1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Predispositie en pre-existentie: hoe zit het ook al weer?

Predispositie en pre-existentie: hoe zit het ook al weer?

Moet een schadeveroorzaker betalen voor de predispositie of pre-existentie van een slachtoffer? Wat is eigenlijk (het verschil tussen) predispositie en pre-existentie? Wat is het belang van het maken van het onderscheid? Deze vragen staan in deze bijdrage centraal.Wat is predispositie en pre-existentie?Van pre-existentiële factoren wordt gesproken bij medische klachten die voorafgaand aan het ongeval reeds aanwezig waren en die vergelijkbaar zijn met de na het ongeval ontstane klachten. Een v...
Leestijd 
Auteur artikel Maud van Lent (uit dienst)
Gepubliceerd 05 maart 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Moet een schadeveroorzaker betalen voor de predispositie of pre-existentie van een slachtoffer? Wat is eigenlijk (het verschil tussen) predispositie en pre-existentie? Wat is het belang van het maken van het onderscheid? Deze vragen staan in deze bijdrage centraal.

Wat is predispositie en pre-existentie?

Van pre-existentiële factoren wordt gesproken bij medische klachten die voorafgaand aan het ongeval reeds aanwezig waren en die vergelijkbaar zijn met de na het ongeval ontstane klachten. Een voorbeeld is iemand die voor het ongeval rugklachten had en na het ongeval (nog steeds) rugklachten heeft.

Van predispositie wordt gesproken indien een slachtoffer voor het ongeval een bepaalde latente  kwetsbaarheid/aanleg heeft die hem eerder dan een ander persoon vatbaar maakt voor het optreden van een bepaalde ziekte/bepaalde klachten. Een voorbeeld hiervan is een slachtoffer dat voor het ongeval nooit klachten had maar na het ongeval een aggravatiestoornis ontwikkelt. Hierdoor heeft hij de neiging de lichamelijke klachten die hij door het ongeval heeft opgelopen, te overdrijven.

Het belang van het onderscheid: invloed op het causaal verband en de schadehoogte

In letselschadeprocedures wordt schade afgewikkeld door een vergelijking te maken tussen de situatie waarin het slachtoffer daadwerkelijk verkeert na het ongeval (huidige situatie) en de situatie waarin het slachtoffer zou hebben verkeerd als het ongeval niet had plaatsgevonden (hypothetische situatie). Predispositie en pre-existentie hebben beiden invloed hierop omdat ze ervoor zorgen dat het slachtoffer er in de huidige situatie erger aan toe is dan iemand zonder predispositie of pre-existentie zou zijn geweest.

Het is vervolgens de vraag of de schadeveroorzakende partij ook deze 'extra' schade moet betalen of dat enkel de schade moet worden vergoed die een direct gevolg is van het ongeval. In dat laatste geval rijst meteen de vraag wanneer schade een 'directe gevolg' is van het ongeval. Dit zijn vragen die het causaal verband tussen de schade en het ongeval betreffen en die anders worden beantwoord in het geval van predisposite dan bij pre-existentie. Dit heeft zijn weerslag op de uiteindelijke schadevergoeding die moet worden betaald.

Hoe verloopt de schadeberekening met pre-existentie en predispositie?

Pre-existentiële klachten worden in de rechtspraak niet toegerekend aan de aansprakelijke partij omdat deze klachten als zelfstandige oorzaak zijn aan te merken van de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd. Men redeneert dan dus dat de klachten ook aanwezig zouden zijn geweest indien het ongeval niet had plaatsgevonden. De klachten liggen daarom in de risicosfeer van het slachtoffer waardoor het causaal verband tussen ongeval en schade (deels) wordt doorbroken. Bij de schadeberekening moeten daarom pre-existentiële klachten buiten de berekening worden gehouden.

Op klachten die voortvloeien uit predispositie is het beginsel van toepassing dat de veroorzaker het slachtoffer moet nemen zoals hij is. Dat betekent dat schade die (mede) voortvloeit uit predispositie, in beginsel het causaal verband tussen ongeval en schade niet doorbreekt en dus door de veroorzaker (volledig) moet worden vergoed.

Dat wil overigens niet zeggen dat er bij het begroten van de schade helemaal geen rekening wordt gehouden met predispositie. Bij schadeberekening gaat het immers om het maken van een vergelijking tussen de huidige situatie en de hypothetische situatie. De goede en kwade kansen die iemand heeft moeten hierbij in kaart worden gebracht en predispositie zorgt ervoor dat de 'goede' kansen in beginsel lager kunnen worden ingeschat. Verder kan predispositie de schade drukken wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer zich van zijn kant – mede in aanmerking genomen zijn persoonlijkheidsstructuur en privé-moeilijkheden (dus: zijn predispositie) – onvoldoende inspant om een bijdrage te leveren aan het herstelproces (zie HR 4 november 1989, NJ 1989, 751, ABP/Stuyvenberg).

 

Praktijkproblemen

De theorie lijkt helder, maar toch levert de vraag of klachten het resultaat zijn van predispositie of pre-existentie in de praktijk vaak discussie op tussen partijen. Er zijn legio voorbeelden te vinden in de rechtspraak over deze onderwerpen, eenvoudigweg omdat van sommige ziektebeelden soms niet helder is of het predispositie of pre-existentie betreft. Elke zaak is anders en elke uitkomst is maatwerk.