1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Onteigening: na kadastrale hermeting nieuw aanbod noodzakelijk

Onteigening: na kadastrale hermeting nieuw aanbod noodzakelijk

In het KB Alphen aan de Rijn van 12 december 2012, nr. 12.002994, was de onteigening aan de orde ten behoeve van de bestemming natuur. Het KB resulteert in een gedeeltelijke afwijzing namelijk voor zover een kadastrale hermeting niet was gevolgd door een nieuw concreet aanbod op basis van de gemeten oppervlakte.CasusDe onteigening betreft grasland in gebruik ten behoeve van de melkveehouderij, en is noodzakelijk ter realisering van de bestemming ‘Natuur”, ter compensatie van de aanleg van een...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 08 februari 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In het KB Alphen aan de Rijn van 12 december 2012, nr. 12.002994, was de onteigening aan de orde ten behoeve van de bestemming natuur. Het KB resulteert in een gedeeltelijke afwijzing namelijk voor zover een kadastrale hermeting niet was gevolgd door een nieuw concreet aanbod op basis van de gemeten oppervlakte.

Casus
De onteigening betreft grasland in gebruik ten behoeve van de melkveehouderij, en is noodzakelijk ter realisering van de bestemming ‘Natuur”, ter compensatie van de aanleg van een overslagterminal en de daarvoor omgelegde provinciale weg. De zienswijzen van de eigenaren hebben betrekking op de wijze van planuitvoering, het onteigenen voor natuur, de afwijkende oppervlakte in de lijst van te onteigenen onroerende zaken en het publieke belang van de onteigening.

Onteigening ten behoeve van de bestemming ‘Natuur’
Één van de grondeigenaren had aangevoerd dat in het bestemmingsplan noch in andere stukken inzicht was gegeven over de wijze van planuitvoering. Het overgangsrecht maaktcht maakt voortgezet agrarisch gebruik mogelijk en het aanlegvergunningstelsel staat aan een agrarisch gebruik niet in de weg. Het bestaande agrarische gebruik was volgens de eigenaar dus in overeenstemming met het bestemmingsplan, zodat de noodzaak tot onteigening ontbrak. De Kroon is van oordeel dat de toelichting van het bestemmingsplan en de omschrijving van de bestemming Natuur in de planregels voldoende inzicht biedt in de wijze van planuitvoering, en wel in die zin dat de bestemming Natuur agrarisch medegebruik uitsluit. Dat elders in de al gerealiseerde natuur begrazing plaatsvindt, en dat het overgangsrecht voortzetting van bestaand agrarisch gebruik mogelijk maakt dat niet anders.

De zienswijze inhoudende dat de voorgenomen onteigening haaks zou staan op het terughoudende beleid van staatssecretaris Bleker, dat het bij onteigening voor natuur zou moeten gaan om de afronding van natuurgebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur, terwijl hier sprake is van afzonderlijke compensatie, wordt door de Kroon begrepen als een zienswijze over de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Dit bezwaar was in de schriftelijke zienswijzen niet naar voren gebracht en wordt dus niet behandeld. De Kroon merkt ten overvloede op dat de benodigde financiële middelen voor het project met een provinciaal budget zijn verzekerd.

Particulier of publiek belang?
Éen van de eigenaren had betoogd dat met de aanleg van de overslagterminal private belangen en dus niet het publiek belang waren gediend. De Kroon overweegt dat de in afzonderlijke bestemmingsplannen neergelegde bestemmingen voor de overslagterminal en de natuurcompensatie primair het publieke belang van de economische ontwikkeling en het natuurbehoud op het grondgebied van de gemeente dienen, en dat dus niet louter private belangen zijn gediend.

Kadastrale hermeting? Dan een nieuw aanbod!
Op de lijst van te onteigenen onroerende zaken was een afwijkende (namelijk een grotere) oppervlakte vermeld dan waarover was gesproken in het minnelijk overleg. Dat was een gevolg van een kadastrale hermeting waarbij de kadastrale situatie is gewijzigd en de grootte van het nieuw gevormde perceel was bepaald op een grotere oppervlakte dan in de eerdere biedingen was aangehouden. In de laatste bieding was aangegeven dat een kadastrale hermeting had plaatsgehad en was een voorbehoud opgenomen in verband met de vaststelling van de oppervlakte na hermeting; de schadeloosstelling zou naar rato worden aangepast.

De Kroon vindt deze aanpak niet de juiste, en is van oordeel dat verzoeker de eigenaar een onvoldoende concreet bod heeft gedaan. Ongeacht het voorbehoud in de bieding had het op de weg van verzoeker gelegen zich direct op de hoogte te laten stellen van de verwachte wijziging van de kadastrale oppervlakte van het perceel en had deze voor het nemen van het verzoekbesluit terstond een nieuw bod moeten doen. Omdat verzoeker dit heeft nagelaten, is de Kroon van oordeel dat de eigenaar een onvoldoende beeld heeft gehad van hetgeen ter verkoop en mogelijk ook ter onteigening in het geding was. Verzoeker kon zich er ten tijde van het verzoekbesluit ten aanzien van bedoeld perceel niet voldoende van vergewissen dat het aannemelijk zou zijn dat het minnelijk overleg voorlopig niet zou leiden tot vrijwillige eigendomsoverdracht. Om die reden heeft de Kroon het verzoek om aanwijzing ter onteigening in zoverre afgewezen.

Zienswijze LTO niet ontvankelijk
LTO had ook een zienswijze ingediend en had desgevraagd aangegeven dat zij als belanghebbende in de administratieve onteigeningsprocedure kan worden aangemerkt omdat zij opkomt voor de duurzame grondpositie voor de agrarische ondernemers in het plangebied. De Kroon stelt voorop dat als uitgangspunt voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van LTO in de onteigeningsprocedure geldt, dat daarin als belanghebbende kan worden aangemerkt, degene die zakelijke of persoonlijke rechten kan doen gelden met betrekking tot de in een onteigeningsbesluit begrepen onroerende zaken, dan wel degene wiens belang uit anderen hoofde rechtstreeks bij een onteigeningsbesluit is betrokken. LTO is geen zakelijk of anderszins gerechtigde op de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken. Naar het oordeel van de Kroon kan LTO voor het overige als indiener van een zienswijze in de administratieve onteigeningsprocedure, daarin in beginsel uitsluitend worden ontvangen als zij het oogmerk heeft de algemene en collectieve belangen van de aangesloten leden te behartigen. Als LTO de individuele belangen van die leden wenst te behartigen moet zij daartoe zijn gemachtigd. De Kroon leidt uit de toelichting van LTO af dat zij de individuele belangen behartigt. Omdat een machtiging ontbreekt is de zienswijze niet ontvankelijk.

Heeft u vragen over onteigening? Bel of mail mr. Hanna Zeilmaker, onteigeningsadvocaat