1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Illegale hennepteelt: woningcorporatie mag winst afromen

Illegale hennepteelt: woningcorporatie mag winst afromen

Goed nieuws voor woningcorporaties. De Rechtbank 's Gravenhage heeft vorige week geoordeeld dat een woningcorporatie een gerechtvaardigde vordering tot winstontneming heeft op een huurder indien zij schade heeft geleden als gevolg van een illegale hennepkwekerij in de verhuurde sociale woning.
Leestijd 
Auteur artikel Robert Rijpstra MRICS
Gepubliceerd 01 december 2010
Laatst gewijzigd 10 februari 2022

Daarmee volgt de Rechtbank 's Gravenhage de lijn die de Hoge Raad deze zomer heeft uitgezet. Toen oordeelde de Hoge Raad namelijk dat een corporatie die schade lijdt als gevolg van illegale onderverhuur van een sociale huurwoning, de winst van de huurder mag gaan afromen. De Rechtbank 's Gravenhage trekt deze lijn nu door naar illegale hennepteelt. Corporaties – maar waarschijnlijk ook andere verhuurders die met illegale hennepteelt worden geconfronteerd - krijgen met deze uitspraak een extra instrument in handen in hun strijd tegen illegale hennepteelt in sociale woningen.

Schade
Portaal stelt in deze zaak dat zij schade heeft geleden als gevolg van de illegale hennepteelt. Zo leert de ervaring dat de verhuurder na ontmanteling van de hennepkwekerij wordt geconfronteerd met ernstige schade aan de gehuurde woning. Daarnaast heeft Portaal kosten gemaakt door de inzet van medewerkers vanwege de ontmanteling van de hennepkwekerij. De schade is niet nauwkeurig te berekenen. Met een verwijzing naar een wettelijke bepaling die ziet op een vordering tot winstafdracht (artikel 6:104 Burgerlijk Wetboek), vordert Portaal de schade te begroten op de door de huurder behaalde winst uit de illegale hennepteelt

Winstafroming
De rechtbank overweegt dat artikel 6: 104 Burgerlijk Wetboek de rechter een grote mate van vrijheid geeft om, ingeval schadevergoeding is gevorderd, de schade te begroten op het bedrag van de door dit handelen of de wanprestatie genoten winst of op een gedeelte daarvan. Het artikel brengt niet mee dat noodzakelijk is dat concreet nadeel door de benadeelde wordt aangetoond. Voldoende is dat de aanwezigheid van enige (vorm) van schade aannemelijk is. De rechter overweegt echter dat de wijze van schadebegroting als bedoeld in artikel 6:104 Burgerlijk Wetboek niet het doel heeft om de huurder te straffen. De rechter behoort daarom bij de toepassing van dit artikel terughoudendheid in acht te nemen op het moment dat het aannemelijk is dat het door de huurder behaalde financiële voordeel de vermoedelijke omvang van de schade aanmerkelijk te boven gaat. De schade moet dan in beginsel worden begroot op een gedeelte van de winst. Daarbij is niet een bijzondere mate van verwijtbaarheid van het schade toebrengende handelen vereist. Wel mag de rechter aan de mate van verwijtbaarheid gewicht toekennen bij de vraag of hij toepassing geeft aan artikel 6:104 Burgerlijk Wetboek, en zo ja, of hij de schade op het volledige bedrag van de winst zal begroten.

Plukze Wetgeving
De huurder verweert zich onder meer met het standpunt dat het monopolie van winstontneming bij criminele activiteiten bij de Staat ligt door toepassing van de Plukze wetgeving (artikel 36e Wetboek van Strafrecht). Bovendien mag en kan Portaal geen financieel belang hebben bij het succes van criminele activiteiten. De rechter honoreert dit verweer niet. De strafrechtelijke Plukze Wetgeving staat naar het oordeel van de rechter niet aan een civielrechtelijke veroordeling op grond van artikel 6:104 Burgerlijk Wetboek in de weg. Als de illegale winsten uit hennepteelt al op grond van de Plukze Wetgeving zijn ontnomen en de huurder wordt later in een civiele procedure veroordeeld om de schade van de verhuurder te vergoeden, dan kan de veroordeelde huurder zich wenden tot de strafrechter om het oorspronkelijk vastgestelde ontnemingsbedrag aan te passen.

Vorderingen toch afgewezen
Helaas voor Portaal maakt de rechter geen gebruik van haar bevoegdheid om de schade op de voet van artikel 6:104 Burgerlijk Wetboek te begroten. Portaal is namelijk, ondanks het overleggen van een politierapport, niet voldoende geslaagd in haar bewijslast om aan te tonen dat de huurder één of meer keren heeft geoogst. Daarbij speelt onder meer de omstandigheid een rol dat Portaal geen verklaring heeft kunnen geven waarom haar medewerkers bij onderhoudswerkzaamheden in de woning niets gemerkt hebben van een hennepkwekerij. Ook heeft Portaal geen informatie van de stroomleverancier in het geding gebracht waaruit een bijzonder verbruik zou blijken. Tot slot blijkt de daadwerkelijk geleden schade beperkt te zijn.