1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ongerechtvaardigde verrijking wegens het niet betalen van contributie aan een vereniging

Ongerechtvaardigde verrijking wegens het niet betalen van contributie aan een vereniging

Watertuin is een vereniging die de belangen behartigt van bewoners en eigenaren van het complex, bestaande uit onder andere 70 woonboten. De instandhouding van de basisinfrastructuur is de taak van Watertuin. Watertuin verzorgt onder andere onderhoud van de brug, asfaltpaden, straatverlichting, riolering, watergangen en damwanden. Leden van de vereniging moeten jaarlijks een contributie betalen aan Watertuin. Gedaagde is eigenaar van een woonboot binnen het complex en heeft per 1 januari 2013...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 21 mei 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Watertuin is een vereniging die de belangen behartigt van bewoners en eigenaren van het complex, bestaande uit onder andere 70 woonboten. De instandhouding van de basisinfrastructuur is de taak van Watertuin. Watertuin verzorgt onder andere onderhoud van de brug, asfaltpaden, straatverlichting, riolering, watergangen en damwanden. Leden van de vereniging moeten jaarlijks een contributie betalen aan Watertuin. Gedaagde is eigenaar van een woonboot binnen het complex en heeft per 1 januari 2013 het lidmaatschap opgezegd en de jaarlijkse contributie niet (meer) betaald.

Watertuin is vervolgens naar de kantonrechter gestapt en vordert betaling van het jaarlijkse contributie. Daarnaast vordert Watertuin een verklaring voor recht dat gedaagde eigenaar is van het perceel en zolang hij gebruikt maakt van de basisinfrastuctuur, ondanks dat hij geen lid is van de vereniging, hij een vergoeding is verschuldigd ter hoogte van de jaarlijkse contributie. Watertuin stelt zich op het standpunt dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 BW). Gedaagde erkent dat hij een vergoeding moet betalen, maar stelt dat hij alleen voor de collectieve basisinfrastructuur waarvan hij zelf gebruik maakt en profiteert, hoeft te betalen mits hetgeen in rekening wordt gebracht redelijk is. De gedaagde betwist vervolgens de hoogte van het bedrag van de vergoeding.

Beoordeling van de kantonrechter

Gedaagde heeft een aantal taken genoemd, waarvan hij betwist of ze onder de collectieve basisinfrastructuur vallen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een collectief belang ten aanzien van de taken van Watertuin. Daarnaast betwist gedaagde de kosten en uitgaven van Watertuin, maar dit verweer is onvoldoende gemotiveerd. De kosten en uitgaven van Watertuin kunnen volgens de kantonrechter als redelijk worden beschouwd. Uit de financiële verantwoording van Watertuin is voorts gebleken dat de jaarlijkse inkomsten (aan contributie) uitsluitend gebruikt worden voor het onderhouden van de basisinfrastructuur ten behoeve van het complex. Daaruit volgt dat gedaagde, indien hij minder dan een bedrag ter hoogte van het bedrag van de jaarlijkse contributie zou betalen, voor dat verschil ongerechtvaardigd wordt verrijkt en Watertuin voor eenzelfde bedrag wordt verarmd. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom (het bedrag ten hoogte van de jaarlijkse contributie) en de vordering tot verklaring voor recht toe aan Watertuin.