Op 10 november 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ("Raad van State") in de zaak tussen OPTA en ECS uitgemaakt dat OPTA namen mag publiceren van bedrijven aan wie zij een boete heeft opgelegd, ook als tegen het besluit waarin die boete wordt opgelegd nog een juridische procedure loopt en de rechtmatigheid daarvan nog niet vaststaat.
In deze procedure stond de vraag centraal in hoeverre het OPTA is toegestaan om de namen van rechtspersonen van ECS openbaar te maken in het kader van een aan ECS opgelegde boete, terwijl de procedure over de vraag of die boete terecht is opgelegd nog liep. De Raad van State is van oordeel dat dit in beginsel moet kunnen.
Daarbij moet een belangenafweging plaatsvinden tussen enerzijds het algemeen belang dat door publicatie wordt gediend (preventie en informeren/waarschuwen van internetgebruikers), tegenover het belang van ECS geen onevenredig nadeel te lijden als gevolg van die publicatie. In deze belangenafweging moet een groot gewicht worden toegekend aan het algemeen belang, aldus de Raad van State. Van een onevenredige benadeling kan sprake zijn als het boetebesluit uiteindelijk in rechte geen stand houdt en de betrokken rechtspersoon dus ten onrechte als overtreder kenbaar is gemaakt. Als de betrokken onderneming publicatie van haar naam in het boetebesluit wenst te voorkomen zal die onderneming dat via een voorlopige voorziening (soort kort geding) moeten proberen te bewerkstelligen.
Opmerkelijk is overigens nog wel dat de Afdeling in haar oordeel ook van belang achtte dat OPTA belanghebbenden bij een boetebesluit (kennelijk) de gelegenheid biedt een voorlopige voorziening te starten alvorens daadwerkelijk tot publicatie over wordt gegaan. Deze werkwijze heeft mijns inziens de zaak wel gekleurd en komt mij ook zorgvuldig over. De betrokkenen kunnen immers slechts achteraf vaststellen of de boete en de publicatie van haar bedrijfsgegevens terecht was. Als zou blijken dat het boetebesluit ten onrechte is genomen dan blijven die onterechte publicaties nog jaren op Internet rondzwerven, hetgeen uiteraard schadelijk is voor de reputatie van een dergelijke organisatie.
OPTA mag bedrijfsnamen vermeende overtreders publiceren
Op 10 november 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ("Raad van State") in de zaak tussen OPTA en ECS uitgemaakt dat OPTA namen mag publiceren van bedrijven aan wie zij een boete heeft opgelegd, ook als tegen het besluit waarin die boete wordt opgelegd nog een juridische procedure loopt en de rechtmatigheid daarvan nog niet vaststaat. In deze procedure stond de vraag centraal in hoeverre het OPTA is toegestaan om de namen van rechtspersonen van ECS openbaar te maken...
Leestijd
Auteur artikel
Ernst-Jan van de Pas
Gepubliceerd
12 november 2010
Laatst gewijzigd
16 april 2018