De dealers van Alfa Romeo zijn gebonden aan allerlei verplichtingen waaronder een doorleververbod: doorleveren aan wederverkoper is verboden tenzij het andere Alfa Romeo dealers is. Dit distributiestelsel voldoet aan de Europese groepsvrijstellingsverordening voor de motorvoertuigensector (Pb 2002, L 203/30). Multicar is een oud Alfa Romeo dealer, en kent dus de verplichtingen van die dealers als geen ander.
Multicar koopt bij een van die dealers (de lek in het netwerk) Alfa Romeo auto's in verkoopt ide weer aan het publiek. Volgens Alfa Romeo handelt Multicar aldus onrechtmatig jegens haar, omdat Multicar bewust profiteert van de wanprestatie van de dealer onder het dealercontract met Alfa Romeo.
Het kopen van auto's bij een dealer in de wetenschap dat hij daarmee wanpresteert jegens Alfa Romeo is op zichzelf niet onrechtmatig tegenover Alfa Romeo. De bijzondere omstandigheden van het geval kunnen wel meebrengen dat het bewust profiteren van die wanprestatie jegens Alfa Romeo toch onrechtmatig is.
Volgens het Hof deden zodanige omstandigheden zich niet voor. Het Hof overwoog onder meer dat als de dealers van Alfa Romeo in een ongunstiger positie verkeren dan niet gebonden wederverkopers dit aan het door Alfa Romeo verkozen distributiestelsel is te wijten. Het distributiestelsel (en de daaraan verbonden kosten voor de dealers) is een eigen keuze van Alfa Romeo en raakt Multicar niet, aldus het Hof. Daarmee is het handelen van Multicar niet onrechtmatig jegens de dealers en dus evenmin jegens Alfa Romeo.
De Hoge Raad volgt het Hof niet in deze redenering. Volgens de Hoge Raad moet onderscheid gemaakt worden tussen onrechtmatig handelen jegens de dealers enerzijds en jegens Alfa Romeo anderzijds. Van onrechtmatigheid (ongeoorloofde concurrentie) jegens de dealers kan volgens de Hoge Raad sprake zijn indien:
- Multicar auto's verhandelt die hij heeft verkregen door bewust gebruik te maken van de schending van het doorverkoopverbod van een dealer jegens Alfa Romeo;
- Muticar door het verhandelen van die auto's in concurrentie treedt met de dealers van Alfa Romeo, en
- Muticar daarbij profiteert van het feit dat de dealers jegens Multicar in een ongunstige positie verkeren omdat ze zich aan het doorverkoopverbod houden.
De Hoge Raad overweegt dat dit onrechtmatig handelen van Multicar jegens de dealers tevens onrechtmatig jegens Alfa Romeo (tevens de distributeur) kan zijn, indien het distributiestelsel "wordt ondermijnd, bijvoorbeeld doordat andere aan het stelsel gebonden handelaren zich eveneens aan hun verplichting gaan onttrekken of hun gebondenheid aan het stelsel beëindigen, dan wel derden om die reden niet tot het stelsel willen toetreden". Andere vormen van ondermijning van het distributiestelsel lijken ook mogelijk.
De keuze van het dure distributiestelsel kan volgens de Hoge Raad geen rol spelen in het kader van de beoordeling van de onrechtmatigheid van Multicar's handelen jegens de dealers, maar wel bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van het handelen van Multicar jegens Alfa Romeo.
Omdat het Hof de keuze voor het distributiestelsel wèl heeft meegewogen in de beoordeling of de concurrentie van Multicar jegens de dealers onrechtmatig was, vernietigt de Hoge Raad het arrest van het Hof. De Hoge Raad verwijst naar het Hof Amsterdam ter verdere behandeling en beoordeling van deze zaak.
Of het Hof Amsterdam de vorderingen van Alfa Romeo alsnog zal toewijzen is nog te bezien. Het Hof Amsterdam zal de zaak opnieuw beoordelen en de keuze door Alfa Romeo voor het dure distributiestelsel meewegen (als één van de omstandigheden) in de beoordeling of Multicar jegens Alfa Romeo onrechtmatig heeft gehandeld.
