1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nieuw Duits bouwcontractenrecht

Nieuw Duits bouwcontractenrecht

Sinds 1 januari 2018 geldt in Duitsland een nieuw bouwcontractenrecht. Het betreft enkele belangrijke veranderingen die voorheen nog niet wettelijk waren vastgelegd. Vooral de positie van particuliere opdrachtgevers is aanzienlijk versterkt. Dit is ook van belang op Nederlandse bouwbedrijven met projecten in Duitsland. Doet u als Nederlandse aannemer zaken in Duitsland, dan is de nieuwe regeling in beginsel ook op u van toepassing. In dit artikel leest u wat er precies is gewijzigd en waar u voortaan op bedacht moet zijn.
Leestijd 
Auteur artikel Susanne Hermsen-Pfeiffer
Gepubliceerd 13 april 2018
Laatst gewijzigd 16 april 2018

De wetswijziging zal naar verwachting van grote invloed zijn voor de hele Duitse bouwpraktijk. Met het nieuwe bouwcontractenrecht worden ten aanzien van verschillende type contracten speciale regelingen ingevoerd. Vooral particuliere opdrachtgevers zullen van de nieuwe regelingen gaan profiteren. Ook voor bouwbedrijven verandert er veel. Zo kunnen bouwbedrijven zich vanaf 2018 bijvoorbeeld makkelijker op leveranciers van gebrekkig materiaal verhalen en zullen zij in bepaalde gevallen minder vaak met bewijsproblemen geconfronteerd worden. De wetswijziging is aan het begin van dit jaar in werking getreden en geldt voor alle aannemingsovereenkomst die op of na 1 januari 2018 zijn gesloten.

De Duitse bouwsector
Volgens cijfers van de Duitse vereniging voor de bouwindustrie (Hauptverband der Deutschen Bauindustrie e.V.) zullen de investeringen in de Duitse bouwsector dit jaar met 5,5% toenemen (https://www.bauindustrie.de/presse/presseinformationen/bauprognose-2017-und-2018-angehoben/). Als men de cijfers over de afgelopen jaren bekijkt, dan is onmiskenbaar een ontwikkeling vast te stellen die maar blijft doorgaan. Het verbaast dan ook niet dat de Duitse wetgever heeft besloten de regelingen omtrent het bouwcontract te herzien. Met de wetswijziging heeft men in Duitsland de regelingen die in de praktijk reeds gangbaar waren nu ook wettelijk willen vastleggen. Daarnaast zijn een aantal belangrijke vernieuwingen doorgevoerd. Met name particuliere opdrachtgevers zijn bij het nieuwe bouwcontractenrecht gebaat. Zij profiteren sinds het begin van dit jaar van een aantal belangrijke nieuwe rechten.

14 dagen herroepingstermijn
Particuliere opdrachtgevers hebben voortaan in beginsel het recht om een geldig gesloten aannemingsovereenkomst binnen een termijn van 14 dagen te hoerrepen. Indien het bouwbedrijf de particuliere opdrachtgever niet over het herroepingsrecht heeft geïnformeerd, dan wordt de herroepingstermijn automatisch verlengd met maar liefst één jaar. Bouwbedrijven doen er dus goed aan om nieuwe Duitse klanten over de wettelijke herroepingstermijn van 14 dagen te informeren en daarbij in het achterhoofd te houden dat deze door ook zonder aanleiding kan worden ingeroepen. Ook na de termijn van 14 dagen hebben particuliere opdrachtgevers nog het recht om de aannemingsovereenkomst op te zeggen. Hiervoor dient dan wel sprake te zijn van een gegronde reden, bijvoorbeeld als het bouwbedrijf zijn verplichtingen blijvend niet nakomt. De opdrachtgever kan de overeenkomst dan binnen een redelijke termijn opzeggen, waarna partijen gezamenlijk de staat van het project moeten vastleggen. Aan de opdrachtgever mogen alleen kosten in rekening worden gebracht die tot aan het moment van de opzegging daadwerkelijk zijn gemaakt. Op de overeengekomen prijs heeft het bouwbedrijf in dat geval geen recht meer. Het is van groot belang dat het bouwbedrijf meewerkt aan de vaststelling van de staat. Doet hij dit namelijk niet, dan mag de opdrachtgever volgens de wet de staat helemaal zelf vaststellen en kan hij het bouwbedrijf aanspreken op eventueel vastgestelde gebreken.

Het nieuwe instructierecht
Verder hebben opdrachtgevers sinds dit jaar een instructierecht voor het geval dat zij een wijziging in het overeengekomen resultaat wensen. Mocht binnen 30 dagen na ontvangst van het wijzigingsverzoek tussen het bouwbedrijf en de opdrachtgever geen akkoord zijn bereikt, dan kan de opdrachtgever een wijzigingsinstructie geven. Dit is het zogenaamde 'Anordnungsrecht'. Heeft de wijzigingsinstructie betrekking op het werkresultaat, dan hoeft het bouwbedrijf hieraan alleen te voldoen als de uitvoering ervan redelijk is. In de meeste gevallen zijn met het doorvoeren van wijzigingen kosten gemoeid. Het bouwbedrijf kan voor de extra inspanningen die hiervan het gevolg zijn alleen een vergoeding vorderen indien de planning van het project niet aan hem, maar bijvoorbeeld aan een architect is overgedragen. Ook de vergoeding van kosten die al vanaf het begin noodzakelijk zijn geweest kunnen niet meer door het bouwbedrijf worden gevraagd. De prestatiewijzigingen die door de instructie zijn ontstaan dienen in beginsel op basis van de werkelijk noodzakelijke kosten met een redelijke toeslag voor algemene bedrijfskosten, risico en winst te worden gefactureerd. Een bouwbedrijf kan echter contractueel afspreken dat het op basis van een bepaalde berekeningswijze factureert.

Overleggen van de bouwbeschrijving
Een andere belangrijke wijziging is de plicht van het bouwbedrijf om reeds vóór het sluiten van de overeenkomst een uitgebreide bouwbeschrijving aan een  particuliere opdrachtgever te overleggen. Hierin moeten in ieder geval de volgende gegevens worden opgenomen: de aard en de omvang van de aangeboden prestatie, bouwtechnische gegevens, gegevens over het energieverbruik, de brandveiligheid en de geluidsisolatie, een beschrijving van de afwerking en een opgave van het tijdstip van voltooiing dan wel de duur van de beoogde werkprestatie. Indien niets anders is overeengekomen, wordt de inhoud van de bouwbeschrijving tevens inhoud van een latere overeenkomst. Vanuit juridisch oogpunt is dit zeer belangrijk. Eventuele afwijkingen van de bouwbeschrijving kunnen er dan namelijk toe leiden dat de bouwprestatie van het bouwbedrijf als gebrekkig wordt aangemerkt.

Conclusie
De Duitse wetgever heeft met de nieuwe regeling vooral de positie van particuliere opdrachtgevers willen versterken. Nederlandse bouwbedrijven die in Duitsland actief zijn doen er dus goed aan om zich van de nieuwe wijzigingen in het Duitse bouwcontractenrecht bewust te zijn. Het is verstandig om na te gaan of de bestaande werkwijze aan de nieuwe Duitse regels voldoet en om deze eventueel aan te passen.