Auteursrechten zijn nationale rechten, maar deze worden regelmatig internationaal geexploiteerd. Dat dit allerlei praktische consequenties kan hebben, volgt uit een recent arrest van het Gerechtshof in Den Haag.
Het arrest gaat over een geschil tussen Stokke (de producent van de bekende Tripp Trapp stoel) en Hauck (de producent van de concurrerende Alpha stoel). In de ogen van Stokke maakt de Alpha-stoel inbreuk op haar auteursrechten ten aanzien van de Tripp Trapp stoel.
Over dit geschil is ook al in Duitsland tussen partijen geprocedeerd. Om die reden had Hauck bij het Haagse Gerechtshof betoogd dat Stokke niet-ontvankelijk moest worden verklaard voor het deel van het geschil waarover al in Duitsland was beslist. Dat verzoek wordt echter afgewezen en wel (samengevat) omdat in Duitsland door partijen alleen over het Duitse auteursrecht was geprocedeerd en niet over het Nederlandse auteursrecht. De Nederlandse procedure gaat dus gewoon door en deze procedure zal dus uiteindelijk leiden tot een oordeel over de vraag of er inbreuk is gemaakt op het Nederlandse auteursrecht (het huidige arrest is een tussenarrest).
Praktisch gesproken gaat het in de Nederlandse en Duitse procedure natuurlijk om hetzelfde product; de wetgeving verschilt alleen (enigszins) per land.
Dit is dan ook een aandachtspunt in procedures, dat overigens wel overkomelijk is. De vraag is in internationaal verband steeds: welke rechter is bevoegd en welk recht is van toepassing?
Op basis van de EEX-verordening is de bevoegde rechter in geval van auteursrechtinbreuk die van de lidstaat waar de gedaagde woonachtig is (artikel 2 EEX-Vo) en/of de rechter van de lidstaat waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan (artikel 5 lid 3 EEX-Vo).
Voor wat betreft toepasselijk recht geldt het volgende. Dankzij internationale afspraken (o.a. de Berner Conventie) is geregeld dat buitenlandse auteurs in beginsel in ieder land een beroep kunnen doen op het plaatselijke auteursrecht (zie voor Nederland artikel 47 Auteurswet). Hieraan is uitvoering gegeven door in artikel 8 lid 1 van de Rome II verordening te bepalen dat de bevoegde rechter het recht moet toepassen van "het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd".
Met andere woorden: stel dat partijen voor een Nederlandse rechter komen te staan voor auteursrechtinbreuk in allerlei Europese landen, dan moet de rechter voor de vraag of sprake is van auteursrechtinbreuk in Duitsland de Duitse auteurswet toepassen, voor de vraag of sprake is van inbreuk in Nederland de Nederlandse wet, enz.
Volgens diverse mensen maakt deze juridische versnippering het voor de praktijk lastig om auteursrechten in de Europese Unie goed te exploiteren (zie in dat kader bijvoorbeeld het artikel van Prof.mr. P.B. Hugenholtz in NRC van 7 janauri 2009). In haar recente consultatieronde opperde de Europese Commissie dan ook de vraag of het wellicht niet goed zou zijn te komen tot een uniform Europees auteursrecht. Wat hier uit gaat komen is nog onduidelijk, de termijn voor inzenden van suggesties is net vervallen (5 januari 2010). We houden u uiteraard op de hoogte.
Praktische aandachtspunten in verband met nationale karakter auteursrecht
Auteursrechten zijn nationale rechten, maar deze worden regelmatig internationaal geexploiteerd. Dat dit allerlei praktische consequenties kan hebben, volgt uit een recent arrest van het Gerechtshof in Den Haag.Het arrest gaat over een geschil tussen Stokke (de producent van de bekende Tripp Trapp stoel) en Hauck (de producent van de concurrerende Alpha stoel). In de ogen van Stokke maakt de Alpha-stoel inbreuk op haar auteursrechten ten aanzien van de Tripp Trapp stoel.Over dit geschil is oo...
Leestijd
Auteur artikel
Mark Jansen
Gepubliceerd
08 januari 2010
Laatst gewijzigd
16 april 2018