1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het afsluitbeleid van het gerechtshof onder de loep

Het afsluitbeleid van het gerechtshof onder de loep

In de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas staat in welke situaties de netbeheerder of leverancier een kleinverbruiker mag afsluiten van gas of elektriciteit. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft recent twee keer geoordeeld over het verzoek van een netbeheerder om tot afsluiting van elektriciteit en gas over te gaan in de situatie dat er bij de netbeheerder geen vergunninghouder (hierna: “leverancier”) bekend is (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 oktober 2012...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 15 juni 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas staat in welke situaties de netbeheerder of leverancier een kleinverbruiker mag afsluiten van gas of elektriciteit. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft recent twee keer geoordeeld over het verzoek van een netbeheerder om tot afsluiting van elektriciteit en gas over te gaan in de situatie dat er bij de netbeheerder geen vergunninghouder (hierna: “leverancier”) bekend is (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 oktober 2012, LJN BX9214 en 12 februari 2013, LJN BZ 1803).

Wettelijke basis
Per 1 oktober 2011 is de regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas van kracht (hierna: “de Regeling”). Deze Regeling is een uitvloeisel van de artikelen 95b lid 8 van de Elektriciteitswet 1998 en 44 lid 8 van de Gaswet.

In de Regeling wordt een onderscheid gemaakt tussen gewone kleinverbruikers (afnemers met een elektriciteitsaansluiting van ten hoogste 3 * 80 ampere of een gasaansluiting met een totale doorlaatwaarde van ten hoogste 40m3/h)  en kwetsbare consumenten (kleinverbruikers voor wie de beëindiging van het transport of de levering van elektriciteit of gas zeer ernstige gezondheidsrisico’s tot gevolg zou hebben.

Afsluiten wegens wanbetaling (artikel 2, 3 en 4)
Een netbeheerder of leverancier beëindigt het transport van elektriciteit of gas naar of de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet wegens wanbetaling voordat:

  1. de kleinverbruiker ten minste een maal een schriftelijke betalingsherinnering is toegestuurd waarbij de kleinverbruiker a) wordt gewezen op de mogelijkheid voor schuldhulpverlening; b) waarbij aangeboden wordt om zelf met schriftelijke toestemming van de kleinverbruiker -kort gezegd- de gegevens van de kleinverbruiker aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening te verstrekken (tenzij de kleinverbruiker geen natuurlijk persoon is) en c) wordt vermeld dat de kleinverbruiker niet wordt afgesloten indien de artikelen 5 of 8 van de Regeling van toepassing zijn;

  2. verder dient de netbeheerder of leverancier zich in te spannen om in persoonlijk contact te treden met de kleinverbruiker om deze te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen.


Afsluiten van kwetsbare consumenten (artikel 5)
Als uitgangspunt geldt dat de netbeheerder of leverancier het transport van elektriciteit of gas naar of de levering van elektriciteit of gas aan een kwetsbare consument niet beëindigt, tenzij:

a)     de kwetsbare consument hierom verzoekt;

b)     er sprake is van fraude of misbruik door de kwetsbare consument;

c)     de onveiligheid van de installatie beëindiging van het transport noodzakelijk maakt;

d)    de overeenkomst voor de levering van elektriciteit of gas van de kwetsbare consument met de leverancier afloopt;

e)     op de aansluiting van de kwetsbare consument bij de netbeheerder geen leverancier bekend is;

f)      er sprake is van wanbetaling en de kwetsbare consument niet binnen een redelijke termijn een verklaring van een arts die geen behandelend arts van de betrokkene is kan overleggen om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen.

Een netbeheerder of een leverancier dient het transport of de levering van elektriciteit of gas die wegens wanbetaling is beëindigd te hervatten indien de kwetsbare consument (alsnog) een verklaring van een arts, die geen behandelend arts van de betrokkene is, kan overleggen om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen.

Afsluiten in de winterperiode (artikel 7, 8, 9 en 10)
Als uitgangspunt geldt dat de netbeheerder of leverancier het transport van elektriciteit of gas naar of de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker in de winterperiode niet beëindigt, tenzij:

a)      de kleinverbruiker hierom verzoekt;

b)      er sprake is van fraude of misbruik door de kleinverbruiker;

c)      de onveiligheid van de installatie beëindiging van het transport noodzakelijk maakt;

d)     op de aansluiting van de kleinverbruiker bij de netbeheerder geen leverancier bekend is;

e)      de overeenkomst voor de levering van elektriciteit of gas van de kleinverbruiker met de leverancier afloopt;

f)       wegens wanbetaling, tenzij er -kort gezegd- sprake is van schuldhulpverlening of daar zicht op is.

Een netbeheerder of een leverancier dient het transport of de levering van elektriciteit of gas die wegens wanbetaling is beëindigd te hervatten, indien de kleinverbruiker (alsnog) bewijs overlegt a) dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist of totdat de schuldhulpverlening eindigt; of b) dat de vordering van de netbeheerder of leverancier wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In de in de inleiding genoemde twee (verstek)zaken heeft netbeheerder Enexis verzocht de klant te mogen afsluiten omdat er in het aansluitingenregister geen leverancier vermeld stond. In beide zaken was deze vordering in eerste aanleg afgewezen, omdat er geen verwijzing naar schuldhulpverlening had plaatsgevonden. In hoger beroep wijst Enexis het gerechtshof er terecht op dat dit alleen noodzakelijk is indien de afsluiting plaatsvindt wegens wanbetaling, wat hier niet aan de orde was. In beide zaken komt het gerechtshof tot de conclusie dat Enexis mag afsluiten in de situatie dat er geen leverancier bekend is bij de netbeheerder. In de tweede zaak (het arrest van 12 februari 2013) wijst het gerechtshof de vordering van Enexis desondanks af. In de desbetreffende kwestie was het contract met de leverancier al drie jaar eerder beëindigd. Volgens het gerechtshof heeft Enexis te weinig informatie verstrekt over hetgeen zij in die tussenliggende periode heeft gedaan.

Commentaar
Indien een afnemer geen leverancier heeft, is de netbeheerder verplicht de afnemer af te sluiten. Een netbeheerder mag niet zelf als leverancier optreden. Op grond van de Regeling is afsluiting op deze grond daarom ook toegestaan in de winterperiode en spelen zelfs zeer ernstige gezondheidsrisico's geen rol. In het arrest van 12 februari 2013 maakt het gerechtshof niet duidelijk waarom de handelswijze van Enexis er (mogelijk) aan in de weg staat om de vordering tot afsluiting toe te wijzen. Het enkele feit dat Enexis drie jaar zou hebben nagelaten serieuze pogingen te doen om tot afsluiting over te gaan, brengt niet met zich mee dat Enexis elektriciteit dient blijven te transporteren naar een afsluiting waarvoor in het aansluitingenregister geen leverancier staat vermeld. Op de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden valt daarom het nodige af te dingen.