1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Recht op betaling van ”Weihnachtsgeld“?

Recht op betaling van ”Weihnachtsgeld“?

In veel Duitse ondernemingen is het gebruikelijk om aan het eind van het jaar een extra vergoeding aan een werknemer te betalen, het zogenoemde ”Weihnachtsgeld“. Heeft een werknemer hier zonder meer recht op, of kan de werkgever de betaling van deze vergoeding ook beëindigen?Volgens het Duitse recht heeft een werknemer geen dwingendrechtelijke aanspraak op een kerstgratificatie. Uit de individuele arbeidsovereenkomst of uit een collectieve (bedrijfs)regeling kan echter wel een recht op een ke...
Leestijd 
Auteur artikel Susanne Hermsen-Pfeiffer
Gepubliceerd 20 december 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In veel Duitse ondernemingen is het gebruikelijk om aan het eind van het jaar een extra vergoeding aan een werknemer te betalen, het zogenoemde ”Weihnachtsgeld“. Heeft een werknemer hier zonder meer recht op, of kan de werkgever de betaling van deze vergoeding ook beëindigen?

Volgens het Duitse recht heeft een werknemer geen dwingendrechtelijke aanspraak op een kerstgratificatie. Uit de individuele arbeidsovereenkomst of uit een collectieve (bedrijfs)regeling kan echter wel een recht op een kerstgratificatie voortvloeien.  Met betrekking tot zogenoemde “Sonderzahlungen”, zoals een kerstgratificatie of vakantiegeld geldt het principe dat een werknemer recht heeft op betaling van deze gratificatie indien zijn werkgever drie keer zonder voorbehoud de gratificatie in dezelfde hoogte aan de werknemer heeft betaald.

Tot nu toe was het volgens het “Bundesarbeitsgericht” (BAG), de hoogste rechterlijke instantie voor arbeidszaken in Duitsland, in beginsel mogelijk bij de betaling van de kerstgratificatie (of van het vakantiegeld) een “Freiwilligkeitsvorbehalt (voorbehoud van vrijwilligheid) te maken, om op deze manier een recht van de werknemer op betaling te voorkomen. In de afgelopen jaren zijn de eisen aan dit  “Freiwilligkeitsvorbehalt” echter verhoogd, alleen de toevoeging dat de gratificatie vrijwillig betaald wordt is niet meer per definitie voldoende.

Zo verkreeg een werknemer bijvoorbeeld wel een recht op betaling van een kerstgratificatie omdat in de arbeidsovereenkomst naast het “Freiwilligkeitsvorbehalt” ook de voorwaarden en de hoogte van de gratificatie opgenomen waren. Recentelijk heeft het BAG nog in twee uitspraken verduidelijkt dat onduidelijkheden bij de formulering van de arbeidsovereenkomst met betrekking tot de betaling van gratificaties voor rekening van de werkgever zijn.

Om een recht van de werknemer op betaling van een kerstgratificatie te voorkomen, zodat de werkgever elk jaar opnieuw weer kan beslissen of en onder welke voorwaarden hij een kerstgratificatie wil betalen, dient ervan te worden afgezien forfaitaire algemene bepalingen hierover in de arbeidsovereenkomst op te nemen. Op grond van recente jurisprudentie is het niet meer mogelijk gratificaties, die in de arbeidsovereenkomst toegezegd worden, onder een voorbehoud van vrijwilligheid op te nemen. Ook draagt de werkgever het risico van een onduidelijke formulering in de arbeidsovereenkomst. Daarom is het raadzaam de betaling van een kerstgratificatie altijd van een begeleidend schrijven te voorzien waarin een duidelijk en begrijpelijk geformuleerd voorbehoud van vrijwilligheid is opgenomen. Op deze manier kan een recht van de werknemer op betaling van een kerstgratificatie vermeden worden. Belangrijk hierbij is dat aan het “Freiwilligkeitsvorbehalt” geen “Widerrufsvorbehalt” (voorbehoud van herroeping) gekoppeld wordt. Anders zou de formulering in het begeleidende schrijven tegenstrijdigheden bevatten en daarom niet rechtsgeldig zijn.

Susanne Hermsen