1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Inhoud aanzegging en/of besluit bestuursdwang niet van belang voor kostenverhaal

Inhoud aanzegging en/of besluit bestuursdwang niet van belang voor kostenverhaal

In opdracht van de gemeente Den Haag zijn tussen 11 en 19 december 2002 in één doorlopende actie en met de inzet van politie en ME woonwagens verhuisd. Ter verhaal van de kosten van de uitgevoerde bestuursdwang is een dwangbevel uitgevaardigd waartegen één van de bewoners verzet instelt. De bewoner stelt zich op het standpunt dat de gemeente uitsluitend de kosten voor het verplaatsten van zijn woonwagen in rekening zou mogen brengen en dus niet (naar rato) de meerkosten die de gemeente heeft...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 07 september 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In opdracht van de gemeente Den Haag zijn tussen 11 en 19 december 2002 in één doorlopende actie en met de inzet van politie en ME woonwagens verhuisd. Ter verhaal van de kosten van de uitgevoerde bestuursdwang is een dwangbevel uitgevaardigd waartegen één van de bewoners verzet instelt. De bewoner stelt zich op het standpunt dat de gemeente uitsluitend de kosten voor het verplaatsten van zijn woonwagen in rekening zou mogen brengen en dus niet (naar rato) de meerkosten die de gemeente heeft gemaakt omdat zij alle woonwagens in één doorlopende actie wilde verplaatsen. Verder had de bewoner schadevergoeding gevorderd van de schade die bij de verhuizing is toegebracht aan zijn woonwagen. In de uitspraak van 8 juli 2011 (LJN: BQ4372) heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over deze zaak.

De Hoge Raad overweegt dat artikel 5:25 Awb van toepassing is. Dit houdt in dat de kosten voor toepassing van bestuursdwang voor rekening van de overtreder komen tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijne laste behoren te komen. Van dit laatste kan sprake zijn indien de aangeschreve geen verwijt valt te maken ten aanzien van de ontstane situatie of indien bij de ongedaan maken van de strijdige situatie het algemeen belang in die mate is betrokken, dat moet worden geoordeeld dat de kosten in redelijkheid niet of niet geheel voor rekening van de aangeschreve zouden moeten komen. Daarnaast dient te worden afgewogen of in de hoogte van de kosten aanleiding zou moeten worden gezien om daar geheel of gedeeltelijk van af te zien. De Hoge Raad overweegt dat bij het bepalen van de wijze waarop toepassing aan aangezegde bestuursdwang wordt gegeven, het betrokken bestuursorgaan grote beleidsvrijheid toekomt, binnen de grenzen van evenredigheid en proportionaliteit.

Het Hof had het verzet gegrond verklaard met als argument dat de aanzegging van de bestuursdwang, danwel het bestuursdwangbesluit, de omvang van de verhaalbare kosten bepaalt en dat de gemeente, nu zij geen groepsaanzegging heeft doen uitgaan, de meerkosten van de gekozen doorlopende actie niet op de bewoner kan verhalen. Dit oordeel is volgens de Hoge Raad onjuist. De inhoud van de aanzegging of van het besluit is niet van belang voor de vraag of de redelijkheid meebrengt dat niet alle gemaakte kosten op de overtreder worden verhaald.

Verder had de gemeente zich op het standpunt gesteld dat de bewoner geen belang meer had bij zijn vordering tot schadevergoeding, nadat zijn woonwagen na de verhuizing is gesloopt. Het Hof heeft in het door de gemeente gestelde geen aanleiding gezien om de schade niet abstract te begroten. Dit geeft volgens de Hoge Raad geen blijkt van een onjuiste rechtsopvatting, ook niet in het licht van de latere sloop, en kan als verweven met waarderingen van feitelijke aard niet in juistheid worden onderzocht.