1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Hoge Raad lijkt voorstander van genuanceerde benadering inzagerecht

Hoge Raad lijkt voorstander van genuanceerde benadering inzagerecht

Het Gerechtshof Den Haag wees op 31 oktober 2017 een genuanceerd arrest over het inzagerecht. Het Hof oordeelde daarbij o.m. dat recht bestaat op een afgeschermde kopie van een rapport waarin persoonsgegevens zijn opgenomen. Het cassatieberoep daartegen is recent door de Hoge Raad op grond van artikel 81 RO verworpen. Daarmee zou (voorzichtig) kunnen worden geconcludeerd dat de HR de lijn van het Gerechtshof inderdaad volgt.
Leestijd 
Auteur artikel Mark Jansen
Gepubliceerd 31 december 2018
Laatst gewijzigd 03 januari 2019

Het Gerechtshof Den Haag wees op 31 oktober 2017 een genuanceerd arrest over het inzagerecht. Het Hof oordeelde daarbij o.m. dat recht bestaat op een afgeschermde kopie van een rapport waarin persoonsgegevens zijn opgenomen. Het cassatieberoep daartegen is recent door de Hoge Raad op grond van artikel 81 RO verworpen. Daarmee zou (voorzichtig) kunnen worden geconcludeerd dat de HR de lijn van het Gerechtshof inderdaad volgt.

Discussie bij inzagerecht: overzicht of kopie

Bij een beroep op het inzagerecht ontstaat regelmatig al snel een discussie over wat er moet worden verstrekt:

  • een overzicht van de persoonsgegevens die in diverse documenten zijn verwerkt; of
  • een kopie van de documenten waarin die persoonsgegevens zijn opgenomen? 

Deze discussie wordt (mede) veroorzaakt door genuanceerde rechtspraak van het Hof van Justitie.

Genuanceerde benadering vereist

Eerder signaleerde ik al in een artikel in P&I dat het te gemakkelijk is om uit die rechtspraak te concluderen dat slechts verstrekken van een overzicht van de persoonsgegevens altijd volstaat. Het inzagerecht dient er immers toe dat de betrokkene kan controleren of zijn persoonsgegevens juist zijn verwerkt. Die nuance viel in veel rechtspraak echter niet altijd te bespeuren.

Gerechtshof Den Haag kiest genuanceerde benadering

Die nuance is wel terug te zien in het eerder genoemde oordeel van het Gerechtshof Den Haag. Volgens het Hof bestaat er niet per se recht op afschrift van het volledige document, maar moet afschrift worden verstrekt op een wijze die de betrokkene in staat stelt te controleren of zijn persoonsgegevens juist zijn verwerkt. Aldus het Hof:

12. Naar het oordeel van het hof is in dit geval voor het controleren van de juistheid van de persoonsgegevens in het forensisch rapport niet nodig dat [appellant] integraal van het rapport kennisneemt. Het voorgaande in aanmerking genomen zal het hof het verzoek toewijzen in die zin dat [geintimeerde] zal worden bevolen aan [appellant] ter beschikking te stellen een (afgeschermd) afschrift van het forensisch rapport in zodanige vorm dat hij zijn daarin vermelde persoonsgegevens kan controleren.

Conclusie A-G

Tegen voornoemd arrest was cassatie ingesteld. De advocaat-generaal bij de Hoge Raad schrijft een vrij uitvoerige conclusie. Aardig detail (voor mij) is dat het eerder genoemde artikel in P&I daarbij wordt aangehaald. Uiteindelijk komt de A-G tot de volgende conclusie:

3.35 Het voorgaande komt samengevat op het volgende neer:
1. Het recht op inzage in stukken omvat alleen de persoonsgegevens die zich daarin bevinden. De aan de betrokkene verstrekte informatie moet echter voor deze begrijpelijk zijn en hem in staat stellen de juistheid van de persoonsgegevens en de rechtmatigheid van de verwerking van die gegevens te controleren. Dat kan er toe nopen dat meer informatie dan alleen de persoonsgegevens moet worden verstrekt. De omstandigheden van het geval zijn hier bepalend.
2. Inzage kan worden gegeven door verstrekking van een kopie of afschrift. Als er een alternatieve wijze is om inzage te verstrekken, zoals het verschaffen van een volledig overzicht van de verwerkte persoonsgegevens, dan volstaat dat. De vorm waarop inzage in persoonsgegevens moet worden gegeven hangt daarom af van de omstandigheden.
3. Op interne memo’s die persoonsgegevens bevatten en in een bestand zijn opgenomen of bestemd zijn om in een bestand te worden opgenomen, is art. 35 Wbp van toepassing. Persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van intern beraad zijn niet als persoonsgegevens aan te merken en vallen om die reden buiten het inzagerecht.

Hoge Raad: artikel 81 RO

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep bij beschikking van 21 december 2018 onder verwijzing naar artikel 81 RO. Dit wetsartikel bepaalt dat indien een "aangevoerde klacht niet tot cassatie kan leiden en niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling", de Hoge Raad kan volstaan met die constatering. 

Hoewel het (dus) onbekend is waarom de Hoge Raad ervoor kiest de klacht af te doen onder verwijzing naar artikel 81 RO, lijkt er voorzichtig geconcludeerd te kunnen worden dat de genuanceerde leer die het Gerechtshof voorstaat door de Hoge Raad onderschreven lijkt te worden.

Conclusie: pas op met slechts een overzicht van persoonsgegevens

Wordt u geconfronteerd met een inzageverzoek? Dan zou het wel eens te beperkt kunnen zijn om slechts een overzicht te verstrekken van de verwerkte persoonsgegevens. Beoordeel ieder verzoek goed en genuanceerd. Heeft u daarbij hulp nodig? Neem dan contact op met mij of een van de collega's uit het privacyteam.