1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Pensioen piloten KLM niet langer sky high

Pensioen piloten KLM niet langer sky high

Als het aan de KLM ligt, worden de pensioenen van de piloten versoberd. Een versobering die voor de pilotenvakbond VNV onacceptabel is. Het gestelde ultimatum van VNV, waarin verzocht wordt om terug te komen op het besluit tot pensioenversobering, loopt vandaag (12 augustus 2016) af. Kan KLM zomaar aan de bestaande pensioenaanspraken met de piloten tornen? Een vraag waarover men  de komende periode gegarandeerd het hoofd zal breken. Pensioen pilotenDe pensioenregeling die KLM aan haar piloten...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 12 augustus 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018

Als het aan de KLM ligt, worden de pensioenen van de piloten versoberd. Een versobering die voor de pilotenvakbond VNV onacceptabel is. Het gestelde ultimatum van VNV, waarin verzocht wordt om terug te komen op het besluit tot pensioenversobering, loopt vandaag (12 augustus 2016) af. Kan KLM zomaar aan de bestaande pensioenaanspraken met de piloten tornen? Een vraag waarover men  de komende periode gegarandeerd het hoofd zal breken.


Pensioen piloten


De pensioenregeling die KLM aan haar piloten heeft aangeboden, is ondergebracht bij het Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM. Dat pensioenfonds voert de pensioenafspraken tussen KLM en de piloten uit, waarbij KLM in het verleden (in 2001 en in 2007) heeft toegezegd dat wanneer het pensioenfonds onvoldoende in kas heeft om de pensioenen volledig mee te laten stijgen met de lonen, KLM zal moeten bijspringen. Met andere woorden: KLM heeft een indexatie toegezegd en voor zover die indexatie niet uit de middelen van het fonds betaald kan worden, zal KLM bijstorten.


Deze toezegging komt KLM nu zeer duur te staan. Hoewel menig pensioenfonds jaloers zal zijn op de huidige dekkingsgraad van het Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM (momenteel 117%), is deze dekkingsgraad onvoldoende om volledig vanuit het fonds te kunnen indexeren. KLM zou maar liefst € 600 miljoen moeten bijstorten, wil het fonds daadwerkelijk de toeslagen mogen uitbetalen aan de piloten. Dit laatste is het gevolg van een aangescherpt financieel toetsingskader dat geldt voor pensioenfondsen per 1 januari 2015. Als gevolg hiervan mogen de pensioenen slechts volledig worden verhoogd met de inflatie- of de loonindexcijfer, indien de dekkingsgraad (in het geval van KLM) hoger is dan 122%.


Opzegging afspraken


KLM heeft vorige maand laten weten genoodzaakt te zijn de gemaakte pensioenaanspraken omtrent de indexatie (verwoord in het zogenoemde STROT-protocol), net als de uitvoeringsovereenkomst  met het pensioenfonds, op te zeggen. Die opzegging is gedaan per 1 december 2016. Daarbij heeft KLM de bereidheid geuit de opzegging ongedaan te maken, indien KLM en VNV erin slagen vóór 1 december 2016 tot een structurele oplossing te komen. De insteek van KLM daarbij is om de pensioenregeling bij het bestaande pensioenfonds voort te zetten, alsnog eenmalig een fors bedrag bij te storten, maar dan wel onder de voorwaarde dat de indexatie-afspraak voor de toekomst gewijzigd wordt. De indexatie zal dan naar verwachting een (meer) voorwaardelijk karakter gaan krijgen en  mogelijk ook dat de indexatie-ambitie neerwaarts wordt bijgesteld. Een vergelijkbare situatie heeft zich in het verleden ook bij ING voorgedaan, die destijds maariefst € 875 miljoen heeft bijgestort als “tegenprestatie” voor de wijziging van de indexatieplicht.


Waarom nú?


Op zichzelf valt zeer goed te verklaren waarom de KLM in deze tijd besluit om de indexatie-afspraak onder de loep te nemen en zelfs probeert daar onderuit te komen. De dekkingsgraad van het pensioenfonds, hoewel nog steeds relatief gunstig, staat onder druk als gevolg van onder andere de zeer lage rente en de stijgende levensverwachting. Tegelijkertijd zijn ook de regels waaraan fondsen moeten voldoen (verwoord in het zogenoemde Financieel Toetsingskader) zodanig aangescherpt dat fondsen o.a. minder snel mogen indexeren als de dekkingsgraad niet optimaal is. In het geval van KLM betekent dit dat de werkgever fors moet bijstorten, wil het fonds net als in het verleden kunnen indexeren. Kortom: in 2001 en 2007 (toen de afspraken omtrent bijstorting door de werkgever gemaakt zijn) was wellicht niet te voorzien dat deze afspraak tot gevolg zou hebben dat de werkgever honderden miljoenen zou moeten bijstorten.


Redelijkheid en billijkheid


Hoewel het handelen van KLM vanuit tijdsperspectief zeer goed te verklaren valt, roept deze handelswijze tegelijkertijd een aantal belangrijke pensioenrechtelijke vraagtekens op. Moet KLM niet gewoon de reeds gemaakte pensioenafspraken nakomen? Volgens mij speelt deze vraag niet uitsluitend in de  verhouding van KLM tot de piloten, maar ook in de verhouding van KLM tot het pensioenfonds. Neem ter vergelijking de situatie van een aantal jaar geleden waarin het pensioenfonds van Unisys de werkgever op basis van een geldende uitvoeringsovereenkomst aansprak op de contractuele verplichting tot bijstorting. In die situatie stond centraal of bijstorting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de werkgever verlangd kon worden. In de kwestie Unisys kwam de werkgever ermee weg, doordat de kantonrechter aannam dat bijstorting leidde tot een verstoord financieel evenwicht binnen de financieringsovereenkomst, de kredietcrisis met een ongekende omvang en hevige gevolgen voor de pensioenlasten, de omvang van de aanvullende bijdrage en de beperkte winstresultaten van de werkgever. Mocht KLM zich dus contractueel verbonden hebben jegens het pensioenfonds om bij te storten, dan zullen ook deze omstandigheden wellicht onderzocht worden.


Zwaarwichtig belang


In de verhouding van KLM tot de piloten speelt meer het arbeidsrechtelijke vraagstuk of de werkgever bevoegd is om de arbeidsvoorwaarde pensioen (eenzijdig) te wijzigen. Het uitgangspunt daarbij is altijd de instemming van de werknemer. Die instemming ontbreekt. Sterker nog, VNV lijkt verrast te zijn door dit besluit van KLM. De vervolgvraag is dan of KLM een zodanig zwaarwichtig belang heeft voor deze eenzijdige wijziging, dat de belangen van de piloten daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moeten wijken. In de communicatie vanuit KLM zie je dat KLM hier al een beetje op vooruit loopt, door in ieder geval het gewijzigde pensioenregime ten opzichte van afspraken in 2001 en 2007 te schetsen, in combinatie met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen (zoals een fors dalende rente, een stijgende levensverwachting en collectieve pensioenregelingen bij andere bedrijven die ook versoberd en/of minder zeker worden). Of deze ontwikkelingen daadwerkelijk voldoende zijn om in dit specifieke geval aan de gemaakte afspraak te mogen tornen, zal de komende periode centraal staan. Ik verwacht daarbij dat zeker ook de financiële situatie van KLM een rol zal spelen, net als de hoogte van het eenmalige bijstortingsbedrag dat KLM bereid is om neer te leggen, als tegenprestatie voor een nieuwe indexatie-afspraak.


Uitvoeringsovereenkomst


Hoe zit het tenslotte met de opzegging van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds? Ook dit is een interessant juridisch vraagstuk, waarover de Hoge Raad zich zeer recent heeft uitgelaten in een andere kwestie, namelijk de kwestie Alcatel-Lucent. Uit dat arrest volgt dat opzegging van een uitvoeringsovereenkomst met een ondernemingspensioenfonds onder omstandigheden is toegestaan, hoewel uiteraard ook afhankelijk van de opzeggingsbepalingen in de uitvoeringsovereenkomst, waaronder de opzeggingsgronden en -termijn. en bovendien met er een opzegtermijn in acht genomen worden en een goede reden bestaan. Ook hiernaar zal VNV, net als het pensioenfonds, naar ik verwacht zeer kritisch kijken. Het enkele feit dat een werkgever de pensioenovereenkomst met de werknemer (met daarin vervat een verstrekkende indexatie-afspraak en in het verlengde daarvan, een bijstortingsverplichting) niet langer kan of wil dragen, hoeft nog niet direct voldoende grondslag op te leveren om ook de uitvoeringsovereenkomst in zijn geheel op te zeggen. Een alternatief had kunnen zijn dat die uitvoeringsovereenkomst als zodanig zou blijven bestaan, maar KLM ten aanzien van één van  deze bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst (zijnde de bijstortingsverplichting) zou kunnen stellen dat het verlangen van nakoming van deze bijstortverplichting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.


Vanuit deze insteek had KLM met het fonds kunnen proberen om tot een andersluidende bepaling in de uitvoeringsovereenkomst te komen, met dien verstande dat deze uitvoeringsovereenkomst altijd een weergave zal moeten zijn van datgene wat KLM met haar werknemers heeft afgesproken. De pensioenovereenkomst blijft dus altijd de basis. Een goede vervolgstap zal dan dus zijn dat KLM met VNV in overleg gaat treden over de tekst van een eventuele nieuwe pensioenovereenkomst, waarbij de inschatting zal zijn dat KLM behoorlijk over de brug zal moeten komen (met een forse eenmalige bijstortingsverplichting), wil KLM VNV ervan kunnen overtuigen dat is het goed is om af te stappen van de huidige indexatie-afspraak.


KLM heeft momenteel aardig wat te stellen met haar personeel, niet alleen met de piloten in deze pensioenkwestie, maar ook met het grondpersoneel. Eén en ander brengt veel onrust met zich mee, voor alle betrokkenen. Dit zal KLM wellicht doen verlangen naar tijden waarin er nog geen wolkje aan de lucht was. Het is te hopen dat partijen elkaar niet in de haren zullen vliegen, maar gelet op de belangen die met deze  pensioen-issue voor alle betrokkenen gemoeid zijn, zal deze issue naar ik vermoed zeker niet zonder slag of stoot beslecht worden.