Uit het advies van de Raad van State in verband met de onteigening voor het onteigeningsplan Munnikenland (gemeente Zaltbommel) blijkt dat de Raad van State het gevoerde minnelijk overleg onverminderd streng beoordeelt. Het advies is gepubliceerd met het KB van 23 februari 2013, nr. 13.000338.
Verzoek door Staatssecretaris namens Minister ten behoeve van gemeentelijk bestemmingsplan
De onteigening wordt verzocht ter uitvoering van een bestemmingsplan van de gemeente Zaltbommel, gericht op maatregelen in het kader van de rivierveiligheid als vastgelegd in de PKB Ruimte voor de Rivier. Verzoeker om onteigening is de staatssecretaris van I en M, ten name van de Minister. De Kroon wijst de zienswijzen af die zien op de bevoegdheid van de Minister respectievelijk de staatssecretaris om als meest gerede partij in plaats van de gemeente een verzoek tot onteigening te doen ter uitvoering van het gemeentelijke bestemmingsplan.
Minnelijk overleg: geen overmacht
In het kader van het onderzoek door de Kroon en de Raad van State bleek dat aan twee vruchtgebruikers van een perceel geen aanbod tot schadeloosstelling was gedaan.
In het –eveneens gepubliceerde- ontwerpKB was daarover gesteld dat verzoeker pas na het verkrijgen van een uittreksel van het Kadaster op 11 april 2012 op de hoogte kon zijn van de rechten van vruchtgebruik. Volgens verzoeker was de periode tussen 11 april 2012 en de datum van de indiening van het verzoek tot aanwijzing ter onteigening te kort om nog een aanbod tot schadevergoeding te kunnen doen. De Kroon vond dat niet onredelijk en overwoog dat sprake was van een overmachtssituatie, nu ook de betrokken eigenaren het vruchtgebruik niet hadden genoemd in het minnelijk overleg. Het achterwege blijven van een aanbod tot schadeloosstelling aan de vruchtgebruikers kon onder deze omstandigheden volgens de Kroon niet aan verzoeker kan worden tegengeworpen.
De Afdeling advisering van de Raad van State denkt hier anders over. Volgens de Raad van State is geen sprake van overmacht, omdat verzoeker het moment van indiening van het verzoek kon kiezen. De Kroon had bovendien moeten onderzoeken waarom verzoeker tussen 11 april en 25 april 2012 geen aanbod tot schadeloosstelling heeft voorbereid en waarom hij ook na 25 april 2012 niet alsnog een zodanig aanbod aan de twee vruchtgebruikers heeft gedaan. Ook moet worden onderzocht waarom de indiening van het verzoek niet kon worden uitgesteld.
In het Nader rapport en in het KB overweegt de Minister dat hij het advies van de Afdeling kan volgen. Gelukkig was de desbetreffende onroerende zaak inmiddels in eigendom verworven, zodat het verzoek zonder problemen om die reden kon worden afgewezen.
Bij later opgekomen vruchtgebruiker: alsnog aanbod en zo nodig uitstel verzoekbesluit!
Het advies van de Raad van State en het Nader rapport van de Minister leren dat het, bij later gebleken beperkt gerechtigden zoals vruchtgebruikers, de voorkeur verdient om met het verzoekbesluit nog even pas op de plaats te maken. Het risico is anders groot dat het verzoek om onteigening wordt afgewezen omdat niet kan worden vastgesteld dat het perceel vrij van vruchtgebruik kon worden verworven.
Heeft u vragen over onteigening? Bel of e-mail met mr. Hanna Zeilmaker, onteigeningsadvocaat
Onteigening en het minnelijk overleg: bij nagekomen beperkt gerechtigde zo nodig uitstel verzoekbesluit
Uit het advies van de Raad van State in verband met de onteigening voor het onteigeningsplan Munnikenland (gemeente Zaltbommel) blijkt dat de Raad van State het gevoerde minnelijk overleg onverminderd streng beoordeelt. Het advies is gepubliceerd met het KB van 23 februari 2013, nr. 13.000338. Verzoek door Staatssecretaris namens Minister ten behoeve van gemeentelijk bestemmingsplanDe onteigening wordt verzocht ter uitvoering van een bestemmingsplan van de gemeente Zaltbommel, gericht op maat...
Leestijd
Auteur artikel
Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd
08 april 2013
Laatst gewijzigd
16 april 2018