1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Onteigening: KB knooppunt Joure: kan provincie onderhandelen voor Staat?

Onteigening: KB knooppunt Joure: kan provincie onderhandelen voor Staat?

In een KB van 4 juni 2015, is de situatie aan de orde dat de Staat verzoekt om onteigening, terwijl het minnelijk overleg door de provincie is gevoerd. Mag dat, of had de Staat zelf moeten onderhandelen?ProjectHet Koninklijk Besluit ziet op het onteigeningsplan voor de reconstructie van het knooppunt Joure. Daar komen de Rijkswegen A6 en A7 bij elkaar. Op dit moment bestaat het knooppunt uit een grote rotonde, waar vaak files staan en met enige regelmaat ongelukken gebeuren. Met de reconstruc...
Leestijd 
Auteur artikel Joske Hagelaars
Gepubliceerd 15 juli 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een KB van 4 juni 2015, is de situatie aan de orde dat de Staat verzoekt om onteigening, terwijl het minnelijk overleg door de provincie is gevoerd. Mag dat, of had de Staat zelf moeten onderhandelen?

Project

Het Koninklijk Besluit ziet op het onteigeningsplan voor de reconstructie van het knooppunt Joure. Daar komen de Rijkswegen A6 en A7 bij elkaar. Op dit moment bestaat het knooppunt uit een grote rotonde, waar vaak files staan en met enige regelmaat ongelukken gebeuren. Met de reconstructie van het A6/A7 Knooppunt Joure wordt de rotondestructuur wordt vervangen door een doorgaande weg vanaf Emmeloord richting Groningen en de snelweg van en naar Sneek (A7) door middel van fly-overs wordt aangetakt.

Taakverdeling tussen Staat en Provincie

In het project wordt nauw samengewerkt tussen de Staat, de provincie Fryslân en de gemeente De Friese Meren. Daarbij is tussen deze overheden afgesproken dat de provincie Fryslân verantwoordelijk is voor het budget, maar dat het project (niettemin) door de Staat wordt uitgevoerd. De Staat is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Tracébesluit A6/A7 Knooppunt Joure en draagt de verantwoording voor de realisatie van het plan en het beheer en onderhoud.

In de aanbiedingen aan de reclamanten heeft de provincie aanbiedingen gedaan namens de Staat, maar onder het voorbehoud van goedkeuring door gedeputeerde staten. In hun zienswijzen stellen reclamanten dat – nu de aanbiedingen zijn gedaan onder voorbehoud van goedkeuring van gedeputeerde staten- de Staat niet de verzoeker om onteigening kan zijn. De afspraken tussen de provincie en de Staat zijn niet ter inzage gelegd. Bovendien vinden de reclamanten dat een aanbod zonder voorbehouden had moeten worden gedaan.

De Kroon overweegt hierover dat de Staat de meest gerede partij is om het onteigeningsverzoek te doen. De Staat zal het werk realiseren en ook het beheer gaan voeren over het werk. Dat de provincie de grootste financier is doet hier niet aan af, maar dat brengt wel mee dat het project (ook) onder de provinciale administratie valt en dat de provincie stuurt op kostenbepalende procesonderdelen (zoals de grondverwerving). De provincie heeft steeds aangegeven namens de Staat aanbiedingen te doen en steeds duidelijk gecommuniceerd over de onderlinge taakverdeling.

Aanbieding onder voorbehoud toegestaan?!

Op het punt dat de aanbiedingen onder voorbehoud van goedkeuring door gedeputeerde staten worden gedaan merkt de Kroon op dat dit te maken heeft met de hiervoor genoemde sturing op kosten. De Kroon vindt een dergelijk voorbehoud acceptabel omdat het gebruikelijk is bij onderhandelingen met een overheidspartij.

Op dit punt merken wij overigens op dat wij de ergernis van onteigenden over voorwaardelijke aanbiedingen wel kunnen begrijpen. Hoewel voorbehouden bij overheden inderdaad begrijpelijk en gebruikelijk zijn heeft een onteigende aan een voorwaardelijke aanbieding helemaal niets als –om wat voor reden dan ook- goedkeuring uitblijft. Wij gaan er bovendien vanuit dat een door de onteigende gemaakt voorbehoud voor de onteigenaar niet acceptabel is. Bij een bedrijf kan immers evengoed sprake zijn van een ‘gebruikelijk’ voorbehoud, bijvoorbeeld van een aandeelhouder. In een onderhandeling(sspel) lijkt het op het eerste gezicht onwenselijk om te aanvaarden dat de ene partij steeds voorwaardelijke aanbiedingen kan doen terwijl de andere partij alleen maar onvoorwaardelijk mag accepteren. In de praktijk zal het aanvaarden van een voorbehoud van de eigenaar betekenen dat de onteigeningsprocedure in afwachting van de ontbrekende goedkeuring mag worden gestart dan wel voortgezet, omdat de overheid nu eenmaal gebonden is aan de eigen op de urgentie van de aanleg van het werk toegesneden planning.