1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Misbruik van buitenlandse rechtspersonen (1)

Misbruik van buitenlandse rechtspersonen

De Nederlandse markt kent een grote verscheidenheid aan deelnemers, zoals natuurlijke personen, eenmanszaken, vennootschappen onder firma’s, coöperaties, besloten vennootschappen en naamloze vennootschappen. Sinds 2003 duiken ook steeds meer buitenlandse vennootschappen op in het Nederlandse handelsverkeer, en niet altijd met positieve gevolgen. In het Financieele dagblad is op 24 februari 2011 ("Britse bv-vorm snel misbruikt", Siem Eikelenboom) een artikel geplaatst waarin een door de krant...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 09 maart 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Nederlandse markt kent een grote verscheidenheid aan deelnemers, zoals natuurlijke personen, eenmanszaken, vennootschappen onder firma’s, coöperaties, besloten vennootschappen en naamloze vennootschappen. Sinds 2003 duiken ook steeds meer buitenlandse vennootschappen op in het Nederlandse handelsverkeer, en niet altijd met positieve gevolgen. In het Financieele dagblad is op 24 februari 2011 ("Britse bv-vorm snel misbruikt", Siem Eikelenboom) een artikel geplaatst waarin een door de krant verricht onderzoek naar misbruik met de zogenaamde ‘Euro-B.V.’s en ‘Limiteds’ wordt beschreven.

De Euro-B.V. en de Limited zijn buitenlandse rechtsvormen, die meestal via internet worden aangeboden als een alternatief voor de welbekende Nederlandse Besloten Vennootschap (B.V.). Een Limited is een rechtspersoon naar Engels recht, vergelijkbaar met de Nederlandse B.V.

Een Euro-B.V. is een rechtspersoon die is opgericht naar het recht van een land dat lid is van de Europese Unie en die wordt gebruikt om te handelen in een andere lidstaat van de Europese Unie. Een Euro-B.V. kan een Limited zijn, maar ook bijvoorbeeld een Franse S.A.R.L.

Het Europese Hof van Justitie heeft op 30 september 2003, in het arrest ‘Inspire Art’, (kort gezegd) bepaald dat alle vennootschappen binnen de Europese Unie gelijk behandeld moeten worden. Het gevolg is dat geregistreerde ondernemingen uit landen die lid zijn van de Europese Unie zich ook in andere lidstaten moeten kunnen inschrijven met behoud van hun (buitenlandse) rechtsvormkenmerken.

Hierdoor hoeft een Euro-B.V., evenals een Engelse Limited, niet te voldoen aan de Nederlandse kapitaalvolstortingseis van € 18.000,-, en is er ook geen 'justitiële verklaring van geen bezwaar' nodig. Deze vereisten gelden wel bij de oprichting van een Nederlandse Besloten B.V. en bieden een (bescheiden) waarborg tegen misbruik.

De Euro-B.V.’s en Limiteds zijn al enige tijd omstreden, maar ze zijn wettelijk gezien wel toegestaan in Nederland. Deze buitenlandse vennootschappen worden vaak ingezet voor misbruikdoeleinden, bijvoorbeeld door ze als bestuurder in te schrijven zodat ze aansprakelijk zijn, maar geen enkel verhaal bieden. Indien een dergelijke vennootschap failliet gaat, zal een curator worden benoemd. Is echter de boedel van de failliete vennootschap ‘leeg’ (er bevinden zich dan geen activa in de boedel), bijvoorbeeld als gevolg van fraude, dan zal de curator zijn werkzaamheden beperken tot het hoogstnoodzakelijke. Het salaris van de curator wordt namelijk uit de boedel betaald, en daarbij is het de taak van de curator om opbrengstmaximalisatie voor de gezamenlijke schuldeisers na te streven. Indien er niets in de boedel zit, en de bestuurders onvindbaar zijn, dan is er vaak geen andere keuze dan het faillissement snel op te heffen wegens gebrek aan baten.

Het Financieele Dagblad heeft 123 faillissementen van dergelijke buitenlandse vennootschappen onderzocht door de faillissementsverslagen te bestuderen. In 79 van de onderzochte gevallen (dat is 64%) heeft de curator geconstateerd dat is sprake van onbehoorlijk bestuur. De totale schuldenlast in deze faillissementen bedraagt bijna 30 miljoen euro. Overigens betekent het bovenstaande niet dat in de 44 overige faillissementen geen sprake was van onbehoorlijk bestuur. Zoals hierboven is opgemerkt, zal in een ‘lege’ boedel nader onderzoek naar onbehoorlijk bestuur vaak noodzakelijkerwijs achterwege blijven.

Naar aanleiding van dit onderzoek en het artikel in het Financieele Dagblad zijn er op 25 februari 2011 door leden van de Partij van de Arbeid Kamervragen gesteld, onder meer over de mogelijkheden om dit misbruik te beperken. Voordat dit echter daadwerkelijk leidt tot meer bescherming in het rechtsverkeer, is het verstandig om bij het doen van zaken steeds in de gaten te houden wie de contractspartij is, en ook wie daar weer achter zitten.