1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Informatieplicht jegens kleinverbruikers

Informatieplicht jegens kleinverbruikers

Op energieleveranciers en netbeheerders rust een vergaande informatieplicht indien zij een contract sluiten met kleinverbruikers. Dat een schending van deze informatieplicht vervelende consequenties kan hebben, blijkt uit een recent arrest van het gerechtshof Arnhem (gerechtshof Arnhem, 29 maart 2011, LJN: BQ0185). Het gerechtshof Arnhem heeft een contract -op basis waarvan Energiedirect al vier jaar lang gas en elektriciteit leverde aan een kleinverbruiker- vernietigd, omdat Energiedirect vo...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 03 augustus 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op energieleveranciers en netbeheerders rust een vergaande informatieplicht indien zij een contract sluiten met kleinverbruikers. Dat een schending van deze informatieplicht vervelende consequenties kan hebben, blijkt uit een recent arrest van het gerechtshof Arnhem (gerechtshof Arnhem, 29 maart 2011, LJN: BQ0185). Het gerechtshof Arnhem heeft een contract -op basis waarvan Energiedirect al vier jaar lang gas en elektriciteit leverde aan een kleinverbruiker- vernietigd, omdat Energiedirect volgens het gerechtshof bij het sluiten van het contract haar informatieplicht had schonden.

Wettelijke bepaling
Ingevolge artikel 95m Elektriciteitswet 1998 en artikel 52b Gaswet rust op leveranciers en netbeheerders een, ten opzichte van het Burgerlijk Wetboek aanvullende, informatieplicht indien zij contracteren met kleinverbruikers. De voorwaarden die leveranciers en netbeheerders hanteren dienen transparant, eerlijk en vooraf bekend te zijn. De voorwaarden moeten daarbij in ieder geval voor het sluiten van de overeenkomst aan de afnemer worden verstrekt. Verder moeten de voorwaarden zijn gesteld in een duidelijke en begrijpelijke taal. Bij schending van deze informatieplicht kan de afnemer de overeenkomst vernietigen.

Niet alleen consumenten
De regeling is opgenomen in de paragraaf ‘Consumentenbescherming’. De toepasselijkheid is echter niet beperkt tot consumenten. Alle kleinverbruikers kunnen een beroep doen op deze wettelijke bescherming. Een afnemer van elektriciteit geniet derhalve deze bescherming indien hij beschikt over een aansluiting met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80 A (artikel 95a lid 1 Elektriciteitswet 1998) en een afnemer van gas indien hij beschikt over een aansluiting met een totale maximale capaciteit van ten hoogste 40m3(n) per uur (artikel 43 lid 1 Gaswet).

Richtsnoeren
Hoe ver reikt de informatieplicht? De Raad van Bestuur van de NMa heeft in de ‘Richtsnoeren NMa Informatieverstrekking aan consumenten 2010’ een invulling gegeven aan deze informatieplicht. In de richtlijn staat welke informatie er door de leveranciers moet worden verstrekt, hoe deze informatie moet worden verstrekt en wanneer deze informatie moet worden verstrekt.

Verjaringstermijn
In de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet is niet geregeld binnen welke termijn de afnemer het contract moet vernietigen. Dat betekent dat de algemene regels van het Burgerlijk Wetboek bepalend zijn. Uit artikel 3:52 lid 1 onder d BW volgt dat een vordering van de afnemer tot vernietiging van het contract verjaart, drie jaar nadat de afnemer een beroep kan doen op de vernietigingsgrond. De afnemer heeft dus in principe drie jaar de tijd om het contract te vernietigen. In een juridische procedure kan echter te allen tijde een beroep worden gedaan op een vernietigingsgrond, ter afwering van een op het contract steunende vordering (artikel 51 lid 3 BW). Indien een leverancier in een procedure bijvoorbeeld betaling vordert van openstaande facturen, kan een afnemer dus ook na het verstrijken van die drie jaar een beroep doen op de vernietigingsgrond. Leveranciers en netbeheerders die hun informatieplicht schenden, lopen derhalve jaren na het sluiten van het contract nog steeds het risico dat het contract door een rechter wordt vernietigd.

Gevolgen vernietiging
Vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop het contract is gesloten (artikel 3:53 lid 1 BW). Dat betekent dat achteraf de titel ontbreekt voor de reeds door de afnemer betaalde facturen. Er is echter wel energie geleverd en getransporteerd. Dat kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Leveranciers en netbeheerders doen er daarom verstandig aan de rechter te vragen aan een eventuele vernietiging geheel of ten dele haar werking te ontzeggen (artikel 3:53 lid 2 BW). De rechter kan bijvoorbeeld de terugerkende kracht beperken, zodat de reeds betaalde bedragen niet onverschuldigd zijn betaald.

Ongerechtvaardigde verrijking
Indien het contract wordt vernietigd, dan betekent dat niet dat de afnemer niets voor de geleverde en getransporteerde energie hoeft te betalen. De leverancier of de netbeheerder kan in dat geval een beroep doen op ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 BW). Een vergoeding op grond van deze bepaling kent echter drie plafonds. De vergoeding gaat niet verder dan het bedrag waarvoor de afnemer is verrijkt. Ook gaat de vergoeding niet verder dan het bedrag waarvoor de leverancier of netbeheerder is verarmd. Tenslotte is een derde grens gelegen in de redelijkheid. De rechter heeft de mogelijkheid om alle omstandigheden van het geval te wegen en kan dus een lagere vergoeding toekennen. Schending van de informatieplicht kan daarbij reden zijn om de vergoeding te matigen (Hof Arnhem, 29 maart 2011, LJN: BQ0185).