1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het zorgprestatiemodel: problemen met declaratie

Het zorgprestatiemodel: problemen met declaratie

In ons vorige blog zijn we ingegaan op de nieuwe wijze van registratie binnen het zorgprestatiemodel. Om de geleverde prestaties daadwerkelijk vergoed te krijgen, moeten deze prestaties ook gedeclareerd kunnen worden. ICT-problemen maken dat het echter nog niet voor elke zorgaanbieder mogelijk is om per 1 januari 2022 de geleverde zorg daadwerkelijk te declareren. Daarover meer in dit blog.
Leestijd 
Auteur artikel Blanca de Louw
Gepubliceerd 25 januari 2022
Laatst gewijzigd 04 februari 2022

Declaratie niet mogelijk door ICT-problemen

Gebleken is dat nog niet alle ICT-leveranciers in staat zullen zijn om vanaf 1 januari 2022 een volledig functionele ICT-ondersteuning voor het zorgprestatiemodel te leveren. Sommige zorgaanbieders kunnen momenteel nog niet werken met de zogeheten declaratiefunctie. Pas op 1 april 2022 zullen alle ICT-functionaliteiten (waaronder de declaratiefunctie) gereed zijn. Tot die tijd kunnen de betreffende zorgaanbieders de geleverde prestaties alleen registreren met de registratiefunctie. Dit betekent dat het voor sommige zorgaanbieders nog niet mogelijk is om de in het eerste kwartaal van 2022 geleverde zorg te declareren bij zorgverzekeraars, waardoor vergoeding uitblijft. Dit kan voor zowel zorgaanbieders als hun patiënten risico’s meebrengen.

ICT-problemen bekend bij het ministerie van VWS

Eind 2021 is deze problematiek aan de orde gekomen tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer. De onmogelijkheid voor zorgaanbieders om in het eerste kwartaal van 2022 zorg te declareren, mocht volgens de toenmalig demissionair staatssecretaris niet leiden tot (grote) financiële problemen voor zorgaanbieders, in die zin dat de bedrijfscontinuïteit – en daarmee de geleverde zorg – in gevaar komt. Hij benadrukte daarbij wel dat alle dbc’s per 31 december 2021 aflopen, zodat begin 2022 sprake is van een piek in de tegemoetkomingen aan zorgaanbieders. Voor een aantal zorgaanbieders zal deze kasstroom voor voldoende ‘vlees op de botten’ zorgen, aldus de staatssecretaris. Dit zal echter niet voor alle zorgaanbieders gelden, zodat financiële problemen een reële mogelijkheid zijn.

Bevoorschotting voor 2022

Juist om dergelijke situaties te voorkomen, wees de staatssecretaris uitdrukkelijk op de mogelijkheid dat verzekeraars zorgaanbieders bevoorschotten, om zo de liquiditeitspositie van zorgaanbieders in het eerste kwartaal van 2022 te waarborgen. Ook de NZa heeft aan de staatssecretaris laten weten dat zij er op vertrouwt dat via de weg van bevoorschotting wordt voorkomen dat er “gaten vallen” bij de zorgaanbieders. Hier ligt volgens de staatssecretaris een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

Bevoorschottingsbeleid zorgverzekeraars

In aansluiting hierop hebben sommige zorgverzekeraars een beleid voor een tijdelijk voorschot voor 2022 gepubliceerd. Wat opvalt, is dat deze zorgverzekeraars aan dit tijdelijke voorschot (onder andere) de voorwaarde verbinden dat sprake moet zijn van een zorgovereenkomst voor het contractjaar 2022. In de praktijk komt dit er op neer dat ongecontracteerde zorgaanbieders zijn uitgesloten van de mogelijkheid om een voorschot voor het eerste kwartaal van 2022 te krijgen. Ongecontracteerde zorgverleners die nog niet kunnen declareren zijn in het eerste kwartaal van 2022 dus volledig afhankelijk van de uitbetaling van aflopende dbc’s. Het onderscheid dat zorgverzekeraars maken tussen gecontracteerde en ongecontracteerde zorgaanbieders is opvallend, omdat de demissionair staatssecretaris dit onderscheid niet heeft gemaakt, toen hij sprak over de verantwoordelijkheid die zorgaanbieders en zorgverzekeraars dragen op dit punt. Wij menen dat uit de (rechtens erkende) zorgplicht van zorgverzekeraars (die óók geldt ten aanzien van ongecontracteerde aanbieders) wel degelijk een verplichting voortvloeit om in geval van knelpunten bij aanbieders zonder contract tot bevoorschotting over te gaan. Afspraken hierover zouden prima in een betaalovereenkomst vervat kunnen worden.

Uiteraard zijn wij benieuwd naar de ervaringen van zorgaanbieders met de ICT-implementatie van het zorgprestatiemodel en de (on)mogelijkheid in het eerste kwartaal van 2022 zorg te declareren. Hetzelfde geldt voor de (on)mogelijkheid om een (vorm van) bevoorschotting te ontvangen voor het eerste kwartaal van 2022 in geval de declaratiefunctie nog niet gereed is. Neemt u gerust contact op met Stefan Donkelaar of Blanca de Louw indien u ergens tegen aanloopt of van gedachte wil wisselen.

Blik vooruit

In ons volgende blog zullen wij nader ingaan op het nieuwe Landelijk Kwaliteitsstatuut dat per 1 januari 2022 het ‘Model Kwaliteitsstatuut GGZ’ vervangt. Uiterlijk 1 juli 2022 dienen alle zorgaanbieders hun kwaliteitsstatuut in te vullen op basis van het format LKS versie 3.0. Er leven echter nog veel vragen over de uitvoering van het Landelijk Kwaliteitsstatuut binnen het zorgprestatiemodel. Daarover meer in ons volgende blog!