1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nationale rechter moet rekening houden met staatssteunbeschikking van de Commissie

Nationale rechter moet rekening houden met staatssteunbeschikking van de Commissie

Als de Europese Commissie besluit om de formele onderzoeksprocedure in te leiden omdat niet uitgesloten kan worden dat een maatregel staatssteun vormt, moeten nationale rechters met dit besluit rekening houden. Dit heeft het Hof van Justitie vastgesteld in een arrest van 21 november 2013.De casusDe Duitse deelstaten Hessen en Rheinland Pfalz zijn de twee enige aandeelhouders van Flughafen Frankfurt-Hahn GmbH (FFH). FFH is op haar beurt de exploitant van de luchthaven Frankfurt-Hahn. Meer dan...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 03 december 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Als de Europese Commissie besluit om de formele onderzoeksprocedure in te leiden omdat niet uitgesloten kan worden dat een maatregel staatssteun vormt, moeten nationale rechters met dit besluit rekening houden. Dit heeft het Hof van Justitie vastgesteld in een arrest van 21 november 2013.

De casus
De Duitse deelstaten Hessen en Rheinland Pfalz zijn de twee enige aandeelhouders van Flughafen Frankfurt-Hahn GmbH (FFH). FFH is op haar beurt de exploitant van de luchthaven Frankfurt-Hahn. Meer dan 95% van het passagiersvervoer van deze luchthaven komt voor rekening van Ryanair. Aan Ryanair werden evenwel geen start-, naderings- en landingsrechten aangerekend en evenmin een heffing voor het gebruik van de infrastructuur, aangezien zij uitsluitend vliegtuigen gebruikte die volgens de tarieven van de luchthaven waren vrijgesteld.

De Duitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa was mening dat de vrijstelling van luchthavenheffingen onrechtmatige staatssteun vormde. Bij de nationale rechter vorderde Lufthansa daarom terugvordering van alle aan Ryanair verleende steun en staking van alle verdere steun aan Ryanair. In dit kader vroeg het Oberlandesgericht Koblenz advies aan de Europese Commissie. Die had de zaak namelijk ook opgepakt en bij beschikking van 17 juni 2008 besloten om de formele onderzoeksprocedure in te leiden ten aanzien van onder andere de mogelijke staatssteun aan Ryanair. Desgevraagd liet de Commissie weten dat het Oberlandesgericht niet zelf hoefde te onderzoeken of de vrijstelling van luchthavenheffingen staatssteun vormde, maar zich kon baseren op de beschikking van 17 juni 2008. Omdat er ondanks het advies van de Commissie werd getwijfeld aan de selectiviteit van de betrokken maatregel,  meende het Oberlandesgericht Koblenz toch te moeten onderzoeken of er sprake was van staatssteun. Daarom vroeg het Oberlandesgericht Koblenz het Hof van Justitie of dit is toegestaan.

Het Hof van Justitie
Het Hof van Justitie schenkt klare wijn. De staatssteunregels brengen mee dat meldingsplichtige steunmaatregelen niet ten uitvoer mogen worden gelegd voordat de Commissie een positieve beschikking heeft gegeven. Dit wordt de standstill-verplichting genoemd. Indien een steunmaatregel in strijd met de standstill-verplichting voortijdig ten uitvoer wordt gelegd, is de nationale rechter verplicht om maatregelen op te leggen die de onwettigheid van de uitvoering van de steunmaatregel kunnen opheffen, zodat de begunstigde onderneming niet vrijelijk kan blijven beschikken over de steun in de periode die resteert tot de beschikking van de Commissie.

Wanneer de Commissie de formele onderzoeksprocedure nog niet heeft ingeleid, kan de nationale rechter die zich moet uitspreken over een verzoek om maatregelen te treffen in verband een eventuele schending van de standstill-verplichting, zich genoopt zien na te gaan of er sprake is van een meldingsplichtige steunmaatregel. Zodra de Commissie echter ten aanzien van een specifieke maatregel de formele onderzoeksprocedure heeft ingeleid, staat het de nationale rechter niet meer vrij om vast te stellen dat deze maatregel geen meldingsplichtige staatssteun vormt. De nationale rechter moet daarentegen alle maatregelen nemen die noodzakelijk zijn om er voor te zorgen dat een begunstigde onderneming niet vrijelijk kan blijven beschikken over de steun die is verstrekt in het kader van een mogelijke steunmaatregel die in strijd met de standstill-verplichting reeds is uitgevoerd. Indien de nationale rechter twijfelt aan het voorlopige oordeel van de Commissie, kan de Commissie om opheldering worden gevraagd. Ook kan de nationale rechter een prejudiciële vraag stellen aan het Hof van Justitie.

Slot
Het Oberlandesgericht Koblenz weet nu wat haar te doen staat: of de vorderingen van Lufthansa toewijzen of een prejudiciële vraag voorleggen aan het Hof van Justitie. Het ligt niet voor de hand om de Commissie om opheldering te vragen. De Commissie is immers al om advies gevraagd en dit advies was kennelijk overtuigend genoeg. Als een prejudiciële vraag wordt gesteld is de kans groot dat het antwoord mosterd na de maaltijd is. Een prejudiciële procedure duurt zo een jaar. Waarschijnlijk heeft de Commissie tegen die tijd een definitieve beslissing heeft genomen. Overigens kan men zich nog afvragen of het Oberlandesgericht Koblenz de vorderingen van Lufthansa ook kan aanhouden in afwachting van een beslissing van de Europese Commissie. Hoewel dit een kwestie is van Duitse procesrecht, lijkt het onderhavig arrest deze ruimte niet te bieden.

Het onderhavig arrest laat zien dat de handelingsvrijheid van de nationale rechter beperkt is zodra de Commissie ten aanzien van een specifieke maatregel de formele procedure heeft ingeleid. Voor de private handhaving heeft het arrest dus grote gevolgen.

Eric Janssen, advocaat staatssteunrecht