1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Kabel- en leidingschade. Twijfel bij de Klic-tekening

Kabel- en leidingschade. Twijfel bij de Klic-tekening

Een grondroerder is op grond van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: “WION”) gehouden om voorafgaand aan graafwerkzaamheden een graafmelding te doen (de Klic-melding). Als er uit de verkregen Klic-tekening niet blijkt dat er kabels en/of leidingen in het graaftracé aanwezig zijn en er wordt tijdens het graven toch een kabel of leiding geraakt, is de grondroerder dan tegenover de netbeheerder toch aansprakelijk voor de schade?InleidingEen grondroerder is op grond van de...
Leestijd 
Auteur artikel Sebastiaan van de Kant (uit dienst)
Gepubliceerd 02 april 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een grondroerder is op grond van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: “WION”) gehouden om voorafgaand aan graafwerkzaamheden een graafmelding te doen (de Klic-melding). Als er uit de verkregen Klic-tekening niet blijkt dat er kabels en/of leidingen in het graaftracé aanwezig zijn en er wordt tijdens het graven toch een kabel of leiding geraakt, is de grondroerder dan tegenover de netbeheerder toch aansprakelijk voor de schade?

Inleiding
Een grondroerder is op grond van de WION verplicht zorgvuldig te graven. Deze zorgvuldigheid is tweeledig. Ten eerste moet de grondroerder een Klic-melding doen bij het Kadaster waarna de grondroerder een Klic-tekening krijg waarop alle kabels en leidingen die zich binnen het graaftracé bevinden zijn ingetekend. Ten tweede moet de grondroerder de ingetekende kabels en leidingen op de graaflocatie traceren. Dit gebeurt onder andere door het graven van proefsleuven en het steken in de grond met houten spaanders. Als de kabels eenmaal zijn gelokaliseerd, gemarkeerd en veilig zijn gesteld heeft de grondroerder in de regel voldaan aan zijn zorgplicht richting de netbeheerder.

Het intekenen
Ter voorkoming van graafschades is er in artikel 6 en artikel 10 van de WION de plicht opgenomen voor netbeheerders om hun kabels en leidingen aan te geven en in te tekenen. Dit intekenen is nog lang niet overal gebeurd. Uit de evaluatie van de WION (de WION is ingevoerd in 2008 en moet op grond van artikel 51 WION binnen vijf jaar worden geëvalueerd) blijkt dat de aangeleverde liggingsinformatie in ongeveer 40% van de gevallen niet volledig of correct is, bijvoorbeeld omdat er meer leidingen zijn dan is ingetekend of omdat leidingen ontbreken. Hiervoor worden de volgende redenen genoemd:

-          In de jaren ’60 en ’70 werd geen goede registratie bijgehouden, dat was toen nog niet verplicht;
-          Kaartmateriaal is verloren gegaan bij de vele fusies en overnames in de branche;
-          Sommige gemeenten hebben een behoorlijke achterstand bij het intekenen van riolen en hemelwaterafvoeren;
-          Netbeheerders zijn soms afhankelijk van topografisch materiaal alvorens een revisie te kunnen doorvoeren.

Gezien het bovenstaande heeft zowel een grondroerder een zorgvuldigheidsplicht (het doen van een Klic-melding als het feitelijk lokaliseren) als een netbeheerder (het in kaart brengen van haar kabels en leidingen en deze informatie actualiseren). De vraag welke zorgvuldigheidsplicht zwaarder weegt zorgt voor veel discussie.

De casus
Recentelijk heeft het hof Arnhem-Leeuwarden moeten oordelen over een graafschade-kwestie. De casus was als volgt.

Particulier A heeft aan hoofdaannemer X de opdracht gegeven om een aanbouw voor zijn privéwoning te realiseren. X heeft tijdens de werkzaamheden geconstateerd dat het peil van de grondwaterstand vrij hoog was. X heeft geoordeeld dat het noodzakelijk was voor de uitvoering van de bouwwerkzaamheden om heipalen te slaan. X heeft onderaannemer Y ingeschakeld voor de heiwerkzaamheden. Y is met de heiwerkzaamheden aangevangen zonder dat er een Klic-melding was gedaan (zowel X als Y heeft nagelaten een Klic-melding te doen). De werkzaamheden werden afgerond.

Drie jaar na afronding van de bouwwerkzaamheden kwam de gemeente er achter, die lokale riolering in beheer heeft, dat het riool op de locatie van de woning van A is verstopt. Deze verstopping is het gevolg van de bovengenoemde bouwwerkzaamheden. De gemeente heeft een bypass van het riool moeten realiseren. De kosten voor de bypass wenst de gemeente op X in haar hoedanigheid van hoofdaannemer te verhalen. X heeft vervolgens alsnog een Klic-melding gedaan. Op de Klic-tekening die X kreeg stond het riool niet ingetekend.

De vordering van de gemeente wordt in eerste aanleg en in hoger beroep afgewezen. Het hof oordeelt dat de gemeente schade heeft geleden die als onrechtmatig is aan te merken. Deze schade is, uitzonderingen daargelaten, toe te rekenen aan een partij die heeft nagelaten een Klic-melding te doen. Het doen van een Klic-melding is bij uitstek een plicht die de grondroerder heeft. Het hof oordeelt dat deze plicht niet ook op hoofdaannemers rust. Voor een dergelijke uitbreiding van de aansprakelijkheid is volgens het hof geen wettelijke grondslag aanwezig. Nu de gemeente enkel X heeft gedagvaard, en niet Y als feitelijke grondroerder, werd de vordering van de gemeente afgewezen nu X geen plicht had om een Klic-melding te doen. Ook de vordering op grond van artikel 6:171 BW werd afgewezen nu de gemeente had nagelaten aan te geven wat de fout van Y was waar X jegens de gemeente voor aansprakelijk zou moeten zijn. De gemeente moet haar eigen schade dragen.

Op de procedure valt nog wel het een en ander aan te merken. Zo kan bijvoorbeeld worden afgevraagd waarom Y niet ook werd gedagvaard, waarom er niet is aangevoerd dat de fout van Y ziet op het nalaten van het doen van een Klic-melding en dus een overtreding is van artikel 2 WION, of er door X aan Y mededeling zijn gedaan waardoor Y er op mocht vertrouwen dat er veilig geheid kon worden en of er geen andere grondslag aanwezig is voor aansprakelijkheid van X. Nu draagt de gemeente haar schade immers zelf. De vraag die hier echter wordt gesteld is een hypothetische: hoe zou de uitkomst zijn geweest in de situatie dat Y voorafgaand aan de werkzaamheden wél een Klic-melding had gedaan, uit de Klic-tekening niet bleek dat er een riool aanwezig was en de gemeente Y wél hoofdelijk had gedagvaard? In die situatie was Y misschien alsnog vrijuit gegaan op grond van het volgende.

Mogen vertrouwen
Een grondroerder heeft de plicht om de ingetekende kabels en leidingen te lokaliseren. Als er in de Klic-tekening geen kabels of leidingen zijn ingetekend valt er in beginsel niks te lokaliseren en  mag een grondroerder vertrouwen op die informatie. De grondroerder moet daarbij wel acht slaan op uiterlijke kenmerken ter plaatse waaruit de aanwezigheid van een kabel of leiding min of meer naar voren komt. Als een grondroerder twijfelt, bijvoorbeeld omdat er geen kabels zijn ingetekend op een locatie waar wel een elektriciteitskast wordt aangetroffen, dan moet hij navraag doen.

Het is nog maar de vraag of in bovengenoemde kwestie Y had mogen vertrouwen op de Klic-tekening. De bouwwerkzaamheden vonden plaats aan een privéwoning. Het is een feit van algemene bekendheid dat een woning is aangesloten op het riool.

Conclusie
Grondroerders en de netbeheerders hebben op grond van de WION beide een zorgvuldigheidsplicht. Welke zorgvuldigheidsplicht zwaarder weegt zal van geval tot geval verschillen. Het is daarbij zaak voor een grondroerder om tijdig een Klic-melding te doen, de Klic-tekening goed te bestuderen, de op de tekening ingetekende kabels en/of leidingen feitelijk te lokaliseren en op locatie acht te slaan op uiterlijke kenmerken die een indicatie kunnen vormen voor (niet ingetekende) kabels of leidingen. Het is voor netbeheerders zaak om de kaarten zo actueel mogelijk te houden. Revisies zullen met enige spoed moeten worden doorgevoerd. Met een kabel of leiding die niet is ingetekend kan men immers ook geen rekening houden.

Peter van Huizen en Sebastiaan van de Kant