1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Inburgering “Buitenleven” in Nederland onvoldoende

Inburgering “Buitenleven” in Nederland onvoldoende

De ANWB brengt sedert 2002 een tijdschrift op de markt onder de naam “Buitenleven”. Vanaf 2007 geeft Media Mij in haar “Welke”-serie een tijdschrift uit onder de naam “Welke Buitenleven”. De titels van de tijdschriften beschrijven de inhoud ervan.ANWB was niet gelukkig met dit nieuwe tijdschrift in de “Welke”-serie. In kort geding heeft ANWB haar beeldmerk “Buitenleven” tegen Media Mij ingeroepen en een verbod tot verdere publicatie van “Welke Buitenleven” gevorderd.De rechter Amsterdam heeft...
Leestijd 
Auteur artikel Jaap Kronenberg (uit dienst)
Gepubliceerd 11 november 2009
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De ANWB brengt sedert 2002 een tijdschrift op de markt onder de naam “Buitenleven”. Vanaf 2007 geeft Media Mij in haar “Welke”-serie een tijdschrift uit onder de naam “Welke Buitenleven”. De titels van de tijdschriften beschrijven de inhoud ervan.

BuitenlevenANWB was niet gelukkig met dit nieuwe tijdschrift in de “Welke”-serie. In kort geding heeft ANWB haar beeldmerk “Buitenleven” tegen Media Mij ingeroepen en een verbod tot verdere publicatie van “Welke Buitenleven” gevorderd.

De rechter Amsterdam heeft de vorderingen van de ANWB toegewezen op grond van merkinbreuk. Media Mij is in hoger beroep gegaan. Het Hof Amsterdam  oordeelde in een arrest van 3 november 2009 geheel anders.

Volgens het Hof is er geen sprake van merkinbreuk. Het dominerende bestanddeel in het beeldmerk “Buitenleven” van de ANWB is het woord “buitenleven”. Dat bestanddeel heeft volgens het Hof onvoldoende onderscheidend vermogen voor de merkenrechtelijke bescherming. Het woord “buitenleven” beschrijft de kenmerken van de waren waarvoor het merk is ingeschreven (onder meer tijdschriften). De vormgeving van het woordbestanddeel in het beeldmerk van de ANWB biedt wel merkenrechtelijke bescherming. Media Mij heeft echter het woord “buitenleven” in haar titel zodanig anders vormgegeven dat er geen inbreuk is.

De ANWB stelt nog dat het woordelement “Buitenleven” onderscheidend vermogen heeft verkregen door inburgering. Volgens het Hof van Justitie van de EG moet de inburgering worden aangetoond in een aanzienlijk deel van de betrokken kringen in het gehele Nederlandstalige gebied van de Benelux. Het Hof van Justitie gaf echter niet aan of bewijs van inburgering in één van de lidstaten van de Benelux zou volstaan.

De ANWB kon alleen bewijs leveren van merkgebruik in Nederland. Het Hof Den Haag (pdf) heeft recent overwogen dat inburgering alleen in Nederland voldoende zou kunnen zijn. De ANWB zal hieruit hoop hebben geput.

Het Hof Amsterdam oordeelt nu echter dat bewijs van inburgering alleen in Nederland onvoldoende is. Volgens het Hof moet inburgering aangetoond worden bij een aanzienlijk deel van het betrokken publiek in het Nederlandstalige gebied verspreid over meerdere lidstaten van de Benelux. Het Hof Amsterdam en het Hof Den Haag lijken hier dus verschillend over te denken.