1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. NZa wijst klacht verloskundigen af

NZa wijst klacht verloskundigen af

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in haar besluit van 5 april 2011 een klacht van de maatschap Verloskundige Groepspraktijk Helmond (VGH) tegen het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond afgewezen. VGH was van mening dat het Elkerliek Ziekenhuis misbruik maakte van haar aanmerkelijke marktmacht door te weigeren specifieke bloedonderzoeken voor cliënten van VGH te verrichten. De NZa is na onderzoek tot de conclusie gekomen dat de weigering van het Elkerliek Ziekenhuis niet leidt tot beperking...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 04 mei 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in haar besluit van 5 april 2011 een klacht van de maatschap Verloskundige Groepspraktijk Helmond (VGH) tegen het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond afgewezen. VGH was van mening dat het Elkerliek Ziekenhuis misbruik maakte van haar aanmerkelijke marktmacht door te weigeren specifieke bloedonderzoeken voor cliënten van VGH te verrichten. De NZa is na onderzoek tot de conclusie gekomen dat de weigering van het Elkerliek Ziekenhuis niet leidt tot beperking van de mededinging. Daarom ziet de NZa geen reden om zogenaamde AMM-verplichtingen op te leggen.

Feiten

VGH had het Elkerliek Ziekenhuis meegedeeld geen gebruik meer te maken van de diensten van het laboratorium van het Elkerliek Ziekenhuis voor het verrichten van zwangerschapsscreening. Voor deze screening was VGH namelijk een samenwerking aangegaan met de Stichting Synergos. In reactie hierop liet het Elkerliek Ziekenhuis weten niet langer specifieke bloedonderzoeken voor cliënten van VGH te zullen verrichten. VGH was van mening dat het Elkerliek Ziekenhuis hiermee misbruik maakte van haar aanmerkelijke marktmacht en verzocht de NZa bij wijze van spoedmaatregel het Elkerliek Ziekenhuis te verplichten het specifieke bloedonderzoek weer voor de cliënten van VGH te verrichten.

Beoordeling door de NZa

Op grond van artikel 48 Wet marktwerking gezondheidszorg (Wmg) is de NZa bevoegd verplichtingen opleggen aan zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars die de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie op de Nederlandse markt of een deel daarvan kunnen belemmeren omdat zij over aanmerkelijke marktmacht beschikken. Dergelijke verplichtingen worden ook wel AMM-verplichtingen genoemd. Om een AMM-verplichting op te kunnen leggen moet de NZa overeenkomstig de Beleidsregel aanmerkelijke marktmacht vaststellen (i) dat op een daartoe afgebakende relevante markt een zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraar over aanmerkelijke marktmacht beschikt die (ii) leidt tot (potentiële) mededingingsproblemen welke (iii) door één of meer verplichtingen op proportionele wijze kunnen worden opgelost. Aan alle drie de voorwaarden moet zijn voldaan, wil de NZa een AMM-verplichting kunnen opleggen.

De NZa had vastgesteld dat het Elkerliek Ziekenhuis niet de enige aanbieder was van specifieke bloedonderzoeken. Binnen een straal van 30 kilometer om de vestiging van VGH waren 6 aanbieders actief. VGH zou haar cliënten dus naar een van die aanbieders kunnen sturen. Het spreekt voor zich dat dit tot extra reistijd voor de cliënten van VGH zou leiden. Dit leidt volgens de NZa, die daarin de Inspectie voor de Volksgezondheid volgt, niet tot een daling van de kwaliteit van de zorg. Evenmin komt de toegankelijkheid van de zorg in het gedrang.

VGH had aangevoerd concurrentienadeel te zullen leiden indien haar cliënten genoodzaakt zouden worden om een langere afstand dan die tot het Elkerliek Ziekenhuis zouden moeten reizen. Dit zou er volgens VGH toe kunnen leiden dat zij op korte termijn haar activiteiten met betrekking tot verloskundige zorg zou moeten staken. De NZa wijst er op “dat het zich niet op de markt kunnen handhaven van een marktpartij op zichzelf niet voldoende reden vormt om een AMM-verplichting op te leggen. Daarvoor is het relevant of dit het gevolg is van de marktgedragingen van in casu het Elkerliek Ziekenhuis en vervolgens òf, en in welke mate, de publieke belangen en/of de mededinging op die markt hierdoor ernstig geschaad worden.”

De NZa is van mening dat cliënten niet voor VGH kiezen vanwege de reistijd naar het ziekenhuis, maar vanwege de extra service die VGH naar eigen zeggen biedt. Verder is VGH volgens de NZa in staat de eventuele nadelen van de langere reistijd te mitigeren. VGH zou het bloed zelf kunnen afnemen en zelf het afgenomen bloed naar een laboratorium toe sturen. De NZa komt aldus tot de conclusie dat het niet aannemelijk is dat VGH een concurrentienadeel zal leiden als gevolg van de weigering van het Elkerliek Ziekenhuis specifieke bloedonderzoeken voor de cliënten van VGH te verrichten. Omdat er zich geen mededingingsproblemen voordoen, laat de NZa in het midden of het Elkerliek Ziekenhuis beschikt over aanmerkelijke marktmacht.

De NMa

De klacht van de verloskundigen tegen het Elkerliek Ziekenhuis vertoont enige gelijkenis van Stichting Huisartsenlaboratorium Oost (SHO) tegen de Alysis Zorggroep. SHO klaagde over de weigering van de Alysis Zorggroep om haar medisch specialisten die in haar ziekenhuizen werken toe te staan werkzaamheden te verrichten voor SHO. Volgens SHO beschikte de Alysis Zorggroep over een zogenaamde essentiële faciliteit, te weten specialistische ondersteuning bij diagnostische ondersteuning door SHO aan huisartsen. Door te weigeren deze faciliteit ter beschikking te stellen maakte de Alysis Zorggroep misbruik van haar economische machtspositie in de zin van artikel 24 Mededingingswet (Mw). In het besluit van 17 mei 2006 laat de NMa, net als de NZa in de zaak van de verloskundigen, in het midden of de Alysis Zorggroep beschikt over een economische machtspositie. Volgens de NMa was SHO voor specialistische ondersteuning niet uitsluitend aangewezen op de Alysis Zorggroep. Dit betekent  dat de Alysis Zorggroep niet beschikte over een essentiële faciliteit, waardoor de weigering van de Alysis Zorggroep om haar medisch specialisten toe te staan werkzaamheden te verrichten voor SHO niet als misbruik kon worden  bestempeld.