1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. HvJ EG: eerste arrest over merkdepot te kwader trouw

HvJ EG: eerste arrest over merkdepot te kwader trouw

Op 11 juni oordeelde het Hof van Justitie voor de Europese Gemeenschap voor het eerst over de vraag wanneer een merkdepot 'te kwader trouw' is verricht. Wanneer een merkaanvrager (deposant) bij de indiening van een merk (teken) te kwader trouw is, kan het gedeponeerde merk worden nietig verklaard.In het bovengenoemde arrest over chocoladehazen geeft het HvJ EG criteria om uit te maken of een aanvrager op het tijdstip van de aanvraag al dan niet te kwader trouw is. Dat is een primeur.Het HvJ E...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 11 juni 2009
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 11 juni oordeelde het Hof van Justitie voor de Europese Gemeenschap voor het eerst over de vraag wanneer een merkdepot 'te kwader trouw' is verricht. Wanneer een merkaanvrager (deposant) bij de indiening van een merk (teken) te kwader trouw is, kan het gedeponeerde merk worden nietig verklaard.

In het bovengenoemde arrest over chocoladehazen geeft het HvJ EG criteria om uit te maken of een aanvrager op het tijdstip van de aanvraag al dan niet te kwader trouw is. Dat is een primeur.

Het HvJ EG oordeelt - kort gezegd - dat alle relevante factoren op het moment van de indiening van de merkaanvraag beslissend zijn. Relevant kunnen met name zijn:

  • het feit dat de deposant weet of behoort te weten dat een derde in ten minste één lidstaat van de EG eerder een dergelijk teken gebruikte, waardoor verwarring kan ontstaan;

  • het oogmerk van de aanvrager om die derde te beletten van het teken gebruik te maken; en

  • de omvang van de rechtsbescherming die het teken van de derde en het teken dat is aangevraagd genieten.


Óf een merkdepot te kwader trouw is verricht, zal veelal afhangen van het feitelijk kunen bewijzen van de concrete omstandigheden van het geval. Dit was, is en blijft ook na dit arrest zeer relevant.

Joost Becker, advocaat merkenrecht