1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Staat aansprakelijk voor vakantiedagen zieke werknemers; gekwalificeerde schending van Gemeenschapsrecht niet van belang voor Staatsaansprakelijkheid!

Staat aansprakelijk voor vakantiedagen zieke werknemers; gekwalificeerde schending van Gemeenschapsrecht niet van belang voor Staatsaansprakelijkheid!

Het Gerechtshof Den Haag heeft op 15 oktober 2013 een belangwekkende uitspraak gedaan. Het Hof heeft de eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag, over de aansprakelijkheid van de Staat voor misgelopen vakantiedagen van zieke werknemers, bekrachtigd.CasusEen werknemer was in april 2007 arbeidsongeschikt geworden. Als gevolg daarvan is zijn arbeidsovereenkomst met toestemming van het CWI in juni 2009 geëindigd. Van zijn werkgever heeft hij overeenkomstig het toen geldende artikel 7:635, lid...
Leestijd 
Auteur artikel Joske Hagelaars
Gepubliceerd 16 oktober 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 15 oktober 2013 een belangwekkende uitspraak gedaan. Het Hof heeft de eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag, over de aansprakelijkheid van de Staat voor misgelopen vakantiedagen van zieke werknemers, bekrachtigd.

Casus
Een werknemer was in april 2007 arbeidsongeschikt geworden. Als gevolg daarvan is zijn arbeidsovereenkomst met toestemming van het CWI in juni 2009 geëindigd. Van zijn werkgever heeft hij overeenkomstig het toen geldende artikel 7:635, lid 4 BW alleen vergoeding ontvangen voor de 12,5 vakantiedagen (100 uur) die hij heeft opgebouwd gedurende de laatste zes maanden van zijn dienstverband. Naar aanleiding van het arrest Schultz/Hof, dat het Europese Hof op 20 januari 2009 heeft gewezen, was inmiddels duidelijk geworden dat de Nederlandse vakantiedagenregeling bij ziekte in strijd was met Europese Richtlijn 2003/88. Op grond van de Richtlijn hebben ook zieke werknemers recht op (ten minste) vier weken doorbetaalde vakantie per jaar. Voor deze werknemer hield dat in dat hij, bij een juiste implementatie van de Richtlijn recht had gehad op 320 uur vakantie. De vakantieaanspraken die de werknemer had zijn uitbetaald bij het einde van zijn dienstverband. Daarbij had de werknemer dus 220 uur vakantie minder opgebouwd dan waar hij volgens het Europees recht recht op had. De werknemer heeft de Staat aansprakelijk gesteld voor het mislopen van deze vakantiedagen.

Uitspraak Rechtbank
De Rechtbank Den Haag oordeelde in februari 2012 dat de Staat inderdaad aansprakelijk was voor de misgelopen vakantiedagen. De rechtbank oordeelde dat de Staat aansprakelijk was omdat er sprake was van een gekwalificeerde schending van het Gemeenschapsrecht. Aan deze strenge, Europeesrechtelijke, eis voor lidstaataansprakelijkheid was volgens de Rechtbank voldaan omdat de Staat uit eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie had moeten afleiden dat de vakantiedagenregeling moest worden aangepast. Tegen deze uitspraak ging de Staat in hoger beroep.

Het Hof
De Staat had aan het beroep ten grondslag gelegd dat er in deze zaak niet werd voldaan aan de strenge eisen van de ‘gekwalificeerde schending’. Dat bracht de werknemer er toe om in incidenteel appel te stellen dat het helemaal niet nodig was dat er voldaan werd aan de eis van een voldoende gekwalificeerde schending. Volgens de werknemer, die bij pleidooi door Dirkzwager advocaten werd bijgestaan, is de Staat ook naar nationaal Nederlands recht aansprakelijk voor de schending van hoger (Europees) recht. Omdat een schending van internationaal recht op grond van art. 6:162 BW onrechtmatig is is het niet nodig dat er daarnaast nog wordt voldaan aan de door het Hof van Justitie gehanteerde normen voor lidstaataansprakelijkheid. Deze normen zijn minimumnormen en het Nederlandse recht houdt de Staat nu eenmaal sneller aansprakelijk dan het Europese recht. Het Hof volgt de werknemer hierin volledig en baseert zijn uitspraak van 15 oktober 2013 volledig op de uit art. 6:162 voortvloeiende aansprakelijkheidsnormen. Het Hof oordeelt klip en klaar dat het feit dat de Staat wetgeving heeft afgekondigd die in strijd is met Europeesrechtelijke verplichtingen naar Nederlands recht een onrechtmatige daad is.

Gevolgen
Deze uitspraak kan mogelijk verstrekkende gevolgen hebben. Niet alleen vele duizenden zieke werknemers hebben met deze uitspraak in de hand een sterke claim en kunnen nu hun misgelopen vakantiedagen bij de Staat claimen. Ook andere bedrijven en/of particulieren die de Staat voor een schending van het Europees recht aansprakelijk willen stellen kunnen met deze uitspraak uit de voeten. Zij hoeven niet meer te stellen en aannemelijk te maken dat er sprake is van een ‘gekwalificeerde schending’ van Gemeenschapsrecht maar kunnen zich er, op basis van deze uitspraak, op beroepen dat elke schending van het Europees recht direct tot aansprakelijkheid van de Staat leidt. De verwachting is dan ook dat de Staat, een naar onze mening overigens weinig kansrijk, cassatieberoep in zal stellen.

Wilt u meer informatie over deze zaak of over aansprakelijkheid van de Staat der Nederlanden, neem dan contact op met mr. Joske Hagelaars, advocaat bij Dirkzwager