Rechtbank Brussel: verwijderen merktekens is geen merkinbreuk

De Rechtbank Brussel heeft in een zaak tussen Mitsubishi en GSI geoordeeld dat het ‘debranden’ van vorkheftrucks van Mitsubishi door GSI geen merkinbreuk oplevert. Bij het ‘debranden’ worden de merktekens van Mitsubishi van de vorkheftrucks verwijderd, alvorens zij van buiten de EER in de EER in het verkeer worden gebracht onder het eigen merk van GSI.

Omdat het merkenrecht in vergaande mate Europees is geharmoniseerd en ook de Belgische rechter zich kan uitspreken over het Benelux merkenrecht, is deze uitspraak niet zonder belang.

In de literatuur wordt in beginsel aangenomen dat het verwijderen van een merk (bijvoorbeeld door wegkrassen, vijlen of uitsnijden) over het algemeen niet als merkgebruik heeft te gelden. De Rechtbank Brussel vindt het onder de omstandigheden van dit geval (waarbij de debranding kort gezegd ook buiten de EER plaatsvindt) zelfs ‘vanzelfsprekend’ dat GSI geen toestemming nodig heeft van Mitsubishi om de goederen te ‘debranden’.

Volgens de rechter is er in dit geval ook geen sprake van reputatieschade aan de zijde van Mitsubishi, omdat vorkheftrucks geen luxeproducten zijn die zich in een dure verpakking bevinden, zoals bij bijvoorbeeld parfums wel het geval is. GSI verwijdert alle Mitsubishi merken van de vorkheftrucks en brengt daarop een eigen benaming aan.

Mitsubishi voerde ook nog aan dat het verwijderen van serienummers op tweedehands vorkheftrucks die GSI onder andere in de EER opkoopt ontoelaatbaar is, omdat de toestand van de Mitsubishi vorkheftrucks daarmee wordt verslechterd. Ook hierin gaat de rechter niet mee.