1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het tijdig benutten van fiscale verliezen

Het tijdig benutten van fiscale verliezen

Leestijd 
Auteur artikel Robert de Vries
Gepubliceerd 15 november 2018
Laatst gewijzigd 15 november 2018

Veel ondernemingen hebben fiscaal te maken met sterk fluctuerende resultaten. Dat kan te maken hebben met conjuncturele of marktomstandigheden, maar heeft soms ook te maken met grote investeringen met aanloopkosten en extra hiermee samenhangende fiscale aftrekposten (zoals energie en milieu investeringsaftrek). In een jaar geleden verliezen mogen worden verrekend met de winst van het voorafgaande jaar en de negen toekomstige jaren (het Belastingplan 2019 verkort deze termijn tot zes jaren).
 
In de praktijk blijkt deze termijn regelmatig onvoldoende lang om alle fiscale verliezen te benutten. In gevallen waarin de onderneming wel een substantiële meerwaarde bevat is dat uiteraard onbevredigend. Het goede nieuws in dergelijke gevallen is dat wanneer tijdig actie wordt ondernomen om deze meerwaarde te realiseren ‘verliesverdamping’ kan worden voorkomen of beperkt. De praktijk leert dat de belastingdienst bereid is vooraf zekerheid te verschaffen over de fiscale gevolgen van de te nemen stappen. Dergelijke stappen, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een overdracht aan een dochter-B.V. die kort daarna in de fiscale eenheid wordt opgenomen, leiden bij de overdragende vennootschap tot een belaste boekwinst. Die belaste boekwinst kan worden verrekend met de aanwezige compensabele verliezen bij de overdrager en bij de verkrijger is sprake van een hoge(re) fiscale boekwaarde van haar activa die de toekomstige winst verlaagt door bijvoorbeeld hogere afschrijvingen. Dit proces wordt veelal aangeduid als verliesverjonging.

Het bovenstaande is ook van belang voor de waardering van actieve belastinglatenties (deferred tax assets) op de commerciële balans. Het kan zijn dat de verwachte operationele resultaten onvoldoende zijn om bestaande compensabele verliezen volledig te benutten. De mogelijkheid aanwezige stille reserves of goodwill (bij overdracht activiteiten) te realiseren kan de accountant ervan overtuigen deze verliezen alsnog volledig in aanmerking te nemen.

Bij de uitvoering van dergelijke stappen moet zorgvuldig te werk worden gegaan. Een overdracht kan bijvoorbeeld onvermoede juridische gevolgen hebben (bijvoorbeeld door contractuele afspraken of bankvoorwaarden) of kan gevolgen hebben voor in het verleden genoten fiscale aftrekposten (zoals milieu en investeringsaftrek) en subsidies. Voor afstemming met de belastingdienst is soms ook een taxatierapport (van bijvoorbeeld een makelaar) nodig om te bepalen hoeveel boekwinst zal worden gerealiseerd. Om die aspecten goed te kunnen bekijken en vooraf afspraken met de belastingdienst en andere betrokken partijen te maken verdient het aanbeveling dit proces tijdig te starten.

Een ander aandachtspunt is, het mogelijk verloren gaan van compensabele verliezen bij een substantiële aandeelhouderswijziging (30% of meer). Op grond van een anti-misbruikregeling kan een dergelijke aandeelhouderswijziging er onder omstandigheden toe leiden dat bestaande verliezen in de toekomst niet meer kunnen worden benut. Dit is (vooral) het geval als de belastingplichtige geen ondernemingsactiviteiten (meer) uitvoert of deze activiteiten sterk heeft ingekrompen. op grond van het momenteel aanhangige wetsvoorstel ‘spoedreparatie fiscale eenheid’ zal deze toets vanaf 1 januari 2018 bij een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting op het niveau van iedere in een fiscale eenheid opgenomen vennootschap afzonderlijk moeten worden toegepast en niet langer op het niveau
van de fiscale eenheid. Deze wijziging kan tot onvermoede gevolgen leiden, waarbij voor bijvoorbeeld (passieve) houdstervennootschappen, beleggingsvennootschappen, vennootschappen die vastgoed, machines of andere vermogensbestanddelen binnen een groep verhuren dan wel vennootschappen die als gevolg van een herstructurering geheel of gedeeltelijk leeg zijn gemaakt bij een recente belangenwijziging onder deze regeling gaan vallen en de aan die vennootschappen toe te rekenen verliezen niet meer verrekenbaar blijken te zijn. Bij plannen voor een aandelenoverdracht (met inbegrip van toetreding nieuwe aandeelhouders) moet dit goed in kaart te worden gebracht.