1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Persoonlijke garantstelling bestuurder voor schulden vennootschap behoeft geen toestemming van echtgenote

Persoonlijke garantstelling bestuurder voor schulden vennootschap behoeft geen toestemming van echtgenote

Volgens de Rechtbank Den Haag is het aangaan van een betalingsovereenkomst waarin de bestuurder zich persoonlijk garant heeft gesteld  een rechtshandeling die kan worden aangemerkt als een normale bedrijfshandeling. De garantstelling behoefde geen toestemming van de echtgenote van de bestuurder en het beroep van haar op vernietiging wordt afgewezen.Toestemming echtgenootVoor een aantal rechtshandelingen heeft een echtgenoot toestemming nodig van de andere echtgenoot. Zo ook voor het afsluiten...
Leestijd 
Auteur artikel John Wijnmaalen MRICS
Gepubliceerd 16 september 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Volgens de Rechtbank Den Haag is het aangaan van een betalingsovereenkomst waarin de bestuurder zich persoonlijk garant heeft gesteld  een rechtshandeling die kan worden aangemerkt als een normale bedrijfshandeling. De garantstelling behoefde geen toestemming van de echtgenote van de bestuurder en het beroep van haar op vernietiging wordt afgewezen.

Toestemming echtgenoot
Voor een aantal rechtshandelingen heeft een echtgenoot toestemming nodig van de andere echtgenoot. Zo ook voor het afsluiten van overeenkomsten die strekken tot zekerheidsstelling ten behoeve van derden. De andere echtgenoot kan op grond van de wet een rechtshandeling die zonder toestemming is verricht vernietigen. In de zaak waarover de Rechtbank Den Haag moest oordelen deed de echtgenote van de bestuurder een beroep op de hiervoor genoemde vernietigingsgrond. Zij had namelijk geen toestemming verleend voor een betalingsovereenkomst die haar man was aangegaan als bestuurder van zijn bouwbedrijf en waarin hij zich persoonlijk garant had gesteld.

Normale uitoefening van het bedrijf
In de wet wordt een uitzondering gemaakt voor rechtshandelingen (waaronder garantstellingen) die worden verricht door een bestuurder van een vennootschap ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf. Hiervoor is geen toestemming van de andere echtgenoot vereist. De rechtbank oordeelde dat het aangaan van de betalingsovereenkomst kan worden aangemerkt als een normale bedrijfshandeling. De overeenkomst heeft namelijk betrekking op openstaande facturen ter zake van bouwwerkzaamheden die zijn verricht in opdracht en voor rekening van het bedrijf en houdt dus direct verband met de bedrijfsuitoefening. De betalingsregeling levert het bedrijf tevens een financieel voordeel op, doordat een deel van de uitstaande schuld is kwijtgescholden.

Voor het aangaan van de overeenkomst was dus geen toestemming van de echtgenote vereist. Het beroep van haar op vernietiging wordt afgewezen.