1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Herroeping arbitraal vonnis

Herroeping arbitrale vonnissen: van het kastje naar de muur

Een wel heel wrang arrest van het Hof Amsterdam.
Leestijd 
Auteur artikel Tom van Malssen
Gepubliceerd 30 juni 2018
Laatst gewijzigd 03 juli 2018

Wat was er aan de hand? Een hoofdaannemer wordt door zijn onderaannemer aangesproken in een arbitrale procedure bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. De onderaannemer krijgt in eerste instantie gelijk. De hoofdaannemer komt echter met belangrijke nieuwe feitelijke informatie. Het arbitraal college slaat geen acht op de nieuwe informatie, zich daarbij beroepend op het gezag van gewijsde van eerder in de procedure gevelde oordelen. De arbiters verwijzen de hoofdaannemer met zoveel woorden naar de civiele rechter om een herroepingsvordering in te stellen.

Aldus geschiedt. De vordering wordt door het Hof echter afgewezen, nu de bewuste nieuwe informatie niet (zoals artikel 1068 lid 1 sub a Rv voorschrijft) ná maar tijdens het arbitrale geding is ontdekt. De hoofdaannemer had dan ook in de arbitrale procedure een beslissing kunnen krijgen over de (juridische implicaties van de) nieuwe informatie. 

Dat hij dit ook heeft geprobeerd, maar dat de informatie op formele gronden in de arbitrale procedure buiten beschouwing is gebleven, doet aan het oordeel van het Hof niet af. De aangevoerde formele gronden waren namelijk niet juist, aldus het Hof. Anders dan de arbiters klaarblijkelijk meenden, was geen sprake van reeds gewezen eindvonnissen die in kracht van gewijsde waren gegaan, maar slechts van bindende eindbeslissingen waarop het arbitraal college terug had kunnen komen.

De hoofdaannemer heeft hier echter niets aan. Die staat met lege handen.