1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nieuwe overgangsrecht WWZ aangekondigd: uitstel transitievergoeding bij garantie herindiensttreding (maatregel 1) (1)

Nieuwe overgangsrecht WWZ aangekondigd: uitstel transitievergoeding bij garantie herindiensttreding (maatregel 1)

De datum van 1 juli 2015 nadert gestaag. Vanaf die datum hebben werknemers recht op een transitievergoeding als – kort gezegd – hun arbeidsovereenkomst door toedoen van de werkgever wordt beëindigd of niet verlengd en zij ten minste twee jaar in dienst zijn geweest. Voor het bepalen van het arbeidsverleden tellen alle arbeidsovereenkomsten mee die elkaar met tussenpozen van maximaal 6 maanden hebben opgevolgd, ook als die dateren van vóór 1 juli 2015. De wetgever had echter niet voorzien dat...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 13 maart 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De datum van 1 juli 2015 nadert gestaag. Vanaf die datum hebben werknemers recht op een transitievergoeding als – kort gezegd – hun arbeidsovereenkomst door toedoen van de werkgever wordt beëindigd of niet verlengd en zij ten minste twee jaar in dienst zijn geweest. Voor het bepalen van het arbeidsverleden tellen alle arbeidsovereenkomsten mee die elkaar met tussenpozen van maximaal 6 maanden hebben opgevolgd, ook als die dateren van vóór 1 juli 2015. De wetgever had echter niet voorzien dat de maximale tussenperiode van 6 maanden grote gevolgen zou hebben voor werkgevers van seizoensgebonden arbeid, bijvoorbeeld in de landbouw.



Deze werkgevers hebben vaak een vaste groep werknemers die jaarlijks een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd krijgen voor de duur van het seizoen, bijvoorbeeld een periode van zeven maanden. Omdat die arbeidsovereenkomsten elkaar telkens opvolgen met tussenpozen korter dan 6 maanden, tellen al die arbeidsovereenkomsten mee voor de transitievergoeding. Dit betekent dat deze werkgevers door introductie van de transitievergoeding per 1 juli 2015 later dit jaar opeens flinke transitievergoedingen moeten betalen. Hierop is veel kritiek gekomen vanuit deze werkgevers.

Ook andere werkgevers worden hier echter door getroffen, ook al weten ze het vaak nog niet. Het is immers al jaren een veel voorkomende praktijk dat werkgevers een werknemer 3 maanden + 1 dag uit dienst laten gaan om de ketenregeling te doorbreken. De wet laat dit ook toe. Niemand kon echter weten dat dit (onderbroken) arbeidsverleden wordt meegeteld voor de transitievergoeding, omdat 3 maanden + 1 dag nog altijd korter is dan de maximale onderbreking van 6 maanden. Veel werkgevers dachten dus hiermee veilig te handelen, maar nu moeten ze over dit arbeidsverleden mogelijk toch een transitievergoeding betalen.

Maatregel 1

Minister Asscher heeft om vanwege de klachten van werkgevers in de seizoensgebonden arbeid nieuw overgangsrecht aangekondigd met daarin een drietal maatregelen. De eerste maatregel is dat als een werkgever de garantie biedt dat de werknemer binnen 6 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst weer in dienst kan treden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd, de werkgever nog geen transitievergoeding is verschuldigd. Het is nog niet helder of deze garantie moet worden geboden door middel van het alvast aangaan van een arbeidsovereenkomst (waarmee de werknemer zich ook verplicht weer in dienst te treden), of dat de toezegging van de werkgever voldoende is (de werknemer is dan niet verplicht hiervan gebruik te maken). Daarnaast is nog niet duidelijk of de garantie uiterlijk op de laatste dag van de arbeidsovereenkomst moet zijn gegeven, of dat dit ook daarna nog mogelijk is.

Deze maatregel kan voor alle werkgevers interessant zijn. Als een contract niet wordt verlengd terwijl duidelijk is dat binnen 6 maanden weer een passende vacature vrijkomt, dan kan op deze manier de verschuldigdheid van de transitievergoeding worden uitgesteld. Mogelijk kan die zelfs worden voorkomen, als de werknemer de volgende arbeidsovereenkomst zelf opzegt zodat geen transitievergoeding is verschuldigd.

Bijzonder is dat als een werknemer geen gebruik wil maken van de garantie, het in de rede ligt dat ook geen transitievergoeding is verschuldigd. Het initiatief tot het niet voortzetten van de arbeidsrelatie ligt dan immers bij de werknemer. En niet alle werknemers willen graag zes maanden wachten om weer in dienst te kunnen treden bij hun oude werkgever. Zij zullen mogelijk zelf op zoek gaan naar ander werk. Hierdoor zit daarom een (perverse) prikkel verwerkt voor de werknemer om in de tussenliggende periode niet naar een andere baan te solliciteren. Als de werknemer immers een andere baan vindt, dan zal hij ook geen transitievergoeding meer krijgen van zijn oude werkgever. Ik kan mij voorstellen dat als de werknemer een WW-uitkering geniet, het UWV hiermee niet gelukkig is.

Uitstel betekent overigens niet altijd afstel. Als de transitievergoeding in de toekomst alsnog verschuldigd is, dan telt het arbeidsverleden van de werknemer mee. Ook hiervoor geldt echter een nieuwe uitzondering. Zie daarvoor mijn andere twee artikelen waarin ik deze maatregelen bespreek.