Naar welk recht moeten merken in faillissement worden toegescheiden?[1]
Alvorens dieper in te gaan op de vraag welke gevolgen een faillissement voor merken heeft, moet eerst een voorvraag worden beantwoord: welk recht bepaalt het (vermogens)recht waaraan merken onderworpen zijn? Benelux-merken zijn unitaire ondeelbare rechten. Een Benelux-merk is geen bundel nationale merken, maar omvat de hele Benelux. Cohen Jehoram c.s. bepleiten dat Benelux-merken net als Gemeenschapsmerken als vermogensrechten worden toegescheiden aan Nederlands recht als de merkhouder (volgens het register) woonplaats, zetel of vestiging heeft in Nederland.[2] Merken die in Nederlandse handen zijn, zijn onderworpen aan Nederlands (vermogens)recht.
Wat voor soort recht is een merk naar Nederlands recht?
Staat eenmaal vast dat het merk als object naar Nederlands recht moet worden beschouwd, dan is het de vraag wat voor soort recht het merkrecht is. Art. 3:6 BW, dat een omschrijving geeft van vermogensrechten, bepaalt dat rechten die overdraagbaar zijn, vermogensrechten zijn. Het Benelux merkrecht kan volgens art. 2.31 lid 1 BVIE ‘onafhankelijk van de onderneming’ overgaan. Art. 17 GMV kent een gelijke bepaling voor Gemeenschapsmerken. Merkrechten zijn dus, naar Nederlands recht, vermogensrechten.
De werking van het faillissement
Welke gevolgen heeft het faillissement van de merkhouder voor merken? Het faillissement omvat het ‘gehele vermogen van de schuldenaar’ ten tijde van de faillietverklaring (art. 20 Fw), waaronder dus ook merkrechten.[3] Een faillissement van de rechthebbende verandert niets aan het bestaan of de rechtsgeldigheid van het merkrecht zelf. Echter, de failliete merkhouder verliest de beschikking en het beheer van zijn vermogen (art. 23 Fw), waaronder de merkrechten die in de faillissementsboedel vallen. De curator is met de vereffening van deze boedel belast (art. 68 Fw).[4] Merken zijn interessant voor de curator en kunnen door hem als vermogensbestanddeel van de boedel ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers te gelde worden gemaakt.
In deel 2 van deze serie zullen wij ingaan op de vraag welke merkrechten van de merkhouder er in het faillissement vallen. Houd deze kennispagina in de gaten voor de andere delen van deze serie Merk en faillissement.
[1] De vermogensrechtelijke consequenties naar Belgisch en Luxemburgs recht van merken in faillissement worden in dit artikel buiten beschouwing gelaten.
[2] Zie Cohen Jehoram/Van Nispen/Huydecoper, Industriële Eigendom 2 (Merkenrecht) 2008, p. 586 e.v. onder verwijzing naar art. 16 GMV.
[3] De Nederlandse Faillissementswet (Fw) bepaalt dat indien de schuldenaar heeft opgehouden te betalen en meerdere schuldeisers onbetaald laat, hij bij rechterlijk vonnis failliet kan worden verklaard. Het faillissement raakt zijn hele vermogen. Zie ook art. 3:276 BW: ‘Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen.’ Hetgeen tijdens faillissement wordt verworven, valt ook in het vermogen van de failliet. Zie voorts § 3 en art. 23 lid 4 GMV.