1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Inbreng van een TBS-pand in de BV; in 2010 nog vrij van overdrachtsbelasting

Inbreng van een TBS-pand in de BV; in 2010 nog vrij van overdrachtsbelasting

Op 1 januari 2011 is het tien jaar geleden dat de Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) is ingevoerd. In dit licht bestaat er in het jaar 2010 een mogelijkheid om een onroerende zaak, die ter beschikking wordt gesteld van een vennootschap, geruisloos voor de heffing van inkomstenbelasting in te brengen in een BV of NV. Deze inbreng is in het jaar 2010 tevens vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De wetgever heeft deze keuze gemaakt voor belastingplichtigen die per 1 januari 2001 automatis...
Leestijd 
Auteur artikel John Wijnmaalen MRICS
Gepubliceerd 25 oktober 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 1 januari 2011 is het tien jaar geleden dat de Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) is ingevoerd. In dit licht bestaat er in het jaar 2010 een mogelijkheid om een onroerende zaak, die ter beschikking wordt gesteld van een vennootschap, geruisloos voor de heffing van inkomstenbelasting in te brengen in een BV of NV. Deze inbreng is in het jaar 2010 tevens vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De wetgever heeft deze keuze gemaakt voor belastingplichtigen die per 1 januari 2001 automatisch met een pand in de tbs-regeling zijn gevallen. Overigens zijn dat niet de enigen die gebruik kunnen maken van de faciliteit.

De doorschuiffaciliteit vinden we terug in art. 3.99a Wet IB 2001. Deze faciliteit maakt het mogelijk om een onroerende zaak in 2010 geruisloos in te brengen in een BV of NV. Ook schulden die met de onroerende zaak samenhangen dienen op dat moment te worden ingebracht. Tegenover de inbreng staat een uitreiking van aandelen in de desbetreffende BV of NV. Wanneer de inbrenger enig aandeelhouder is kan de situatie gerealiseerd worden door een informele kapitaalstorting. Tot slot verbindt de wet nog een voorwaarde aan de positie van de inbrenger ten opzichte van de BV of NV. Hiervan dient men na de inbreng voor minimaal 90% van het totaal geplaatste aandelenkapitaal aandeelhouder te zijn.

Indien de inbreng uiterlijk op 31 december 2010 plaatsvindt, dan is deze op grond van artikel 15 lid 1 sub z van de Wet op belastingen van rechtsverkeer vrij van overdrachtsbelasting. De terbeschikkingstelling moet wel voor 1 september 2009 begonnen zijn. Daarnaast moet de vorm voldoen aan de omschrijving vermeld in art. 3.92 Wet IB 2001. Het tijdstip van inbreng moet liggen in 2010. De BV of NV dient de onroerende zaak vervolgens in ieder geval voor drie jaar in bezit te houden. Of dit dezelfde BV of NV is aan die de onroerende zaak ter beschikking wordt gesteld doet niet ter zake. Ook is het geen vereiste dat de BV of NV in de huidige status een onderneming drijft. Voor wat betreft het belang dat de inbrenger in de BV of NV verkrijgt geldt een minimumtermijn van ten minste drie jaar.
 
Het gebruik maken van de bovenstaande voordelen kan interessant zijn. Na 2010 vervalt deze mogelijkheid. Wanneer u de keuze voor inbreng overweegt dan is een snelle beslissing dus wenselijk.