1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. HvJ EU versterkt positie modelrechthouder

HvJ EU versterkt positie modelrechthouder

In een belangrijk arrest heeft het Europese Hof van Justitie de positie van modelrechthebbenden versterkt. Het Hof geeft een oordeel over de bescherming van het eigen karakter van modellen, en de bewijslast om eigen karakter van modellen aan te tonen.De zaak gaat over een kledingontwerp van Karen Millen Fashions (KMF), een gestreepte bloes (in een blauwe en een steenbruine versie) en een zwarte gebreide top. KMF stelt houdster te zijn van niet-ingeschreven gemeenschapsmodellen met betrekking...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 20 juni 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een belangrijk arrest heeft het Europese Hof van Justitie de positie van modelrechthebbenden versterkt. Het Hof geeft een oordeel over de bescherming van het eigen karakter van modellen, en de bewijslast om eigen karakter van modellen aan te tonen.

De zaak gaat over een kledingontwerp van Karen Millen Fashions (KMF), een gestreepte bloes (in een blauwe en een steenbruine versie) en een zwarte gebreide top. KMF stelt houdster te zijn van niet-ingeschreven gemeenschapsmodellen met betrekking tot deze kledingstukken. Haar vordering strekt met name tot een verbod van gebruik van deze modellen door Dunnes, en tot schadevergoeding. Dunnes stelt dat de kledingstukken niet beschermd zijn, omdat ze eigen karakter missen. Ook stelt Dunnes dat het aan KMF is het eigen karakter te bewijzen.

Voor de toetsing van het eigen karakter van modellen is belissend welke 'algemene indruk' deze wekken ten opzichte van - kort gezegd - eerdere reeds bestaande modellen. De vraag is of bij de toetsing van de algemene indruk die bij diezelfde gebruiker wordt gewekt het model moet worden vergeleken met een of meer, individueel beschouwde, oudere modellen of met een combinatie van afzonderlijke kenmerken van meerdere oudere modellen. Het Hof oordeelt dat het om de eerste soort toetsing gaat, namelijk:
dat bij de beoordeling van het eigen karakter van een model moet worden uitgegaan van een of meer precieze, individueel beschouwde, welbepaalde en omschreven modellen binnen het geheel van eerder voor het publiek beschikbaar gestelde modellen.

Men mag het eisende model dus niet toetsen aan een amalgaam van eerdere reeds bestaande modellen, maar per ouder model moet men toetsen of het eisende model eigen karakter heeft. In het modelrechtelijke arrest van de Hoge Raad inzake Apple/Samsung (r.o. 4.4.) is hierover eerder een soortgelijk oordeel gegeven.

Voor wat betreft de bewijslast, oordeelt het Hof eerst dat het niet ingeschreven gemeenschapsmodel 3 jaar beschermd is. Indien de houder ervan het bewijs levert dat is voldaan aan de voorwaarden van bescherming en bovendien aangeeft in welk opzicht dit model een eigen karakter heeft, dan zijn dergelijke modellen sowieso rechtsgeldig. Er is echter ook een "vermoeden van geldigheid" van modellen. Anders dan Dunnes stelt, worden aan toepassing van dit vermoeden geen hoge eisen gesteld aan de modelhouder.

Van de houder van een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel wordt enkel geëist dat hij aangeeft in welk opzicht dat model een eigen karakter heeft, en hij is niet verplicht om te bewijzen dat het betrokken model een eigen karakter heeft. De houder hoeft dus slechts te omschrijven welk kenmerk of welke kenmerken van zijn model dat model een eigen karakter geven.

De conclusie die uit het arrest getrokken kan worden is dat modellen sneller een eigen karakter hebben, waardoor ze dus sneller te beschermen zijn.

Joost Becker, advocaat modellenrecht