1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nadeelcompensatie Crooswijk: rapport creëert geen bevoegdheid bestuursrechter

Nadeelcompensatie Crooswijk: rapport creëert geen bevoegdheid bestuursrechter

Een rapport waarnaar de gemeente verwijst en waarin de mogelijkheid van het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie wordt genoemd, creëert geen ingang bij de bestuursrechter. Daarvoor is een wettelijke grondslag, zoals een nadeelcompensatieverordening, vereist. Aldus de Raad van State in haar uitspraak van 2 juli 2014 over het verzoek om nadeelcompensatie van een garagehouder te Rotterdam-Crooswijk. CasusEen garagehouder met brandstofverkooppunt te Rotterdam had verzocht om vergoeding v...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 04 juli 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een rapport waarnaar de gemeente verwijst en waarin de mogelijkheid van het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie wordt genoemd, creëert geen ingang bij de bestuursrechter. Daarvoor is een wettelijke grondslag, zoals een nadeelcompensatieverordening, vereist. Aldus de Raad van State in haar uitspraak van 2 juli 2014 over het verzoek om nadeelcompensatie van een garagehouder te Rotterdam-Crooswijk.

Casus
Een garagehouder met brandstofverkooppunt te Rotterdam had verzocht om vergoeding van haar schade als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden in de wijk Crooswijk. In een door PNP Management Advies opgesteld rapport ‘Generiek rapport voor verzoek tot nadeelcompensatie ondernemers Crooswijk’ was de mogelijkheid genoemd van het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie opgenomen.

De ondernemer claimde vergoeding van schade ter zake van omzetdaling van € 143.238,00, over de jaren 2004 tot en met 2007. De SAOZ had geadviseerd het verzoek voor de boekjaren 2005 tot en met 2009 in te willigen en een schadevergoeding toe te kennen van € 115.877,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De gemeente heeft vervolgens nader advies gevraagd aan Bureau Zakelijke Overheidsbelangen Tankstations (hierna: BZO). Dat Bureau concludeerde dat de teruglopende verkoop van brandstoffen niet kan worden toegerekend aan de daling van het aantal motorvoertuigen in de omliggende wijk, maar dat de oorzaak eerder lag in de opening in 2004 van een nieuw ruim opgezet benzinestation in dezelfde buurt. De gemeente heeft vervolgens onder verwijzing naar het rapport van BZO het verzoek om vergoeding van schade afgewezen.

De gemeente heeft de ondernemer vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaren, omdat geen sprake was van een verzoek om vergoeding van schade als gevolg van een onherroepelijk besluit waartegen beroep bij de bestuursrechter openstond. De rechtbank had geoordeeld dat de gemeente de ondernemer terecht niet-ontvankelijk had verklaard. In hoger beroep voerde de ondernemer aan dat ter realisering van dat nieuwe bestemmingsplan al vanaf 2005 werkzaamheden in de directe omgeving van haar onderneming hebben plaatsgevonden, zoals sloop- en nieuwbouwprojecten, straatafsluitingen en aanpassingen aan de infrastructuur, als gevolg waarvan zij schade heeft geleden. Voor die werkzaamheden moeten vele besluiten zijn genomen, die afzonderlijk en tezamen moeten worden aangemerkt als schadeveroorzakend besluit. De ondernemer verwees verder naar het rapport van PNP Management Advies dat door een jurist van de gemeente Rotterdam was toegelicht en waarin de mogelijkheid wordt geboden tot het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie. Tot slot voerde de ondernemer aan dat de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten dient te worden toegepast.

Uitspraak Raad van State
Eis van connexiteit: schade als gevolg van appellabel besluit?

De Raad van State stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak de bestuursrechter slechts bevoegd kennis te nemen van een beroep tegen een zogeheten zuiver schadebesluit, indien die rechter ook bevoegd is te oordelen over het beroep tegen de beweerdelijk schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf. Indien het beroep is gericht tegen het besluit op bezwaar van een bestuursorgaan, is de bestuursrechter wel bevoegd van het beroep kennis te nemen, maar is het bezwaar slechts ontvankelijk indien tegen de beweerdelijk schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf ook bezwaar en beroep openstond.

Geen wettelijke nadeelcompensatieregeling, dus bij schade door feitelijk handelen geen appellabel besluit

Het verzoek om schadevergoeding was gebaseerd op het uitvoeren van werkzaamheden, zoals omschreven in het door PNP Management Advies opgestelde rapport ‘Generiek rapport voor verzoek tot nadeelcompensatie ondernemers Crooswijk’. Dat rapport kan niet worden aangemerkt als wettelijke nadeelcompensatieregeling. Dat dit rapport is toegelicht door een jurist van de gemeente en dat in het rapport de mogelijkheid wordt genoemd tot het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie, betekent niet dat dit een wettelijke, door de gemeenteraad of het college van Rotterdam vastgestelde regeling betreft op grond waarvan nadeelcompensatie kan worden verkregen.

De Raad van State stelt verder vast dat de gemeente Rotterdam geen algemene of specifiek ten aanzien van de wijk Crooswijk geldende gemeentelijke nadeelcompensatieregeling kende. De ondernemer had ook geen besluiten aangewezen die ten grondslag liggen aan de beweerdelijk schadeveroorzakende werkzaamheden. Voor zover zij verkeersbesluiten als schadeoorzaak heeft willen aanvoeren, heeft de gemeente vermeld dat de wegafsluitingen kortdurend waren en dat daarvoor dus geen verkeersbesluiten noodzakelijk waren.

De ondernemer had dus aan zijn schadeverzoek geen schadeveroorzakend besluit ten grondslag gelegd waartegen bezwaar kon worden gemaakt. Er bestond dus ook geen mogelijkheid van bezwaar tegen de afwijzing van het schadeverzoek. De gemeente had het bezwaar tegen de afwijzing dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank had om die reden het beroep daartegen terecht ongegrond verklaard.

De Raad van State wijst er nog op dat het betreffende bestemmingsplan op 3 oktober 2012 onherroepelijk is geworden, en dat de ondernemer desgewenst alsnog een verzoek om planschade kan indienen. Voor toepassing van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten is in ieder geval geen plaats omdat deze wet nu niet ziet op een verzoek om nadeelcompensatie als hier aan de orde.

Kortom, de ondernemer staat met lege handen. Als hij een verzoek om schadevergoeding wil indienen zal hij een vordering op grond van onrechtmatige daad bij de civiele rechter moeten instellen. Daarbij zal dan de vraag naar het causaal verband centraal staan, naast de vraag of een dergelijke vordering niet is verjaard (waarvan wij, gelet op de ondernomen acties, overigens niet uitgaan).

Wilt u meer weten over het indienen van of besluiten op een verzoek om nadeelcompensatie? Neem dan contact op met Hanna Zeilmaker of Joske Hagelaars, advocaten bij Dirkzwager en gespecialiseerd in overheidsaansprakelijkheid.