Pleegt men merkinbreuk door een opschrift op kleding te gebruiken? Die vraag is aan de orde in het geschil tussen Jeans Centre en H&M, waarin de Rechtbank Amsterdam recentelijk uitspraak deed.
Retailorganisatie Jeans Centre is houdster van het woordmerk CHIEF, ingeschreven voor kledingstukken. H&M biedt via haar (web)winkel sweaters aan met daarop het woord CHIEF. Op dat shirt staan ook een indianenopperhoofd en het getal 17 vermeld. De vraag is of dat afdoet aan het gebruik van het met het merk overeenstemmende teken CHIEF. De Rechtbank oordeelt van niet. Het woord CHIEF neemt (naast het indianenhoofd en het getal 17) een visueel dominerende plaats in als bovenste teken op de sweater. De rechtbank oordeelt daarom dat sprake is van merkinbreuk:
"dat het teken "chief" op de sweater een visueel dominerende plaats inneemt. Het teken "chief" is immers als bovenste teken op de sweater geplaatst. doordat de andere tekens daaronder zijn geplaatst, staat het teken "chief" daarmee los van de afbeelding van het indianenopperhoofd en ook geheel los van het als derde element op de sweater aanwezige cijfer "17". Het teken "chief" neemt aldus op de sweater een zelfstandig te onderscheiden plaats in."
Omdat het teken chief een woord is zal het ook als eerste worden waargenomen, aldus de rechtbank. Daarmee zal "de gemiddelde consument de onder het teken "chief" geplaatste afbeelding van een indianenopperhoofd slechts beschouwen als een verwijzing naar het voorgaande teken "chief".
Niet de afbeelding van het indianenopperhoofd, maar het teken 'chief' neemt daarmee dus een prominente plaats in op de sweater en zal de aandacht van de gemiddelde consument vangen.
Het cijfer 17 doet hieraan niet af, aldus de rechtbank. Dit cijfer zal "bij de onvolmaakte vergelijking van het teken en het merk, als onbeduidende verschillen aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen"
Dit geldt temeer, aldus de rechtbank, nu de consument gewend is dat een merk op kleding vaak wordt gebruikt in combinatie met verschillende andere woord-, cijfers- en beeldelementen.
H&M dient merkgebruik ex 2.20 lid 1 sub a BVIE te staken en dient opgave te doen van informatie over productie, bestellingen, voorraad, verkoop, prijzen, en winst, telkens onder last van dwangsommen. H&M dient de volledige proceskosten van Jeans Centre te betalen.
De conclusie van voorgaande is dat het aanbrengen van een (woord)opschrift op een kledingstuk, ook al lijkt dat op het eerste gezicht ter verfraaiing of verduidelijking van andere elementen daarop, toch merkinbreuk kan opleveren.
Joost Becker, advocaat merkenrecht