen in het personeelshandboek over de erkende vrije feestdagen een (indirect) verboden onderscheid naar arbeidsduur maakt. Wanneer een erkende feestdag immers valt op de vrije parttime dag van een werknemer, ondervindt hij hier meer nadeel van dan een fulltime werknemer. Andersom geldt dit overigens ook: als een erkende feestdag valt op de dag dat een parttime werknemer moet werken, heeft hij er meer voordeel van dan een fulltime werknemer.

De commissie heeft aan de werkgever geadviseerd om een “Jaarurensysteem” in te voeren. Bij een dergelijk systeem wordt de arbeidsduur niet uitgedrukt in het aantal arbeidsuren per week, maar in het aantal arbeidsuren per jaar. Fulltime werknemers hebben jaarlijks gemiddeld recht op 7,6 erkende vrije feestdagen. Een parttime werknemer die 80% werkt (zoals de werknemer in de casus), zou dan naar rato recht hebben op 6,1 erkende vrije feestdagen. Bij toepassing van dit systeem werken parttime en fulltime werknemers (naar rato van hun dienstverband) een gelijk aantal uren, ongeacht de dagen waarop de erkende feestdagen vallen. De werknemer uit de casus heeft per jaar gemiddeld op 4,9 erkende feestdagen vrij, terwijl hij voor de overige uren geen vergoeding krijgt.

Al met al is uit het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling op te maken dat parttime werknemers (naar rato van hun dienstverband) in beginsel recht hebben op evenveel feestdagen als de fulltime werknemers. Slechts wanneer dit objectief gerechtvaardigd is, mag een werkgever onderscheid maken op grond van arbeidsduur. Nu daarvan in deze casus geen sprake is, zal de werkgever aan de parttime werknemer een compensatie moeten geven wanneer een erkende feestdag op een vrije parttime dag van de betreffende werknemer valt.
 
Hoewel het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling niet bindend is, blijkt in de praktijk dat het oordeel van de commissie in circa 75% van de gevallen wordt gevolgd. Bij een eventueel opvolgende rechtszaak moet de rechter het oordeel van de commissie bovendien meenemen in zijn beoordeling. Wanneer de rechter wil afwijken van het oordeel van de commissie, dient de rechter dit goed te motiveren. Via ons kennisportal zult u van deze ontwikkelingen (bijvoorbeeld in de rechtspraak of wet- en regelgeving) op de hoogte worden gehouden.