1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. NMa: Telers en telersvereniging zijn geen economische eenheid (1)

NMa: Telers en telersvereniging zijn geen economische eenheid

In een informele zienswijze van 31 oktober 2011 heeft de NMa meegedeeld van mening te zijn dat telers die lid zijn van een GMO-erkende telersvereniging geen economische eenheid met deze telersvereniging vormen. Een GMO-erkende telersvereniging had de NMa de vraag voorgelegd of zij samen met haar leden een economische eenheid vormen. De vraag was opgekomen omdat een niet in de zienswijze genoemd aantal telers te kennen had gegeven lid te willen worden van de betreffende telersvereniging. De te...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 23 november 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een informele zienswijze van 31 oktober 2011 heeft de NMa meegedeeld van mening te zijn dat telers die lid zijn van een GMO-erkende telersvereniging geen economische eenheid met deze telersvereniging vormen.

Een GMO-erkende telersvereniging had de NMa de vraag voorgelegd of zij samen met haar leden een economische eenheid vormen. De vraag was opgekomen omdat een niet in de zienswijze genoemd aantal telers te kennen had gegeven lid te willen worden van de betreffende telersvereniging. De telers hadden het lidmaatschap van de telersvereniging waarvan zij lid waren reeds opgezegd. Uit de zienswijze kan niet worden opgemaakt om welke telersverenigingen het gaat. In het Agrarisch Dagblad van 14 oktober 2011 wordt echter gemeld dat 78 telers die lid waren van Coforta (voorheen the Greenery) lid willen worden van FresQ. Het ligt dus voor de hand te veronderstellen dat FresQ om de onderhavige informele zienswijze heeft verzocht.

De informele zienswijze van de NMa bevat weinig informatie. Er staat alleen dat de NMa op basis van de aangeleverde informatie tot de conclusie is gekomen dat het optreden van een GMO-erkende telersvereniging als verkoopkantoor berust op een agentuur, althans een bemiddelingsverhouding. Volgens de NMa zijn de telers zelfstandige en onafhankelijke ondernemingen. Het feit dat zij hun afzet of een belangrijk deel daarvan via een telersvereniging leiden brengt daar naar het inzicht van de NMa in beginsel geen verandering in. De telers kunnen voor de toepassing van de Mededingingswet in beginsel dus niet worden aangemerkt als een onderdeel van één enkele economische eenheid onder leiding van de telersvereniging. Het lidmaatschap van telers van de telersvereniging dient in de visie van de NMa mededingingsrechtelijk gekwalificeerd te worden als een vorm van samenwerking tussen de ondernemingen. De aanmelding van het grote aantal telers voor het
lidmaatschap van een bepaalde telersvereniging moet dus worden gezien als de toetreding van hen tot de
samenwerking.

Het oordeel van de NMa is tamelijk kort door de bocht en voor de praktijk is dat jammer. Uit Europese jurisprudentie en de beschikkingenpraktijk van de Europese Commissie blijkt dat er drie elementen van belang zijn bij de vraag of er sprake is van een economische eenheid:

  • het marktgedrag van de deelnemende entiteiten is het marktgedrag van een eenheid;

  • de moederentiteit controleert de dochterentiteiten;

  • de deelnemende entiteiten hebben identieke belangen.


De NMa gaat in de zienswijze enkel in op de vraag of de telersvereniging de dochterentiteiten controleert en concludeert dat hiervan in het voorliggende geval geen sprake is. Dit is een twijfelachtige conclusie.

Indien gekeken wordt naar de GMO-regels, moet worden geconcludeerd dat telers die lid zijn van een GMO-erkende telersvereniging niet zelfstandig hun producten mogen verkopen. Al hun producten dienen via de telersvereniging te worden verkocht. Hierbij hebben de individuele leden geen invloed op de wijze waarop en tegen welke prijs de producten worden verkocht. De wijze van verkoop en de verkoopprijs wordt in zekere zin collectief vastgesteld. Het ligt dus niet voor de hand dat individuele leden in staat zijn zelfstandig hun marktgedrag te bepalen. Een telersvereniging die geen regie over de afzet heeft, loopt het risico te worden geschorst. Dit lot overkwam in 2010 telersvereniging Batavia.

Verder zullen de statuten en reglementen van een GMO-erkende telersvereniging in het algemeen meebrengen dat de leden onder toezicht van hun telersvereniging staan. De leden hebben zich te houden aan de regels die door of namens de telersvereniging worden gesteld. De naleving van bedoelde regels zal door de telersvereniging worden gecontroleerd en gehandhaafd. Bij overtreding zullen maatregelen worden genomen.

Het ligt tot slot voor de hand dat de leden van een GMO-erkende telersvereniging identieke belangen hebben. Zij krijgen immers normaliter per product/kwaliteit dezelfde uitbetaalprijzen. Op deze wijze is de concurrentie tussen de leden dus uitgeschakeld. Ook zal het eventuele incassorisico op deze wijze over de telers worden verdeeld.