1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Onterechte turboliquidatie: noodzaak tot heropenen vereffening?

Onterechte turboliquidatie: noodzaak tot heropenen vereffening?

Indien een vennootschap ten onrechte wordt geturboliquideerd, heeft er feitelijk geen turboliquidatie plaatsgevonden. Bestaat in dit geval de noodzaak tot heropening van de vereffening, of kan eenvoudigweg worden aangenomen dat de vennootschap nog altijd bestaat en in liquidatie verkeert?
Leestijd 
Auteur artikel Bart Jacobs
Gepubliceerd 31 januari 2022
Laatst gewijzigd 25 augustus 2023

Een vennootschap die op het moment van haar ontbinding geen baten heeft, houdt op grond van artikel 19 lid 4 van boek 2 BW op het moment van haar ontbinding op te bestaan. Daar waar het normaal gesproken nodig is het vermogen van een ontbonden vennootschap te vereffenen (liquidatie van het vermogen), bestaat deze noodzaak bij een vennootschap zonder baten niet. Om die reden kan bij de ontbinding van een vennootschap zonder baten de vereffeningsfase worden overgeslagen en leidt ontbinding meteen tot het einde van de vennootschap. De snelheid waarmee de vennootschap na haar ontbinding ophoudt te bestaan, is de reden waarom deze wijze van ontbinding (ondanks het feitelijk uitblijven van enige liquidatie) ook wel turboliquidatie wordt genoemd.

In de praktijk komt het geregeld voor dat de veronderstelling dat de vennootschap ten tijde van haar ontbinding geen baten had onjuist blijkt. Bij nader inzien was er toch nog actief aanwezig dat vereffend had moeten worden. Kortom: de vereffeningsfase is ten onrechte overgeslagen en dient alsnog te worden doorlopen.

Vaak is in een dergelijke situatie de eerste reactie om artikel 23c van boek 2 BW toe te passen, in welk artikel de heropening van de vereffening is geregeld. Dat ligt voor de hand, nu dit artikel specifiek geschreven lijkt voor deze situatie. Het is echter maar de vraag of dit artikel van toepassing is in de situatie waarin er ten tijde van de ontbinding nog actief beschikbaar was binnen de vennootschap. Er kan immers ook worden beredeneerd dat - nu er ten tijde van de ontbinding actief aanwezig was in de vennootschap - de turboliquidatie feitelijk nooit heeft kunnen plaatsvinden. Er is in dat geval sprake van een ontbonden vennootschap die nog altijd wacht op de vereffening van haar vermogen en zogezegd in liquidatie verkeert.

Beide benaderingswijzen hebben voor- en nadelen. Zo doet de heropening van de vereffening conform artikel 23c boek 2 BW de vennootschap slechts ‘herleven’ voor zover vereist voor de vereffening van het vermogen, hetgeen redelijk overzichtelijk is. Indien echter wordt aangenomen dat de vereffening nooit is afgerond en de vennootschap om die reden nooit is opgehouden te bestaan, kan bijvoorbeeld ook het ontbindingsbesluit (onder omstandigheden) worden herroepen of kan direct (zonder heropening van de vereffening) het faillissement van de ontbonden vennootschap worden aangevraagd.

Als u vragen heeft over een geplande of reeds uitgevoerde turboliquidatie of als u wordt geconfronteerd met de gevolgen van een turboliquidatie, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij maken uw situatie en de mogelijkheden graag inzichtelijk voor u.