1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. “Ik wil mijn geld terug!” Maar krijgt u dat ook?

“Ik wil mijn geld terug!” Maar krijgt u dat ook?

Het ontbinden van een overeenkomst leidt tot ongedaanmakingsverbintenissen: de contractspartijen moeten de door hen reeds verrichte prestaties ongedaan maken. De afnemer heeft daarbij recht op teruggave van door hem betaalde factuurbedragen en de leverancier op teruggave van de software en een waardevergoeding voor de door hem verrichte werkzaamheden. Die waardevergoeding kan variëren van de reeds gefactureerde bedragen tot nihil. Het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen wat de hoogte...
Leestijd 
Auteur artikel Ernst-Jan van de Pas
Gepubliceerd 21 augustus 2009
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het ontbinden van een overeenkomst leidt tot ongedaanmakingsverbintenissen: de contractspartijen moeten de door hen reeds verrichte prestaties ongedaan maken. De afnemer heeft daarbij recht op teruggave van door hem betaalde factuurbedragen en de leverancier op teruggave van de software en een waardevergoeding voor de door hem verrichte werkzaamheden. Die waardevergoeding kan variëren van de reeds gefactureerde bedragen tot nihil. Het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen wat de hoogte van die waardevergoeding is. Een recent vonnis van de Rechtbank Rotterdam in een klassiek IT-geschil toont aan dat die waardebepaling nog niet zo makkelijk is.

Uitgangspunt waardebepaling
Uitgangspunt bij het bepalen van de hoogte van die waardevergoeding is de vergoeding die in het economische verkeer aan de betreffende prestaties moet worden toegekend. In beginsel zal dit het door de leverancier in rekening gebrachte factuurbedrag zijn. In dat geval vallen de ongedaanmakingsverbintenissen van beide partijen tegen elkaar weg en kan de afnemer dus fluiten naar zijn geld. Dit is echter anders indien de prestaties van de leverancier niet voldoen aan de overeenkomst, wat in IT-geschillen meestal ook de kern van het geschil betreft. In dat geval moet gekeken worden naar de waarde die de desbetreffende prestaties voor de afnemer heeft gehad. Indien die prestaties geen waarde voor hem hebben gehad, kan de waardevergoeding op 0 euro worden bepaald. In dat geval heeft de afnemer dus recht op volledige teruggave van de reeds betaalde bedragen en hoeft hij geen waarde te vergoeden aan de leverancier. Tot zo ver de theorie.

IT-geschil X vs dVision

Het (tussen)vonnis van de Rechtbank Rotterdam van 29 juli jl. laat (onder meer) goed zien hoe een rechter met deze problematiek omgaat. In deze zaak verwijt X aan dVision Automatiseringsbureau B.V. dat de begrote kosten en oplevertijd in aanzienlijke mate zijn overschreden, terwijl er volgens X geen werkend product is opgeleverd. Na diverse pogingen om overeenstemming te bereiken over het ontstane geschil, ontbindt X de overeenkomst in november 2006 en start in maart 2007 een procedure om haar geld terug te vorderen.

Rechtbank gelast deskundigenbericht
De rechtbank oordeelt dat er afgerekend moet worden en gaat praktisch te werk. X heeft recht op terugbetaling van de door haar betaalde bedragen ter grootte van € 631.370,34. Daarop dient de waarde van de prestatie van dVision in mindering te worden gebracht, waarbij de waarde van die prestatie afhangt van de vraag in hoeverre dVision aan haar verplichtingen heeft voldaan. De rechtbank oordeelt vervolgens dat zij op dit punt behoefte heeft aan voorlichting door een deskundige, die moet vaststellen of de prestatie van dVision aan de overeenkomst voldoet. Indien die prestatie gebrekkig zou zijn, wenst zij ook van die deskundige te horen welke waarde die gebrekkige prestatie dan alsnog vertegenwoordigt zodat die waarde in mindering kan worden gebracht op de door de leverancier aan de afnemer terug te betalen factuurbedragen. X zal dan ook nog even geduld moeten hebben voordat duidelijk is of zij haar geld nog terugkrijgt.

Gebruikelijke gang van zaken
Deze gang van zaken is in complexe geschillen over nakoming en ontbinding van overeenkomsten (zoals IT-geschillen) niet ongebruikelijk. Je kunt je echter wel afvragen of in dit soort situatie niet te veel van een deskundige wordt verlangd. Bovendien leidt een dergelijke deskundigenroute tot een aanzienlijke vertraging van de procedure

SGOA als alternatief
In dit licht is het ook nog het overwegen waard om een geschil aan te brengen bij de Stichting Geschiloplossing Organisatie- en Automatiseringgeschillen (SGOA). Dit scheidsgerecht is gespecialiseerd in IT geschillen en hanteert arbitrage reglementen waarin een korte doorlooptijd centraal staat. Het scheidsgerecht bestaat altijd uit een ervaren voorzitter, IT-jurist en IT-deskundige. Mijn ervaring met de SGOA is dat geschillen met een aanmerkelijk kortere doorlooptijd kunnen worden beslecht, mede als gevolg van de reeds aanwezige expertise in het arbitrale panel. Iets om in gedachten te houden bij een eventueel geschil.