1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Op weg naar 2014 en daarna: pensioen volgens het sociaal akkoord van 11 april

Op weg naar 2014 en daarna: pensioen volgens het sociaal akkoord van 11 april

Kabinet en sociale partners stellen ook concrete maatregelen voor op het terrein van pensioen. Let op, dat kabinet en sociale partners niet op alle onderdelen overeenstemming hebben bereikt.WitteveenkaderHet kabinet wil de ambitie ten aanzien van de pensioenhoogte beperken. Na 40 jaar werken moet iedereen redelijk in staat zijn om een pensioen bij elkaar te sparen van 70% van het gemiddeld verdiende loon (middelloon).Op grond van deze maatschappelijk aanvaarde norm verlaagt het kabinet de opb...
Leestijd 
Auteur artikel Henk Hoving
Gepubliceerd 23 april 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Kabinet en sociale partners stellen ook concrete maatregelen voor op het terrein van pensioen. Let op, dat kabinet en sociale partners niet op alle onderdelen overeenstemming hebben bereikt.

Witteveenkader

Het kabinet wil de ambitie ten aanzien van de pensioenhoogte beperken. Na 40 jaar werken moet iedereen redelijk in staat zijn om een pensioen bij elkaar te sparen van 70% van het gemiddeld verdiende loon (middelloon).

Op grond van deze maatschappelijk aanvaarde norm verlaagt het kabinet de opbouw die fiscaal gefaciliteerd wordt met 0,4% tot 1,75% van de pensioengrondslag. Per 1 januari 2014 vindt al een verlaging plaats naar 1,90% (eindloon) en 2,15% (middelloon). Daarnaast vervalt de fiscale facilitering van pensioen boven een pensioengevend loon van € 100.000,-.

De sociale partners worden opgeroepen de door deze maatregelen ontstane premieruimte te gebruiken voor het verlagen van de pensioenpremies (15%). Doel van het kabinet is de koopkracht van de werknemers te ondersteunen.

Wetsvoorstel al ingediend

Op 15 april 2013 heeft het kabinet, op grond van de plannen in het regeerakkoord van 29 oktober 2012, het vorenbedoelde wetsvoorstel (kortweg: aanpassing Witteveen­kader) al bij de Tweede Kamer ingediend met ingangsdatum 1 januari 2015:

  • maximale opbouw eindloon wordt 1,50%;

  • maximale opbouw middelloon wordt 1,75%;

  • voor beschikbare premieregeling geldt vergelijkbare vermindering, met toets aan het gemiddelde loon in plaats van het laatstgenoten loon; dit wordt bij AMvB geregeld;

  • pensioengevend salaris dat fiscaal gefaciliteerd wordt bedraagt € 100.000,-; na aftrek AOW-franchise is dit circa € 87.000,-; bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd; opgebouwde pensioenaanspraken blijven gerespecteerd;

  • pensioenregeling kan worden gesplitst in zuiver deel binnen de aangescherpte fiscale grenzen en onzuiver deel daarboven (het onzuivere deel is dan belast in box 3);

  • afkoopverbod pensioen boven fiscale grenzen vervalt;

  • opbouw pensioen boven fiscale grenzen kan alleen uitgevoerd worden als vrijwillige regeling.


Alternatieven sociale partners vóór 1 juni 2013

De sociale partners zullen samen met de ministeries van SZW en Financiën twee alternatieven onderzoeken die uitgaan van een maximaal te bereiken opbouw van 2% van de pensioen­grondslag:

  • bij splitsing in een zuiver en onzuiver deel zou er een vrijstelling voor de vermogens­rendementsheffing van box 3 moeten komen;

  • introductie van de mogelijkheid de belastingheffing op pensioen (als uitgesteld loon) gedeeltelijk te verschuiven van een heffing bij uitkering (na pensionering) naar een heffing bij pensioen-inleg, zonder belasting op vermogensrendement (box 3).


Doel van deze onderzoeken is een bijdrage aan een stabiel en toekomstbestendig pensioen­stelsel en de daarvoor noodzakelijke contractmodernisering met ingang van 2015. De sociale partners vinden dat hiervan geen /onvoldoende sprake is in de gepresenteerde kabinetsplannen, met een te rigoureus verlaagde pensioenopbouw.

AOW

Op 1 januari 2013 is de AOW-leeftijd voor de eerste keer verhoogd met één maand. Jaarlijks volgen stapsgewijze verhogingen naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021.

Voor personen die op 1 januari 2013 al deelnemen aan een VUT- en prepensioenregeling of een vergelijkbare regeling wordt de overgangsregeling verruimd. Dit is goed nieuws voor deelnemers met een inkomen tot 200% van het minimum loon (300% voor paren).

Reëel pensioencontract

De sociale partners pleiten (in navolging van de analyse die de SER gemaakt heeft) voor aanpassing van het huidige pensioenstelsel, dat te snel leidt tot hoge kortingen en premie­verhogingen in slechte tijden en te veel uitkeren en premieverlagingen in conjunctureel gunstige tijden. Om meer stabiliteit van het stelsel te bereiken pleiten de sociale partners voor:

  • invoering van het nieuwe pensioencontract met de wettelijke plicht tot invaren van bestaande pensioenaanspraken en –rechten, om te voorkomen dat pensioenregelingen moeten worden gesplitst; er moeten duidelijke wettelijke spelregels komen met toezicht van DNB;

  • de introductie van een macrostabiele discontovoet voor goede èn slechte tijden;

  • een integraal FTK zonder rigide scheiding tussen een nominaal en reëel pensioencontract; doel is de toeslagverlening binnen het nominale contract niet onnodig te belemmeren;

  • vanwege de invoering van het nieuwe FTK in 2015 dient er een aanvullend pakket voor het overgangsjaar 2014 te komen; doel is afstempelen en premiestijging in 2014 zoveel mogelijk te voorkomen; er moet kunnen worden voorgesorteerd op het nieuwe FTK.


Binnenkort zal blijken of het kabinet en de sociale partners per 1 juni 2013 nadere afspraken kunnen maken. Hierover houden wij u op de hoogte via deze kennisportal.