1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Moeten bijstandsaanvragers eerst hun pensioen opeten?

Moeten bijstandsaanvragers eerst hun pensioen opeten?

Recent ontstond er opschudding over het plan van de gemeente Enschede om bijstandsaanvragers eerst te verplichten om het potje aan aanvullend pensioen (tweede pijler pensioen) aan te spreken, voordat zij bij de gemeente een bijstandsuitkering kunnen aanvragen. De gemeente verkeerde daarbij in de veronderstelling dat dit wettelijk toegestaan is. Ook de regering lijkt van die veronderstelling uit te gaan, nu staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken heeft laten weten geen bezwaar te hebben te...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 06 november 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Recent ontstond er opschudding over het plan van de gemeente Enschede om bijstandsaanvragers eerst te verplichten om het potje aan aanvullend pensioen (tweede pijler pensioen) aan te spreken, voordat zij bij de gemeente een bijstandsuitkering kunnen aanvragen. De gemeente verkeerde daarbij in de veronderstelling dat dit wettelijk toegestaan is. Ook de regering lijkt van die veronderstelling uit te gaan, nu staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken heeft laten weten geen bezwaar te hebben tegen het voorstel van de SP om wettelijk vast te leggen dat bijstandsaanvragers hiertoe niet verplicht kunnen worden. Die opstelling van Klijnsma lijkt dus te impliceren dat zonder die wettelijke vaststelling gemeenten nu nog bijstandsaanvragers kunnen verzoeken eerst hun pensioenpotje op te eten. Maar is die veronderstelling wel helemaal juist? Dat vraag ik mij af.

Veel medewerkers bouwen via hun werkgever maandelijks pensioen op en hebben inmiddels dus een pensioenvermogen opgebouwd. Dat pensioenvermogen is echter niet vrij beschikbaar. Integendeel. Het opgebouwde pensioen levert slechts een aanspraak op een toekomstige pensioenuitkering op. Het opgebouwde pensioenvermogen mag geen andere bestemming krijgen dan een pensioen voor de oude dag (zie ook het afkoopverbod van artikel 65 Pensioenwet). Daarbij geldt tevens dat niet de pensioenaanspraak (fiscaal) belast is, maar de pensioenuitkering.  Er vindt dus pas een belastingheffing plaats op het moment dat het ouderdomspensioen vanaf de pensioenleeftijd daadwerkelijk wordt uitgekeerd.

De pensioenaanspraak van medewerkers die nog niet de pensioenleeftijd bereikt hebben en ook niet een zodanige leeftijd bereikt hebben dat vervroeging van het ouderdomspensioen al mogelijk is, kan dus sowieso niet tot het actuele vermogen worden gerekend. Zou de gemeente deze pensioenaanspraak in het kader van de bijstandsaanvraag alsnog tot het actuele vermogen rekenen, dan komt dat feitelijk neer op een afkoop van pensioen en dat is wettelijk niet toegestaan. Hiervoor hoeft dus in ieder geval geen wetsvoorstel te worden ingediend.

De veronderstelling van Klijnsma lijkt mij uitsluitend correct, voor zover het betreft de situatie waarin medewerkers gelet op hun leeftijd wel al de mogelijkheid hebben om hun pensioen vervroegd te laten ingaan, maar hiertoe nog niet besloten hebben. Veel pensioenreglementen maken mogelijk om een aantal jaren voor de pensioenleeftijd het ouderdomspensioen naar keuze vervroegd te laten ingaan. Ook fiscaal is dit onder voorwaarden toegestaan. Nadeel van deze vervroeging van het ouderdomspensioen is dat het ouderdomspensioen fors lager uitpakt, eenvoudigweg omdat het ouderdomspensioen dan over een langere periode moet worden “uitgesmeerd”. Tegen deze achtergrond vind ik het besluit van de gemeente Enschede in ieder geval moreel discutabel. Medewerkers hebben immers jarenlang pensioen opgebouwd om dit opgebouwde pensioen te zijner tijd – bij het bereiken van de pensioenleeftijd, inmiddels meestal 67 jaar – te kunnen aanwenden als oudedagsvoorziening. De facto impliceert het besluit van de gemeente een beperking van de keuzevrijheid van medewerkers om het pensioen op een eerdere datum dan de reguliere pensioendatum - met alle financiële nadelige gevolgen van dien - te laten ingaan. Hoewel moreel discutabel, kan het besluit van de gemeente voor uitsluitend dit soort situaties (waarin de medewerkers dus al een zodanige leeftijd bereikt hebben dat vervroeging van het ouderdomspensioen mogelijk is) wellicht soelaas bieden.

Via de kennisportal wordt u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op dit terrein. Zodra een wetsvoorstel is ingediend, wordt u daarvan op de hoogte gesteld.