1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Latere overeenkomst doet niet af aan verplichting tot vaststelling van een exploitatieplan

Latere overeenkomst doet niet af aan verplichting tot vaststelling van een exploitatieplan

In de Afdelingsuitspraak d.d. 18 augustus 2010 (LJN: BN4256) over een bestemmingsplan van de gemeente Midden-Delfland was niet in geschil dat de verplichting tot kostenverhaal uitsluitend de mogelijke kosten van onteigening van de strook grond van belanghebbenden kon betreffen. Weliswaar was over het verhaal van deze kosten inmiddels een exploitatieovereenkomst gesloten, maar deze dateerde van na de vaststelling van het bestemmingsplan. Ten tijde van het besluit tot vaststelling van het beste...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 23 augustus 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In de Afdelingsuitspraak d.d. 18 augustus 2010 (LJN: BN4256) over een bestemmingsplan van de gemeente Midden-Delfland was niet in geschil dat de verplichting tot kostenverhaal uitsluitend de mogelijke kosten van onteigening van de strook grond van belanghebbenden kon betreffen. Weliswaar was over het verhaal van deze kosten inmiddels een exploitatieovereenkomst gesloten, maar deze dateerde van na de vaststelling van het bestemmingsplan.

Ten tijde van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan was het kostenverhaal dus niet verzekerd, zodat het besluit om geen exploitatieplan vast te stellen in strijd was met art. 6.12 Wro. De Afdeling zag wel aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten, omdat het in dit geval uitsluitend om de mogelijke onteigeningskosten van een klein strookje grond betrof en het verhaal van die kosten gelet op de overeenkomst alsnog was verzekerd.
N.B. Een interessante overweging in deze uitspraak is nog dat eigendomsverhoudingen uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet van doorslaggevende betekenis zijn. Slechts indien privaatrechtelijke verhoudingen van een dusdanig evident belemmerende aard zijn dat in verband daarmee de realisering van het bestemmingsplan binnen de planperiode niet aannemelijk is, kan hieraan betekenis toekomen.