1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het belang van contractuele fatale levertermijnen

Het belang van contractuele fatale levertermijnen

Op 14 oktober 2008 heeft het gerechtshof ‘s-Gravenhage een interessante uitspraak gedaan in een geschil over de levering van een IT-systeem door Mauell GmbH aan de Rotterdamse Elektrische Tram van de gemeente Rotterdam (RET). Het hof oordeelt onder meer dat een schematische planning zonder concrete data ook kan worden aangemerkt als fatale termijn.In de tussen partijen gesloten overeenkomst was onder meer bepaald dat de termijnen uit de aangehechte projectplanning fatale termijnen zijn en dat...
Leestijd 
Auteur artikel Ernst-Jan van de Pas
Gepubliceerd 03 maart 2009
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 14 oktober 2008 heeft het gerechtshof ‘s-Gravenhage een interessante uitspraak gedaan in een geschil over de levering van een IT-systeem door Mauell GmbH aan de Rotterdamse Elektrische Tram van de gemeente Rotterdam (RET). Het hof oordeelt onder meer dat een schematische planning zonder concrete data ook kan worden aangemerkt als fatale termijn.

In de tussen partijen gesloten overeenkomst was onder meer bepaald dat de termijnen uit de aangehechte projectplanning fatale termijnen zijn en dat RET gerechtigd was de overeenkomst onmiddellijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden wanneer Mauell één van die fatale termijnen uit de projectplanning met meer dan zes maanden zou overschrijden.

Tijdens de uitvoering van de overeenkomst werden ook meerwerkzaamheden uitgevoerd door Mauell en werden in dat licht ook nieuwe planningen opgeleverd. Na enkele verschuivingen van de uiterlijke opleverdata lukt het Mauell niet om tijdig een werkend IT-systeem op te leveren. Als gevolg hiervan ontbindt RET de overeenkomst uiteindelijk op basis van genoemde contractuele beëindigingsmogelijkheid. Ook start zij een procedure bij de rechtbank Rotterdam om onder meer vast te laten stellen dat zij de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. De rechtbank Rotterdam stelt RET in het gelijk.

Mauell gaat tegen dit (tussen)vonnis in hoger beroep en stelt daarin onder meer dat er geen fatale termijnen zijn overeengekomen omdat er geen harde data in de aan de overeenkomst  gehechte projectplanning waren opgenomen. Het hof verwerpt dit betoog van Mauell en overweegt dat er weliswaar geen concrete data zijn genoemd, maar dat in die (schematische) planning wel wordt gesproken over doorlooptijden van 5-6 maanden en 9-10 maanden.

Het hof oordeelt dat dit ook termijnen zijn die een laatste datum hebben en daarmee dus ook fatale  termijnen zijn. Het tussentijds opleveren van nieuwe planningen doet volgens het hof geen afbreuk aan de overeengekomen ontbindingsmogelijkheid, aangezien die mogelijkheid is gekoppeld aan het  overschrijden van de uiterste datum zoals opgenomen in de aangehechte projectplanning en die projectplanning is door nieuwe planningen niet aangepast. Dit arrest maakt duidelijk wat het belang is van

het overeenkomen van heldere bindende (fatale) oplevertermijnen en projectplanningen en wat de consequenties zijn van het overschrijden van dergelijke termijnen.

Ook toont dit arrest aan dat een leverancier er bedacht op zal moeten zijn dat als een overeengekomen planning moet worden aangepast – bijvoorbeeld als gevolg van meerwerk – hij dat ook expliciet afspreekt met de afnemer.