1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Niet alle stukken MER hoeven ter inzage

Niet alle stukken MER hoeven ter inzage

Niet alle stukken die horen bij een milieu-effectrapport hoeven ter inzage te worden gelegd bij een ontwerp-bestemmingsplan. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald in een uitspraak van 23 februari 2011 over het bestemmingplan voor de nieuwe stadsbrug over de Waal bij Nijmegen.Op 23 februari 2011 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de beroepen tegen het bestemmingsplan “Stadsbrug en Energieweg tussen Neerbosscheweg en Industrieplein” van de gemeente N...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Baneke (uit dienst)
Gepubliceerd 09 maart 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Niet alle stukken die horen bij een milieu-effectrapport hoeven ter inzage te worden gelegd bij een ontwerp-bestemmingsplan. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald in een uitspraak van 23 februari 2011 over het bestemmingplan voor de nieuwe stadsbrug over de Waal bij Nijmegen.

Op 23 februari 2011 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de beroepen tegen het bestemmingsplan “Stadsbrug en Energieweg tussen Neerbosscheweg en Industrieplein” van de gemeente Nijmegen. Dit bestemmingplan voorziet, kort gezegd, in de bouw van een nieuwe verkeersbrug over de Waal met bijbehorende verkeersaders. Daarnaast voorziet het bestemmingsplan in nieuwe bedrijfsmatige ontwikkelingen. Dirkzwager advocaten & notarissen mocht de gemeente Nijmegen bijstaan bij de vaststelling van dit bestemmingplan en de verdediging daarvan bij de Raad van State.

In zijn uitspraak van 23 februari 2011 heeft de Raad van State de beroepen, die betrekking hadden op een scala van onderwerpen, ongegrond verklaard. Eén van de beroepsgronden hield in, dat de gemeente voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan wel de twee milieu-effectrapporten die in verband met het bestemmingsplan waren opgesteld ter inzage had gelegd, maar niet de startnotitie en  de richtlijnen die de Commissie m.e.r. had uitgebracht ten behoeve van het milieu-effectrapport.  Art. 3.11 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp,  ter inzage moet leggen. De Raad van State overweegt dat niet  de startnotitie of de richtlijnen, maar het milieu-effectrapport  het hulpmiddel is bij de besluitvorming over het bestemmingsplan. De Raad van State is dan ook van oordeel dat de startnotitie en het richtlijnenadvies van de Commissie m.e.r. niet redelijkerwijs nodig zijn voor de beoordeling van het ontwerpplan, zodat die stukken niet ter inzage hoeven te worden gelegd. Dat dit door de gemeente niet was gedaan, vormde dus geen gebrek in de besluitvorming.

 In verband met de besluitvorming over grote projecten worden soms erg veel rapporten, updates, actualisaties etc. opgesteld. Het is voor het bevoegd gezag niet altijd makkelijk om er zeker van te zijn, hoever men moet gaan bij het ter inzageleggen van documentatie die gebruikt is in de voorbereiding van het project. Deze uitspraak geeft een duidelijke aanwijzing met betrekking tot de m.e.r.-procedure: als de startnotitie en het richtlijnenadvies niet ter inzage zijn gelegd is dat geen gebrek in de besluitvorming.

 Meer informatie over dit onderwerp valt te verkrijgen bij mr. Maarten Baneke