1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het UBO-register komt er aan; zorgelijk: misbruik van anti-misbruik wetgeving?

Het UBO-register komt er aan; zorgelijk: misbruik van anti-misbruik wetgeving?

Op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme moet een notaris de identiteit van een cliënt eerst conform de regels van die wet (laten) vaststellen voordat aan die cliënt een dienst wordt verleend respectievelijk een notariële akte wordt gepasseerd. Deze verplichting heeft tot gevolg dat een Nederlandse  notaris u moet vragen om op een moment waarop het u schikt  (maar vóór de te verrichten dienst maar uiterlijk vóór het passeren van de notariële akte) een bez...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 22 juli 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme moet een notaris de identiteit van een cliënt eerst conform de regels van die wet (laten) vaststellen voordat aan die cliënt een dienst wordt verleend respectievelijk een notariële akte wordt gepasseerd. Deze verplichting heeft tot gevolg dat een Nederlandse  notaris u moet vragen om op een moment waarop het u schikt  (maar vóór de te verrichten dienst maar uiterlijk vóór het passeren van de notariële akte) een bezoek te brengen aan een notariskantoor om een zgn. UBO-verklaring ten overstaan van een notaris of diens waarnemer in te vullen en te ondertekenen. Dit document wordt in het dossier bewaard en blijft vertrouwelijk, tenzij bijv. het Bureau Financieel Toezicht (de (notariële toezichthouder) of de FIU-Nederland (de Financial Intelligence Unit Nederland) een onderzoek instelt naar betreffende notaris of cliënt (evt. naar aanleiding van een Wwft-melding). De identificatie is erop gericht om te voorkomen dat een persoon die kwaad in de zin heeft zich kan verschuilen achter een web van ondernemingen.

In mijn eerdere artikel schreef ik dat op 20 mei 2015 het Europees Parlement de nieuwe anti-witwas-richtlijn heeft aangenomen, de "AMLD4". Eén van de (verstrekkende) gevolgen is dat elke lidstaat een zgn. UBO-register moet invoeren. Omdat de richtlijn vóór 26 juni 2017 moet zijn geïmplementeerd door de lidstaten, klinkt dit nog ver weg en niet heel concreet, maar toch is er reden voor bezorgdheid.

Een UBO is:

  1. een natuurlijke persoon die een belang houdt van meer dan 25% van het kapitaalbelang of meer dan 25% van de stemrechten kan uitoefenen in de aandeelhoudersvergadering van een rechtspersoon anders dan een stichting, dan wel op andere wijze feitelijke zeggenschap kan uitoefenen in deze rechtspersoon (tenzij deze rechtspersoon een beursvennootschap is);

  2. een begunstigde van 25% of meer van het vermogen van een stichting of een trust of degene die bijzondere zeggenschap heeft over 25% of meer van het vermogen van een stichting of een trust.


Uit de AMLD4 blijkt dat alle UBO's de verplichting krijgen om zichzelf te identificeren en te laten registreren in het zgn. UBO-register. Naar alle waarschijnlijkheid zal, net als het toekomstig centraal aandeelhoudersregister,  ook het UBO-register bij de Kamer van Koophandel worden ondergebracht. Toegang tot het UBO-register hebben overheidsinstanties en financiële inlichtingeneenheden, entiteiten die vallen onder de melding plichtig in het kader van cliëntenonderzoek van de Wwft (waaronder advocaten en notarissen) en personen en organisaties die een 'legitiem belang' kunnen aantonen om mogelijke witwaspraktijken, financiering van terrorisme of corruptie en (belasting)fraude aan het licht te brengen.

Daarnaast moet worden bekeken of er in het kader van de identificatie van de UBO sprake is van een 'PEP' (een Politically Exposed Person): een persoon die vanwege zijn/haar beroep of functie (of die van een echtgeno(o)t(e) of naaste verwant) extra gevoelig is voor chantage, omkoping en dergelijke.

Echter, het lijkt erop dat aan de veiligheids- en privacy-aspecten van de UBO vrijwel geheel voorbij is gegaan; er zijn weliswaar bepalingen opgenomen rondom verschillende privacy-aspecten, maar er lijkt (nog) geen nadere aandacht besteed aan de wijze waarop deze partijen op een integere wijze om dienen te gaan met de verkregen informatie. Gezien de grote groep die toegang heeft tot het register (met name de groep die een rechtmatig belang kunnen aantonen), is (afdoende) regelgeving op deze gebieden wel degelijk noodzakelijk.

Het VNO-NCW en MKB Nederland zijn bijvoorbeeld erg ongerust over deze veiligheids- en privacy-aspecten van het UBO-register. In een brief aan de ministers Kamp (Economische Zaken) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie) uiten zij hun verregaande bezorgdheid voor de gevolgen voor familiebedrijven, waarbij de vrees heerst "voor persoonlijke vrijheid van familieleden (kidnapping), chantage en ongewenste vermelding op miljonairslijstjes".

Enerzijds zal het UBO-register tegemoet kunnen komen aan een efficiëntere dienstverlening, waarbij de focus weer terug komt bij de daadwerkelijke dienstverlening in plaats van een onderzoek naar UBO's en PEP's. Of aan het bijstaan van cliënten bij de toenemende vraag uit vele landen uit inmiddels alle regio's in de wereld waarin de (financiële) dienstverleners de regels van toezicht en identificatie (het bekende 'KYC': know your customer) ook aanscherpen en uitbreiden. Daarnaast, juist de focus binnen de anti-witwas-regelgeving op UBO's en PEP's en de identificatie van deze personen (mits zij een (in)direct belang of zeggenschap hebben van meer dan 25%) maakt hen juist extra kwetsbaar. Het is dus aan de wetgever om een goede afweging van beide belangen te maken.

Overigens is het UBO-register te onderscheiden van het centraal aandeelhouders register, waarover hier meer.  Uiteraard volgen wij de ontwikkelingen op dit gebied met interesse; zodra er nieuws te melden is, zullen wij u hierover op deze kennispagina's informeren.