1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Instapweigering door herverkoop stoelen komt voor rekening van de luchtvaartmaatschappij

Instapweigering door herverkoop stoelen komt voor rekening van de luchtvaartmaatschappij

Inmiddels geniet EG-verordening 261/2004 grote bekendheid bij eenieder die weleens in het vliegtuig is stapt en hierbij vertraging heeft opgelopen of wiens vlucht zelfs helemaal geannuleerd werd. Deze Verordening geeft passagiers onder omstandigheden recht op financiële compensatie. Sinds de inwerkingtreding zijn er vele onderdelen van deze Verordening nader uitgelegd en ingevuld door (Europese) rechtspraak. Op 4 oktober 2012 heeft het Europees Hof van Justitie uitspraak gedaan inzake enkele...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 27 februari 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Inmiddels geniet EG-verordening 261/2004 grote bekendheid bij eenieder die weleens in het vliegtuig is stapt en hierbij vertraging heeft opgelopen of wiens vlucht zelfs helemaal geannuleerd werd. Deze Verordening geeft passagiers onder omstandigheden recht op financiële compensatie. Sinds de inwerkingtreding zijn er vele onderdelen van deze Verordening nader uitgelegd en ingevuld door (Europese) rechtspraak. Op 4 oktober 2012 heeft het Europees Hof van Justitie uitspraak gedaan inzake enkele prejudiciële vragen die gesteld waren over het begrip “instapweigering” zoals dit is opgenomen in de Verordening.

Instapweigering wordt in artikel 2 sub J van de Verordening gedefinieerd als de weigering om passagiers op een vlucht te vervoeren, ook al zijn zij in het bezit van een bevestigde boeking en hebben zij zich tijdig bij de incheckbalie gemeld. Als dit het geval is, hebben passagiers recht op financiële compensatie varierend van € 125,- tot € 600,-. Een instapweigering levert geen grond op voor financiële compensatie als deze op redelijke gronden heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld vanwege redenen die te maken hebben met gezondheid, veiligheid of beveiliging, of ontoereikende reisdocumenten.

In de uitspraak van 4 oktober 2012 hadden de betrokken passagiers een vlucht geboekt van A Coruña (Spanje) naar Santo Domingo, een vlucht met een overstap in Madrid. Bij het inchecken voor het eerste deel van de reis hebben de passagiers direct voor het tweede deel ingecheckt en hiervoor ook de instapkaarten ontvangen. De eerste vlucht liep een vertraging op van 1 uur en 25 minuten. Omdat de luchtvaartmaatschappij er vanwege de vertraging vanuit ging dat de passagiers hun aansluitende vlucht niet meer zouden halen, had zij de instapkaarten hiervoor geannuleerd. De geboekte plaatsen werden vervolgens toegewezen aan andere passagiers. Tegen de verwachting van de luchtvaartmaatschappij in, meldden de passagiers zich toch net op tijd bij de gate. Zij werden echter niet meer toegelaten tot de vlucht. Pas de volgende dag werden zij naar hun eindbestemming vervoerd, waar zij uiteindelijk met een vertraging van 27 uur aankwamen.

De vraag die het Europees Hof beantwoord heeft, is de vraag of een geval zoals hierboven omschreven gekwalificeerd kan worden als een instapweigering. Als dat zo is, dan betekent dit dat de betrokken passagiers recht hebben op financiële compensatie.

Volgens het Hof heeft de wetgever een ruime betekenis toegekend aan het begrip ‘instapweigering’, die verder gaat dan enkel het geval van een overboeking van een vlucht. Een instapweigering wegens operationele redenen kan niet worden geacht op redelijke gronden te zijn gebaseerd, waardoor er in het onderhavige geval sprake is van een instapweigering en de passagiers derhalve recht hebben op financiële compensatie.

In de zaak waar deze uitspraak op ziet, stond vast dat de passagiers zich tijdig hebben gemeld bij de gate. Naar Nederlands recht is het aan de passagier om te bewijzen dat zij tijdig aanwezig waren, zowel bij de incheckbalie als bij de gate. De ervaring leert echter dat de bewijslast hiervan zwaar kan zijn. Zo is het geval bekend van passagiers die, in een casus gelijk aan deze zaak, in de gate naar het vliegtuig zijn teruggestuurd waarna hun instapkaarten werden verscheurd. Het vliegtuig stond nog aan de gate, deze was nog open maar toch mochten de passagiers niet meer mee. Ook hun plaatsen waren verkocht aan nieuwe passagiers. De rechter oordeelde echter dat niet bewezen was dat de passagiers op tijd waren. Het  uitgebreid documenteren van de situatie door middel van foto’s zou hierbij kunnen helpen, iets dat de toekomst wellicht nog eens zal uitwijzen.

Door Christien Beernink, advocaat Ondernemingsrecht