Planschade bij onduidelijke structuurschets niet voorzienbaar

In een uitspraak van 16 november 2011 (LJN: BU4572) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak nog eens bevestigd dat voor voorzienbaarheid van planschade rekening dient te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt, maar dat niet is vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft.

Aan de orde was een verzoek om planschade vanwege een vrijstelling op grond van art. 19 WRO die was verleend ten behoeve van het oprichten van twintig woningen op het tegenover gelegen perceel. In hoger beroep was de vraag aan de orde of de planschade op grond van de Structuurschets uit 1993 ten tijde van de aankoop van het perceel in 1997 voorzienbaar was.

Met verwijzing naar vaste rechtspraak (de Afdeling noemt de uitspraak van 2 december 2009 met zaaknummer 200902002/1/H2) herhaalt de Afdeling dat de voorzienbaarheid van een planologische wijziging dient te worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag, of ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft.

Volgens de Afdeling was uit de Structuurschets niet op eenduidige wijze af te leiden dat de inbreidingslocatie was voorzien op de gronden waarop de vrijstelling ziet. De rechtbank had dan ook op goede gronden geoordeeld dat het college ten onrechte de voorzienbaarheid van de woningbouw op het buurperceel had aangenomen.