1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Schending relatiebeding via Twitter

Schending relatiebeding via Twitter

We komen in de rechtspraak steeds meer voorbeelden tegen waarin uiteindelijk door de rechter wordt geoordeeld dat er sprake is van schending van een relatiebeding via social media. Eerder schreef ik op deze kennisportal een bijdrage over een uitspraak waarin de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem had geoordeeld dat een ex-werknemer zijn relatiebeding had geschonden door onder andere een relatie van zijn voormalige werkgever aan zijn LinkedIn-netwerk toe te voegen.Op 24 november 2011...
Leestijd 
Auteur artikel Marieke Hulstijn-Botter (uit dienst)
Gepubliceerd 05 december 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
We komen in de rechtspraak steeds meer voorbeelden tegen waarin uiteindelijk door de rechter wordt geoordeeld dat er sprake is van schending van een relatiebeding via social media. Eerder schreef ik op deze kennisportal een bijdrage over een uitspraak waarin de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem had geoordeeld dat een ex-werknemer zijn relatiebeding had geschonden door onder andere een relatie van zijn voormalige werkgever aan zijn LinkedIn-netwerk toe te voegen.

Op 24 november 2011 oordeelde de Voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem dat een ex-werkneemster het relatiebeding had overtreden via Twitter. De ex-werkneemster was bij de werkgever werkzaam geweest in de functie van adviseur Werving & Selectie en in de arbeidsovereenkomst was een relatiebeding overeengekomen. Nadat de ex-werkneemster haar dienstverband had beëindigd, was zij als recruiter elders in dienst getreden. 

Uit de uitspraak blijkt dat na afloop van het dienstverband via Twitter het volgende gesprek heeft plaatsgevonden tussen de recruiter en een kandidaat (die de recruiter bij haar vorige werkgever tweemaal had geplaatst bij een opdrachtgever):

Op 4 juli 2011 twitterde de kandidaat aan de recruiter: “Alkmaar….iets te ver weg…”
Op 6 juli 2011 twitterde de recruiter aan de kandidaat: “te lichte functie voor jou ;) ik krijg binnenkort een projectvoorbereider, ik zal kijken in welke regio ;)”
Op 8 juli 2011 twitterde de recruiter aan de kandidaat: “en is het wat??”
Op 12 juli 2011 twitterde de recruiter aan de kandidaat : “nou??? Laten we ff bellen binnenkort??”
De kandidaat antwoordde hierop: “bellen mag altijd… Mag ook via mail… Grtz en bedankt…”
Op 28 juli 2011 twitterde de recruiter aan de kandidaat: “ik wacht nog ergens op! :)”
Op 29 juli 2011 twitterde de recruiter aan de kandidaat: “Top!! Alvast een fijne vakantie!”
De kandidaat antwoordde hierop: “ik zoek hem op, moet hem nog aanvullen… enne sta op het punt om 1 week op vakantie te gaan… Maar ik doe me best” “voor wanneer wil je de cv hebben? Dank je wel komt goed!! Jij ook bijna vakantie?”
De recruiter antwoordde hierop: “liefste voor het weekend ;) kan ik er volgende week mee aan de slag! Ik heb de 15e vakantie!”

De werkgever vorderde een voorschot van € 5.000,00 op de verbeurde boete en een verbod op het overtreden van het relatiebeding in de arbeidsovereenkomst op straffe van een dwangsom. De werkgever legde aan deze vorderingen ten grondslag dat gebleken was dat de recruiter tussen 24 juni 2011 en 29 juli 2011 het relatiebeding had overtreden door onder andere contact te hebben met de hierboven genoemde kandidaat. Het relatiebeding verbood acquireren in de ruimste zin des woords. Volgens de werkgever was er in deze situatie sprake van passief acquireren.

De recruiter verweerde zich door te stellen dat zij de kandidaat niet had benaderd, maar dat de kandidaat steeds haar benaderde. De kandidaat zou hebben gereageerd op alle functies die de recruiter op social media plaatste. Daarnaast zouden de recruiter en de kandidaat tot dezelfde vriendenkring behoren. Om die reden vond zij het lastig om de kandidaat direct te weigeren.

De voorzieningenrechter heeft eerst het relatiebeding uitgelegd en overwogen dat het in de branche van werving en selectie en detachering gebruikelijk is dat kandidaten worden aangezocht die vervolgens aan de opdrachtgevers worden voorgesteld met als doel een kandidaat in een vacature bij een opdrachtgever te plaatsen. Het klantenbestand was voor de werkgever van wezenlijk belang en het lag daarom volgens de voorzieningenrechter voor de hand dat de werkgever ook de kandidaten onder het relatiebeding heeft willen brengen.

De voorzieningenrechter overwoog vervolgens dat de vragen in welke mate, ten aanzien van hoeveel kandidaten en hoe vaak, het relatiebeding daadwerkelijk is overtreden en hoe vaak de recruiter de overeengekomen boete heeft verbeurd, zou moeten worden vastgesteld in een bodemprocedure. Op basis van de bovengenoemde twitter correspondentie tussen de recruiter en de kandidaat, achtte de voorzieningenrechter het aannemelijk dat het relatiebeding in elk geval eenmaal door de recruiter was overtreden. De omstandigheid dat de twitter correspondentie in alle openheid had plaatsgevonden en niet had geleid tot een plaatsing van de kandidaat, deed daaraan volgens de voorzieningenrechter niet af.

De rechtbank oordeelde dat de recruiter in ieder geval eenmaal de overeengekomen boete van
€ 5.000,00 verbeurde en dit bedrag werd dan ook aan de werkgever toegewezen. Daarnaast wees de rechtbank het gevorderde verbod het relatiebeding te overtreden op straffe van een dwangsom toe.

Het bovenstaande vonnis van de rechtbank Arnhem van 24 november 2011 is op 17 april 2012 door het Gerechtshof Arnhem bekrachtigd. 

Jokelien Brouwer-Harbach (@ArbeidsrechtAdv) heeft op deze kennisportal eerder een bijdrage geplaatst waarin zij de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 21 februari 2012 heeft besproken. Ook in deze kwestie stelde de werkgever dat het relatiebeding was geschonden via Twitter. Zoals in de bijdrage is te lezen, ging het hier om een werknemer die, vanuit zijn nieuwe dienstverband, al een tijdje op zoek was naar zzp-ers in finance. Het Hof overwoog dat de werknemer zich mogelijk op glad ijs begaf als het gaat om zijn relatiebeding. Echter, volgens het Hof was er geen sprake van het ‘onderhouden van zakelijke contacten’, zoals verboden door het relatiebeding. Ook niet indien hierbij de volgers op Twitter worden betrokken. Het volgen op Twitter is een eenzijdige actie vanuit de volger en niet specifiek geïnitieerd vanuit de twitteraar. Een uitnodiging daarvoor en een acceptatie daarvan zijn (anders dan bijvoorbeeld bij de persoonlijke accounts op Facebook of LinkedIn) niet nodig, aldus het Hof.

Er zullen waarschijnlijk meer uitspraken over dit actuele onderwerp volgen. Wij houden u hiervan op de hoogte.