1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. JESSICA en staatssteun gaan goed samen (1)

JESSICA en staatssteun gaan goed samen

Op 13 juli 2011 heeft de Europese Commissie besloten dat de investeringen (equity) in stadsvernieuwingprojecten die het Verenigd Koninkrijk via een JESSICA Holding Fonds mogelijk wilde maken in overeenstemming zijn met de staatssteunregels. JESSICA staat voor Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas en is een programma van de Europese Commissie dat als doel heeft het stimuleren van duurzaam investeren en het vergroten van de werkgelegenheid in stedelijke gebieden in de...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 28 oktober 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 13 juli 2011 heeft de Europese Commissie besloten dat de investeringen (equity) in stadsvernieuwingprojecten die het Verenigd Koninkrijk via een JESSICA Holding Fonds mogelijk wilde maken in overeenstemming zijn met de staatssteunregels.

JESSICA staat voor Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas en is een programma van de Europese Commissie dat als doel heeft het stimuleren van duurzaam investeren en het vergroten van de werkgelegenheid in stedelijke gebieden in de EU. Steden kunnen via JESSICA ontwikkelingsfondsen opzetten. De fondsen zijn niet bedoeld als subsidie, maar als een lening of als investering. Daardoor kunnen de fondsen blijven circuleren. De leningen en investeringen kunnen worden gebruikt voor stedelijke ontwikkeling, inclusief sociale woningbouw.

De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hadden onder de naam Northwest Urban Investment Fund (NWUIF) een JESSICA Holding Fonds opgezet. Het was de bedoeling dat het NWUIF via zogenaamde Urban Development Fondsen (UDF’s) zou gaan investeren in stadsvernieuwingsprojecten. Deze voorgenomen steunregeling werd door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk bij de Europese Commissie gemeld.

In een beschikking van maar liefst 62 pagina’s beschrijft de Europese Commissie uitvoerig de werkwijze van het NWUIF alvorens na te gaan of er sprake is van staatssteun. Omstandig toetst de Europese Commissie de voorgenomen investeringen in stadsvernieuwingsprojecten aan de staatssteuncriteria:

  1. Het NWUIF zou staatsmiddelen gaan gebruiken om via de UDF’s te investeren in stadsvernieuwingsprojecten. Het ging immers om EFRO-gelden aangevuld met nationale middelen.

  2. De investeringen door het NWUIF leveren volgens de Europese Commissie op het niveau van de stadvernieuwingsprojecten een economisch voordeel op, omdat marktpartijen niet bereid zouden zijn dezelfde investering te doen.

  3. Het economische voordeel komt volgens de Europese Commissie ten goede aan enkele ondernemingen, namelijk de private investeerders in de UDF’s.

  4. De Europese Commissie gaat ervan uit dat de voorgenomen investeringen de mededinging kan vervalsen en de interstatenhandel negatief kan beïnvloeden. Door het voordeel dat de private investeerders in de UDF’s verkrijgen, wordt hun positie ten opzichte van hun concurrenten op de Europese markt voor projectontwikkeling mogelijk versterkt.


Hoewel de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hadden verzocht om de voorgenomen steunregeling rechtstreeks aan artikel 107 lid 3 sub c VWEU te toetsen, gaat de Europese Commissie eerst na of de steunregeling past in een of meerdere kaderregelingen en richtsnoeren:

Hoewel sommige individuele projecten onder een van de genoemde kaderregelingen of richtsnoeren zou kunnen vallen, kan de Europese Commissie niet uitsluiten dat er projecten zullen zijn die er niet onder vallen. Daarom moet de voorgenomen steunregeling rechtstreeks aan artikel 107 lid 3 sub c VWEU worden getoetst. De Europese Commissie onderzoekt vervolgens minutieus of de steunregeling de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën vergemakkelijkt en of de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt door de betreffende steunregeling niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

  • De steunregeling heeft als doel duurzame stadsvernieuwing mogelijk te maken. Dit is volgens de Europese Commissie duidelijk een doel van algemeen belang.

  • De steunregeling is ook zodanig opgezet dat de duurzame stadsvernieuwing ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd. De efficiëntie van de markt wordt immers vergroot, omdat marktfalen worden aangepakt. Bovendien worden door de stadsvernieuwing sociaal-economische achterstanden aangepakt.

  • Er zijn volgens de Europese Commissie geen andere minder ingrijpende instrumenten om duurzame stadsvernieuwing te realiseren, zodat de steunregeling het juiste middel om het gestelde doel te bereiken.

  • Het bestaan van marktfalen of het bestrijden van sociaal-economische achterstanden zijn volgens de Europese Commissie noodzakelijk om steunverlening mogelijk te maken, maar niet voldoende. De steunregeling moet ook daadwerkelijk een stimulerend effect hebben. Dit blijkt het geval te zijn. Er wordt uitsluitend geïnvesteerd in efficiënte projecten die niet in staat private investeerders te trekken. Ook is de steunregeling zo opgezet dat het gedrag van marktpartijen wordt veranderd.

  • De steunregeling moet proportioneel zijn in relatie tot het nagestreefde doel. Hiervan is sprake als het zelfde doel niet kan worden bereikt met minder steun en minder verstoring. Ook hiervan blijkt sprake. Per project wordt er niet meer dan ₤ 6 miljoen door de UDF’s geïnvesteerd, terwijl private investeerders minstens 50% van de totale projectkosten voor hun rekening moeten nemen. Verder moeten de private investeerders door middel van een aanbestedingsprocedure worden geselecteerd. Indien van toepassing moet de aanbestedingsrichtlijn voor werken, leveringen en diensten worden gevolgd. De wijze waarop de fondsmanagers zijn geselecteerd, garandeert volgens de Europese Commissie dat er gezonde economische investeringsbeslissingen worden genomen.

  • De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben toegezegd dat zij investeringen in grote projecten, thans projecten groter dan € 50 miljoen, apart zullen worden genotificeerd. Daarnaast zullen de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk jaarlijks verslag uitbrengen over de naleving van de staatssteunregels.

  • Voor wat betreft het effect op de interstatelijke handel en de mededinging, komt de Europese Commissie tot slot tot de conclusie dat er inderdaad problemen zijn, maar dat die problemen geen grote invloed zullen hebben op het goed functioneren van de interne markt en evenmin significante ongelijkheden zullen veroorzaken tussen ondernemingen die in de verschillende lidstaten zijn gevestigd.
    De Europese Commissie komt daarom tot de conclusie dat de steunregeling verenigbaar is met interne markt.


Op 19 oktober 2011 heeft de Europese Commissie een besluit genomen over het Andalucía JESSICA Holding Fund. Dit besluit is tot op heden nog niet gepubliceerd.